Instelling
ALGEMEEN | |
---|---|
Naam | College van Rijksbemiddelaars |
naam, varianten |
Rijksbemiddelaars (tot 1940 namelijk geen college)
spotnaam: Rijksbeknibbelaars |
periode van bestaan | 1923 - 1967 |
organisatie en inrichting |
de Arbeidsgeschillenwet (1923) voorzag in de benoeming van vier,
onafhankelijk van elkaar opererende rijksbemiddelaars met ieder hun
eigen rayon
op 24 mei 1940 maakte de bezetter er een College van met grotere bevoegdheden na de oorlog correspondeerde de samenstelling van het College met de diverse politieke stromingen. Zo bestond uit het College in 1959 uit 2 leden van de Partij van de Arbeid, 2 van de Katholieke Volkspartij, was er een de protestants-christelijke beginselen toegedaan en waren twee leden partijloos, maar wel sympathiserend met de liberale denkbeelden de Wet op de Loonvorming van 1970 betekende het einde van het College dat op 20 april 1970 werd ontbonden. |
taak, activiteiten |
volgens de Arbeidsgeschillenwet (1923) stelde de minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid Rijksbemiddelaars aan
? ?
tot bevordering van de vreedzame bijlegging van geschillen over
arbeidsaangelegenheden en tot het voorkomen van zoodanige
geschillen?
vanaf 24 mei 1940 werd hun taak door de bezetter aanzienlijk uitgebreid doordat het college de bevoegdheid kreeg bindende loonbepalingen uit te vaardigen, wanneer onderhandelingen geen resultaat opleverden toen dat in hun ogen niet voldeed, werd het op 1 november 1942 aan de kant werd gezet in zijn plaats kwam de Gemachtigde van de Arbeid na de bevrijding werd de taak van het herrezen College in het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 uitgebreid voortaan fungeerde het als schakel tussen de sociale partners en de rijksoverheid bij de uitvoering van het loonbeleid in 1963 werd de bevoegdheid om CAO’s goed te keuren overgedragen aan de Stichting van de Arbeid, terwijl het College alleen in actie hoefde komen, wanneer de Stichting het niet eens kon worden het secretariaat van het College werd mede ter beschikking van de Stichting gesteld en kreeg in 1964 de naam van Loonbureau het College mocht de minister wel adviseren delen van CAO’s onverbindend te verklaren het Loonbureau had een Commissie van Toezicht waarin het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid, het College en de Stichting waren vertegenwoordigd na de oorlog had het College een eigen secretariaat en een buitendienst bestaande uit vier inspecteurs die tot 1950 ook bevoegd waren om looncontroles uit te oefenen het College had na de Tweede Wereldoorlog alleen indirecte bemoeienis met de sociale verzekeringen omdat bepalingen omtrent de werknemersverzekeringen (Werkloosheidswet, Ziektewet, Kinderbijslag voor Loontrekkenden en later WAO) deel uitmaakten van de aan het College voorgelegde CAO’s in 1925 waren rijksbemiddelaars: 1e district: J.B. Westerdijk 2e district: mr. S. de Vries 3e district: ir. H.A. van IJsselsteijn 4e district: ir. L.A. Fruytier ieder district had een geografisch ressort in 1934 waren dat: prof. mr. P.J.M. Aalberse H.P.J. Bloemers prof. mr. A.C. Josephus Jitta mr. dr. S. de Vries Czn. op 10 mei 1940 bestond het College uit: H.P.J. Bloemers prof. mr. A.C. Josephus Jitta mr. T.J. Verschuur mr. dr. S. de Vries Czn. in 1950 bestond het College uit: mr. J.A. Berger (voorzitter) mr. R.J. Erdbrink (directeur-secretaris) mr. G. Jansen prof. mr. M.G. Levenbach A. Mastenbroek prof. dr. F.J.H.M. van der Ven G.C. Loggers G.M. Nederhorst mr. dr. A.J.J.M. Mes in 1959 bestond het uit: mr. J.A. Berger, voorzitter mr. J. Heusdens, vice-voorzitter prof. mr. M.G. Levenbach C.G. Loggers mr. dr. A.J.J.M. Mes prof. dr. F.J.M.H. van der Ven mr. H. Bavinck voorzitters van het College waren: mr. C.P.M. Romme, 1945-1947 mr. J.A. Berger, 1946-1960 mr. R.J. Erdbrink, 1960-1970 Reeds voor de oorlog hadden de Rijksbemiddelaars een bureau dat in 1940 geleid werd door mr. F.E.J. van der Valk secretaris van het College was A.G. Quint, adjunct-secretaris mr. W.F. de Gaay Fortman. |
