Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging "Bethel", gesticht voor minderjarige, ontslagene gevangene of verwaarloosde en verlatene meisjes boven de zestien jaren

Naam Vereeniging "Bethel", gesticht voor minderjarige, ontslagene gevangene of verwaarloosde en verlatene meisjes boven de zestien jaren
Alternatieve namen
  • Vereeniging "Bethel", gesticht voor minderjarige, ontslagene gevangene of verwaarloosde en verlatene meisjes boven de vijftien jaren te Zetten (Gewijzigd bij KB van 17 Augustus 1898 nr. 34)
Plaats Zetten
Provincie Gelderland
Begindatum 1861 (oprichting)
Einddatum
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Meisjes, Prostituees, Verwaarloosde kinderen
Werkingsgebied Landelijk
Doelstelling

Om zoovele minderjarige ontslagen gevangene of verwaarloosde en verlatene meisjes boven de zestien jaar (zonder onderscheid van geloofsbelijdenis) als de beschikbare fondsen toelaten, te vereenigen en voor haar onderhoud, hare opvoeding en opleiding in Christelijken geest, gedurende eenigen tijd te zorgen. (Goossens)

Activiteit

fiancieel mogelijk maken dat meisjes in de eigen stichting, "Bethel", worden opgenomen en opgeleid worden tot dienstboden.

'De minderwaardigen worden in gezinnen uitbesteed nadat gebleken is, dat ze om de een of ander reden haar eigen kost niet kunnen verdienen.' (V.d. Zijl 47)

Neemt deel aan

vormt tezamen met Steenbeek, Talitha Kumi en, vanaf 1882, het Magdalenahuis en het Kinderhuis de Zettense inrichtingen.

 

Heeft als afdeling(en)

afdelingen en correspondentschappen in het land, o.a. te Haarlem met mevr. Quarles van Ufford-Teding van Berkhout als correspondente.

Neemt deel aan

neemt, samen met "Beth Paleth", de overige Zettense inrichtingen en de zusterverenigingen, deel aan de christelijke filantropie van de Inwendige Zending. De zusterverenigingen zijn de verenigingen met een Doorgangshuis en verenigingen of commissies 'ter opbeuring’ te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Nijmegen, Leiden, Haarlem, Groningen en Arnhem. Vanaf de 80-er jaren kwamen al deze verenigingen, die enkele of al hun 'gevallenen' naar het Asyl Steenbeek stuurden, bijeen op de 'vluchtheuvel' te Zetten bij dat Asyl.

Aangesloten bij

de in 1901 opgerichte, te Amsterdam gevestigde Centraal-Bond van Christelijk-philantropische Inrichtingen in Nederland, tezamen met de overige Zettense inrichtingen.

Oprichters

Ds. Otto G. Heldring

Bestuursleden

Directeur: H. Pierson in 1880, 1900, 1902;

Directrice: mej. F. Sjoers in 1900, 1902;

Hoofdcommissie/commissie van toezicht:

voorzitter: C.P. van Eeghen in 1880, mr. H.S. van Lennep in 1894, 1900, 1902;

secretaris: mr. A. Rendorp in 1880, 1894, P. van Eeghen (waarnemend) in 1900, mr. A.Y. Schuller tot Peursum in 1902.

overige commissieleden:

in 1880: H.W.A. van Oordt, jhr. E. van Weede van Dijkveld, mr. H.S. van Lennep, C.J. van Nellesteijn, J.J. Kluppel, jhr. mr. F.J.C. Schimmelpenninck, C. graaf van Limburg Stirum, A.F. Willink, L.M. Beels van Heemstede;

in 1894: E.G. baron v. Lynden van Hemmen (honorair), C.J. van Nellesteyn, P. van Eeghen, C.W. graaf van Limburg Stirum, jhr. mr. F.J.C. Schimmelpenninck, dr. J.L. Heldring, W.H. van Oordt HWAzn., jhr. P. Hartsen, mr. E.J. Everwijn Lange jr., jhr. O.J.A. Repelaer van Driel;

in 1900: E.G. baron v. Lynden van Hemmen (honorair), C.J. van Nellesteyn, dr. J.L. Heldring, mr. E.J. Everwijn Lange jr., jhr. O.J.A. Repelaer van Driel, dr. J.J.P. Valeton, W. van Hasselt;

in 1902: E.G. baron v. Lynden van Hemmen (honorair), C.J. van Nellesteyn, dr. J.L. Heldring, mr. E.J. Everwijn Lange jr., jhr. O.J.A. Repelaer van Driel, P. van Eeghen.

