Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging het "Asyl Steenbeek"

Naam Vereeniging het "Asyl Steenbeek"
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Begindatum 1847 (oprichting)
Einddatum 1922 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Ongehuwde moeders, Prostituees
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen en vrouwen
Werkingsgebied Landelijk
Doelstelling

'opbeuring en teregtbrenging van boetvaardige gevallen vrouwen, die geheel vrijwillig zich ter opneming aanbieden of door anderen worden aanbevolen' (Calisch, 440)

 

Activiteit

het oprichten en instandhouden van Asyl Steenbeek te Zetten, een huis waar de vrouwen zich konden bekwamen in werk, in een sfeer van vergevingsgezindheid en liefde

Neemt deel aan

Het Asyl Steenbeek maakt, tezamen met Talitha Kumi, Bethel en, vanaf 1882, het Magdalenahuis, deel uit van de Zettense inrichtingen.

Neemt deel aan

Neemt, samen met "Beth Paleth", de overige Zettense inrichtingen en de zusterverenigingen, deel aan de christelijke filantropie van de Inwendige Zending. De zusterverenigingen zijn de verenigingen met een Doorgangshuis en verenigingen of commissies 'ter opbeuring’ te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Nijmegen, Leiden, Haarlem, Groningen en Arnhem. Vanaf de 80-er jaren kwamen al deze verenigingen, die enkele of al hun 'gevallenen' naar het Asyl Steenbeek stuurden, bijeen op de 'vluchtheuvel' te Zetten bij dat Asyl.

Heeft als afdeling(en)

correspondentschappen in het land o.a. te Middelburg en Haarlem (het minst in het katholieke Zuiden) die zorgden voor het innen van giften en contributie en die de zorg voor de 'gevallene' vrouwen op zich namen. Zij stuurden 'hun meisjes' zonodig naar Steenbeek.

Aangesloten bij

de in 1901 opgerichte, te Amsterdam gevestigde Centraal-Bond van Christelijk-philantropische Inrichtingen in Nederland, tezamen met de overige Zettense inrichtingen.

Oprichters

Ds. Otto G. Heldring

Bestuursleden

In 1852: O.G. Heldring, predikant te Hemmen, president, mr. J. Messchert van Vollenhoven, wethouder te Amsterdam, secretaris en C.P. van Eeghen, thesaurier. Voorts de bestuursleden: dr. N. Beets, predikant te Heemstede, mr. J.J. Teding van Berkhout, lid van de Raad van Amsterdam, mr. J.I.L. van der Brugghen, president van de Arondissementsrechtbank te Nijmegen, prof. J.I. Doedes, predikant te Rotterdam en Josua van Eik te Amsterdam, I.C. Lentz, Luthers predikant te Amsterdam, B.F. baron van Verschuer, lid van de Provinciale Staten van Gelderland, mr. Jeronimo de Vries, Jerzn., kantonrechter te Amsterdam.

In 1860 blijken eveneens tot het bestuur te zijn toegetreden: ds. M. Cohen Stuart te Utrecht, ds. P. van der Goot Pzn. te Amsterdam en mr. G.H. de Marez Oijens eveneens te Amsterdam; in 1865: dr. A. Scholl van Egmond te Nijmegen; afgetreden blijkt mr. J.I.L. van der Brugghen.

In 1870 blijkt toegetreden: baron van Lijnden van Hemmen, en uitgetreden: geen.

In 1883 wordt het bestuur gevormd door: prof. N. Beets te Utrecht; mr. M. Bichon van IJsselmonde te IJsselmonde, J.W.H. Crommelin te Amsterdam, prof. J.I. Doedes te Utrecht, C.P. van Eeghen te Amsterdam, penningmeester, ds. L.J. Heldring te Arnhem, ds. L.C. Lentz te Amsterdam, baron van Lijnden van Hemmen te Hemmen, mr. G.H. de Marez Oijens te Amsterdam, W.M. Oppedijk te IJlst, ds. H. Pierson, directeur van Steenbeek, jhr. mr. W. Roëll te Amsterdam, C. Roosmale Nepveu, secretaris te Amsterdam, J.G. Sillem te Amsterdam, O.W. Star Numan te Den Haag, J.R. Steinmetz te Den Haag, R.F. baron van Verschuer te Arnhem en jhr. van Weede van Dijkveld te Utrecht.

In 1884 blijken afgetreden: ds. L.J. Heldring, mr. G.H. de Marez Oijens en R.F. baron van Verschuer.

In 1890: ds. L.C. Lentz is tot erelid gepromoveerd; van de leden zijn afgetreden: mr. M. Bichon van IJsselmonde te IJsselmonde en C.P. van Eeghen te Amsterdam en toegetreden is A.W. van Eeghen jr. te Amsterdam.

Eigen gebouw (adres)

De eigen instelling "Asyl Steenbeek" te Valburg-Zetten.

Verantwoording gegevens

Algemeen:

M. Bossenbroek en J. H. Kompagnie, Het mysterie van de verdwenen bordelen. Prostitutie in Nederland in de negentiende eeuw (Amsterdam 1998).