voorloper |
geen
|
opvolger | |
literatuur (NCC) |
archieven
Janssen, J.Th. Inventaris van de archieven van: het (college van) Rijksbemiddelaars (1940-1942), de Gemachtigde voor den Arbeid (1942-1945), het College van Rijksbemiddelaars (1945-1963), het Loonbureau (1963-1970) Den Haag [Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Algemene Zaken, Departementaal Archief], 1997. 203 p. (een oudere, vervallen, maar nog wel geciteerde toegang is: Janssen, J.Th. Inventaris van de archieven van de (het College van) Rijksbemiddelaars, (1924) 1940-1942 en de Gemachtigde voor den Arbeid, 1942-1945 [Den Haag] [Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid], 1991, 40 p. publicaties van het College College van Rijksbemiddelaars 's-Gravenhage, 19??-.... [Ook onder de titel: Beschikkingen van het College van Rijksbemiddelaars . Supplement op: Nederlandse Staatscourant ] Verslag van de werkzaamheden van de Rijksbemiddelaars 1924-1939 's-Gravenhage, 1925-1940 [Voortgezet als: Verslag van de werkzaamheden van het College van Rijksbemiddelaars ] Verslag van de werkzaamheden van het College van Rijksbemiddelaars 1944-? 's-Gravenhage, 1945-.... [1940 - 1944 niet verschenen. Voortzetting van: Verslag van de werkzaamheden van de Rijksbemiddelaars ] publicaties over het College Josephus Jitta, A.C. Tien jaren practijk van de Rijksbemiddelaar. Uit de ervaringen met duizend arbeidsgeschillen Groningen/Den Haag/Batavia, 1934. 71 p. [informatief boekje met apologetische strekking, geschreven door de rijksbemiddelaar in het derde district naar aanleiding van kritiek op dit instituut geuit door mr. dr. W.M.Westerman, sedert 1933 lid van de Tweede Kamer voor het Verbond Nationaal Herstel]. Erdbrink, R.J. “30 Jaren Rijksbemiddelaars”, in Economisch-Statistische Berichten , 14 en 28 juli 1954 nrs. 1936 en 1938 over voorzitter J.A. Berger: In memoriam in Sociaal Maandblad Arbeid, 1961, p. 687-688 door M.G. Levenbach. en: Biografisch Woordenboek Socialisme en Arbeidersbeweging, 5, p. 8-11. |
typering | |
zuil | |
doelgroepen | |
ARCHIEF | |
periode archief | 1924 - 1967 |
vindplaats |
Nationaal Archief, Den Haag
volgens de website van het Ned. Instituut voor Oorlogsdocumentatie bevinden zich daar geen delen van dit archief. |
openbaarheid |
volledig
|
omvang; inventarisnummers |
a) periode 1923-1940: niets
b) periode 1940-1942: 3,5 meter 96 inv. nrs. c) periode 1945-1963: 1572 inv. nrs. d) periode 1963-1970: 835 inv. nrs. e) periode 1942-1945: zie format Gemachtigde voor den Arbeid a) tot en met e): 61,3 meter. |
informatiedrager |
papier
|
vernietigd |
het archief van voor mei 1940 is al lang geleden nagenoeg geheel
vernietigd
uit het archief van de periode 1940-1945 zijn grote delen vernietigd rond 1970 werd wederom zonder machtiging vernietigd in 1991 zijn dossiers over afzonderlijke bedrijven met machtiging vernietigd voor de periode 1940-1945 zijn per bedrijfstak enkele bedrijvendossiers bewaard eveneens vernietigd zijn de agenda’s van ingekomen en uitgegane stukken van het Loonbureau over de jaren 1963-1970. |
toegang(en) |
Janssen, J.Th.
