Instelling
ALGEMEEN | |
---|---|
Naam | Comité ter bespreking der sociale kwestie |
naam, varianten | Comité ter bespreking der sociale quaestie |
periode van bestaan | 1870 - 1880 |
organisatie en inrichting |
het comité werd opgericht op 30 oktober 1870
het was een losse organisatie van 35 leden zijn de namen bekend onder hen bevonden zich slechts 7 handwerkslieden de meeste leden waren liberaal gezinde '‘heren van stand'’ voorzitter was J. de Jong van Beek en Donk, advocaat-generaal te Zwolle secretaris B.H. Pekelharing de namen van de andere leden worden vermeld in het artikel in “Vragen des Tijds”, p. 368. |
taak, activiteiten |
het comité kwam meestal in Utrecht bijeen
het stelde zich ten doel belangstelling te wekken bij de ‘hogere standen’ voor de ‘sociale quaestie’, zoals een groep vooruitstrevende liberalen deze zag, namelijk als de problematische situatie waarin de Nederlandse arbeiders verkeerden en die verbetering behoefte ?De openbare beraadslagingen zouden bestemd zijn om niet alleen bij te dragen tot de verbetering der klasseverhoudingen, maar tevens tot de vorming van een volksgevoelen omtrent aanhangige maatschappelijke vraagstukken? (Pekelharing in Vragen des Tijds, p. 355) staatsinterventie om dit doel te bereiken sloten zij daarbij niet bij voorbaat uit het organiseerde congressen en een openbare meeting ter ondersteuning van het wetsvoorstel ter beperking van kinderarbeid ingediend door mr. S. van Houten nadat in 1874 onenigheid was ontstaan over het kiesrecht, ontplooide het comité weinig activiteiten meer in 1880 werd het officieel opgeheven het comité plaatste als eerste de ‘sociale kwestie’ op de politieke agenda en vervulde korte tijd een voortrekkersrol. |
voorloper |
geen
|
opvolger | |
literatuur (NCC) |
Pekelharing, B.H.
“Herinneringen aan een tweetal comités, in: Vragen des Tijds , 1895, II, p. 354-381 [Comité ter bespreking der sociale kwestie en Comité voor algemeen stemrecht] Taal, G., Liberalen en Radicalen in Nederland , 1872-1901 Den Haag, 1980. |
typering | |
zuil | |
doelgroepen | |
ARCHIEF | |
periode archief | |
vindplaats |
in 1896 had prof. B.H. Pekelharing de notulen van beide comités
in bezit
de vindplaats van deze stukken is thans onbekend. |
openbaarheid |
niet van toepassing
|
omvang; inventarisnummers |
onbekend
|
informatiedrager |
onbekend
|
vernietigd |
onbekend
|
toegang(en) |
niet van toepassing
|
kenmerk toegang |
niet van toepassing
|
indices op toegang |
niet van toepassing
|
originele archivalia van archiefvormer in andere archieven |
onbekend
|
originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven |
onbekend
|
opmerkingen |
geen
|
INHOUD | |
structuur archief |
onbekend
|
structuur toegang |
niet van toepassing
|
bijlagen bij de toegang |
niet van toepassing
|
statistische gegevens |
onbekend
|
inhoud overig |
onbekend
|
verwijzingen naar wetten, maatregelen en/of de uitvoering daarvan |
Kinderwet-Van Houten (1874)
|
verwijzing naar andere archiefvormers | |
geografische verwijzingen |
Nederland
|
internationaal |
niet van toepassing
|
opmerkingen |
geen
|