 

regentessen/bestuur:

in 1880: mej. G.M.J. Huidekoper, mevr. C. Willink, geb. van Wickevoort Crommelin, mevr. C.M. Rendorp, geb. Collot d'Escury, mevr. A. van Lennep, geb. van Eeghen, mevr. M. van Nellesteijn, geb. Hartsen, mevr. C. Hartsen, geb. Jansen;

in 1894, 1900, 1902:

presidente: mevr. C.M. Rendorp, geb. barones Collot d'Escury in 1894, mevr. A.C. van Lennep, geb. van Eeghen in 1900, 1902;

thesaurière: mevr. M. van Nellesteyn, geb. Hartsen in 1894, mevr. M.E. van Notten, geb. Lochert Eisenlöffel in 1900, 1902;

secretaresse: mevr. A. Everwijn Lange, geb. Doeff in 1894, 1900, 1902.

overige:

in 1894: M. baronesse v. Lynden v. Hemmen (horonair), jonkvr. P.C.E. Berg (horonair), mevr. C. Willink, geb. van Wickevoort, mevr. C.C. Hartsen, geb. Janssens, mevr. A.C. van Lennep, geb. van Eeghen, mevr. Schimmelpenninck, geb. Hodshen, mevr. G.C. van Vollenhoven, geb. Backer, mevr. M.E. van Notten, geb. Lochert Eisenlöffel;

in 1900 en 1902: M. baronesse v. Lynden v. Hemmen (horonair), jonkvr. P.C.E. Berg (horonair), mevr. Van Eeghen, geb. Van Helden, mevr. C.W. Crommelin, geb. Wilkens, mevr. A. Beels, geb. van Eeghen, mevr. A. Bierens de Haan, geb. Temminck.

Eigen gebouw (adres)

de inrichting "Bethel" te Zetten

Koninklijk Besluit 28 mei 1862 nr. 73;17 augustus 1898
Staatscourant

12 juni 1862

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
4311
Verantwoording gegevens

J. van der Zijl (red.), Gids voor vereenigingen en instellingen op het gebied der kinderverzorging (Den Haag 1912) 32-33. Uitgave van het Bureau van den Bond ter Behartiging van de belangen van het Kind, no. 1.

ad bestuursleden:

(Hof-,) rijks- en residentiealmanak voor het Koninkrijk der Nederlanden (en zijne koloniën), 1880, 1894, 1900, 1902.

ad publicaties van de vereniging:

C. Willems-Bierlaagh, Nederlandse vrouwentijdschriften 1800-1945, bibliografische lijst (Amsterdam 1992) 26-27.

archiefgegevens en laatste vermelding:

O.W. Dubois, Reddende liefde. Het werk van de Heldringstichtingen in Zetten 1847-2010 (Hilversum 2010) 309, 340.

ad relaties (correspondente te Haarlem)

Jaarboekje voor de Stad Haarlem 1891 (Haarlem 1891) 195.

Opmerkingen

ad levensbeschouwing:

protestants (hervormd)

ad laatste vermelding:

Geen; in 1963 werden de verenigingen van de Zettense inrichtingen heropgericht. De afzonderlijke vereningen kwamen onder één en het zelfde bestuur, dat de verschillende directies van de inrichtingen moest aansturen, alle verenigingen waren lid van de centrale 'Vereniging de Heldringstichtingen'. Al deze verenigingen bestaan nog steeds. (Dubois)

ad publicaties van en over de vereniging:

De inventaris van het familiearchief Heldring bevat ook een ‘Lijst van boekwerken en tijdschriftartikelen over ds. Ottho Gerhard Heldring’ en een ‘Lijst van ná 1876 verschenen boekwerken en tijdschriftartikelen betreffende de door ds. Ottho Gerhard Heldring opgerichte gestichten.’

N.B. Voor de vóór 1876 verschenen geschriften zie men de bibliografie achterin O.G. Heldring, Leven en arbeid, uit autobiografische aantekeningen samengesteld door zijn zoon Louis Heldring (Leiden, 1881).

Archief

De collectie van de Stichting Het Réveil-Archief, in bruikleen bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, bevat de deelcollectie Heldring die betrekking heeft 'op O.G. Heldring en de geschiedenis der Heldring-gestichten. De collectie heeft zeer geleden door oorlogsschade en het zijn slechts de resten die nadien in het Réveil-archief ondergebracht werden.' De deelcollectie Heldring bevat o.m. stukken die betrekking hebben op de "Heldring-Gestichten".

 

Het verenigingsarchief zelf wordt nog altijd beheerd door de OG Heldringstichting.

Het  bevat o.a. de jaarverslagen van de vereniging Bethel 1863-1933. (Dubois 340)

 

Het archief van het geslacht Heldring en aanverwante geslachten 1650-2002 wordt onder toegangsnummer 2.21.085 bewaard in het Nationaal Archief. De dossiernummers 78-91 hebben betrekking op ds. Ottho Gerhard Heldring, de oprichter van de Zettense inrichtingen en het doorgangshuis te Hoenderloo. Mogelijk bevat het archief gegevens m.b.t. deze inriching.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Pierson, H. (red. tot 1923), De Bode der Heldring-gestichten (Den Haag 1884-1941).