Inventaris van de archieven van: het (college van) Rijksbemiddelaars (1940-1942), de Gemachtigde voor den Arbeid (1942-1945), het College van Rijksbemiddelaars (1945-1963), het Loonbureau (1963-1970) Den Haag [Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Algemene Zaken, Departementaal Archief], 1997, 203 p. met historische en archivistische inleiding (p. 7-18) |
kenmerk toegang |
2.15.41
|
indices op toegang |
1) index op namen van instellingen en onderwerpen die voorkomen in
de titels van de door het College en het Loonbureau genummerde
dossiers
2) index op geografische namen en daarbinnen op bedrijfstakken |
originele archivalia van archiefvormer in andere archieven |
in het archief van
P.J.M. Aalberse
:
|
originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven |
door de inventarisatoren zijn de archieven van het College, de
Gemachtigde voor de Arbeid (1942-1945) en het Loonbureau (1963-1970) in
één inventaris verwerkt
in het archief van het College bevinden zich ook enkele stukken van mr. J.A. Berger in zijn kwaliteit als voorzitter |
opmerkingen |
geen
|
INHOUD | |
structuur archief |
de oorspronkelijke structuur van het archief is onbekend
vermoedelijk was een groot deel van de stukken geordend per bedrijfstak en per bedrijf |
structuur toegang |
de inventaris hanteert een schema ‘algemeen -
bijzonder’
de afdeling ‘bijzonder’ is onderverdeeld in ‘organisatie - taken’ binnen de afdeling ‘Taken’ (verreweg de omvangrijkste in het archief) is de oorspronkelijke ordening gehandhaafd |
bijlagen bij de toegang |
geen
|
statistische gegevens |
a) - d) geen
|
inhoud overig |
a) geen
b) geen c) periode 1945-1962 benoeming en ontslag van de Rijksbemiddelaars, 1945-1970 (inv. nr. 1549) persoonlijke stukken van mr. Berger onder meer over de loonpolitiek tijdens de Tweede Wereldoorlog, 1948-1957 (inv. nrs. 243-244) bovenwettelijke ziekengelduitkeringen, 1948-1954 (inv. nr. 275) idem, bouwbedrijf, 1948-1949 (inv. nr. 531) looncompensatie in verband met inwerkingtreding van de Werkloosheidswet 1949, 1952-1953 (inv. nr. 280) wachtgeldregeling baksteenindustrie, 1946-1951 (inv. nr. 299) looncompensatie bouwbedrijf wegens Algemene Ouderdomswet, 1957-1958 (inv. nr. 541) adviezen aan de Minister van Sociale Zaken c.a. over toepassing van de Ziektewet, 1947-1963 (inv. nrs. 1480-1481) A.O.W. - compensatie, 1956-1964 (inv. nr. 1483) samenwerking met de Stichting van de Arbeid, onder andere maandelijks overleg tussen College en Looncommissie, 1945-1961 (inv. nr. 1546) samenwerking met het Algemeen Werkloosheidsfonds, 1950-1955 (inv. nr. 1547) kinderbijslagregeling, 1948-1950 (inv. nr. 1572) overbruggingsregeling, 1950-1951 (inv. nr. 1574) invaliditeits- en ongevallenwet voor vervolgingsslachtoffers, 1946-1958 (inv. nr. 1598) wachtgeldregeling en Werkloosheidswet, 1945-1961 (inv. nr. 1600) Noodwet Ouderdomsvoorziening, 1946-1947 (inv. nr. 1601) idem, gemeenteklasseindeling, 1945-1946 (inv. nr. 1633) beschikkingen indeling der gemeenten voor de Noodwet Ouderdomsvoorziening, 1947-1952 (inv. nr. 1636 en 1640) gemeenteklasseindeling, per provincie, 1950-1963 (inv. nrs. 1650-1663) d) periode 1963-1970 vervallen loongrens in de Werkloosheidswet, 1964-1965 (inv. nr. 1778) AOW-compensatie, 1964-1967 (inv. nr. 1782) kindertoeslagen in de mijnbouw, 1964-1965 (inv. nr. 2004) adviezen aan de Minister van Sociale Zaken c.a. over toepassing van de Ziektewet, 1963-1970 (inv. nrs. 2384-2387) looncompensatie AOW, 1964-1967 (inv. nr. 2388) invaliditeits- en ongevallenwet voor vervolgingsslachtoffers, 1965-1966 (inv. nr. 2431) wachtgeldregeling en Werkloosheidswet, 1965-1969 (inv. nr. 2432) gemeenteclassificatie, 1963-1966 (inv. nr. 2443). |
verwijzingen naar wetten, maatregelen en/of de uitvoering daarvan |
Ziektewet (1913/1929)
Invaliditeitswet (1913/1919) Werkloosheidsbesluit (1917) Ongevallenwet (1921) Kinderbijslagwet (1939) Werkloosheidswet (1949) Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (1966). de organisatie zelf Arbeidsgeschillenwet (1923) Verordening over lonen en andere arbeidsvoorwaarden 217/1940 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1944 (Staatsblad E 52) Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Staatsblad F 214), in het bijzonder de artikelen 12-20 NB: dit laatste besluit bleef van kracht tot 1970 beschikking Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 23 juli 1964, nr. 52.577 (instelling Loonbureau) |
verwijzing naar andere archiefvormers | |
geografische verwijzingen |
tot 1940 was Nederland in vier districten verdeeld
in 1934 hadden deze de volgende ressorten: 1 ste : drie noordelijke provincies 2 de: provincie Noord-Holland 4 de : ongeveer de drie zuidelijke provincies 3 de: de rest van het land. |
internationaal |
niet van toepassing
|
opmerkingen |
geen
|