A. van Drenth en Francisca de Haan, The rise of caring power  Elisabeth Fry and Josephine Butler in Britain and the Netherlands (Amsterdam 1999).

ad (bestuurs)leden:

O.G. Heldring (red.), Magdalena. Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek (Amsterdam 1e jrg. 1853) 75-109 en (Amsterdam 8ste jrg. 1860) 171 e.v.

M. Cohen Stuart, (red.), Magdalena Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek, Amsterdam, 13e jrg. (1865) 158 e.v.

J.A. Schuurman Johzn. en L.R. Beyen (reds.), Magdalena, Evangelisch jaarboekje, uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek (Amsterdam, 18de jrg. 1870 ) 189 e.v.

H. Pierson en W. van den Bergh (reds.), Magdalena Evangelisch jaarboekje, uitgegeven ten voordeele van het Asyl Steenbeek (Amsterdam, 31ste jrg. 1883) III-VII en 'Het verslag van den staat en de Verrichtingen van het Asyl Steenbeek'.

H. Pierson, W. van den Bergh en I. Esser (reds.), Magdalena Evangelisch jaarboekje, uitgegeven ten voordeele van het Asyl Steenbeek (Amsterdam 32ste jrg. 1884) 185 e.v.; (Amsterdam 38ste jrg. 1890) 157 e.v.

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 706;

H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.), Tijdschrift voor Armenzorg, 2ste jrg. (1901) 2 en 3.

ad archiefgegevens en laatste vermelding:

O.W. Dubois, Reddende liefde. Het werk van de Heldringstichtingen in Zetten 1847-2010 (Hilversum 2010) 309, 340.

ad publicaties van de vereniging, uit:

C. Willems-Bierlaagh, Nederlandse vrouwentijdschriften 1800-1945, bibliografische lijst (Amsterdam 1992) 26-27.

Opmerkingen

ad laatste vermedling:

Wanneer precies het Asyl Steenboek ophield als opvanghuis te functioneren is niet duidelijk. Het gebouw brandde in 1971 af. (zie: http://www.protestant.nl/encyclopedie/historische-encyclopedie/steenbeek)

Hier is 1922, jaar van uitgave van het gedenkboek ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan, als jaar van laatste vermelding aangehouden.

ad levensbeschouwing:

protestants (hervormd)

ad leden en correspondenten:

Blijkens het jaarboekje voor 1853 telde de vereniging behalve Prins Frederik der Nederlanden als donateur ook: 6 donateurs en 44 leden-contribuanten in Amsterdam, 4 leden in Arnhem, 1 in Alkmaar, 4 in Amersfoort, 1 in Apeldoorn, Barnevelt, Batavia, Breda, Dieren en Ede, 46 donateurs en 26 contribuerende leden in Den Haag (onder wie vele dames van adel zoals de douairières van Hogendorp, van Alphen, Dedel, Dedel geb. Curver Hooft; de freules Slingendonck, A.E. van Slingenlandt, de freules D.S. van der Dussen, de freules F.v.Z., de Meij van Streefkerk, de freules A. en E. van Slingenlandt, de freules van Lijnden, L.A. Trip van Zoutelande, van der Dusse, en M.C. Dedel; de Gravin van Hohenlohe. Voorts 2 baronnen: A.E. Mackay en Schimmelpenninck. 4 leden te Haarlem, 1 te Leiden, Leijerdorp en Middelburg, 11 te Nijmegen, 3 te Rotterdam, 7 te Sneek, 2 te Spankeren, 1 donateur en 3 leden te Utrecht, 1 te Vlaardingen, 4 te Voorst, 1 te Vorden, te Wageningen, 13 te Zwolle, 1 lid en 1 donateur te Zutphen en nog 3 overige donateurs. Deze tezamen brachten f. 785,73 aan contributie en f. 888,85 aan giften op.

De inkomsten en uitgaven van het Asyl bedroegen over het eerste half jaar van 1852 f. 6525,39.

jaarboekje voor 1860

Van de 54 correspondenten vermeld in het 12e 'Verslag van den staat en verrigtingen van het Asyl' in het jaarboekje voor 1860 waren er 34 dominee. Er waren geen vrouwelijke correspondenten.

In 'Bijlage B. [van dit jaarboekje] Lijst der bestaande vereenigingen tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen' worden de hierboven onder relaties vermelde 'commissiën' of 'Vereenigingen tot opbeuring' genoemd, inclusief de namen van de leden.

jaarboekje van 1865

Van de 71 correspondenten vermeld in het verslag van de Vereniging over 1863/64 in het jaarboekje van 1865 waren er 40 predikant. In 'Bijlage B [van dit jaarboekje] Lijst der bestaande Vereenigingen tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen', worden de onder relaties genoemde 'commissiën' of 'vereenigingen tot opbeuring' inclusief de namen van de leden.

jaarboekje voor 1870

Van de 69 correspondenten vermeld in het verslag van de Vereniging in het Jaarboekje voor 1870 waren er 40 predikant. Geen verandering in de eerder opgesomde 'Commissiën' of Vereenigingen tot opbeuring'. De enige correspondentschap in het katholieke Zuiden was gevestigd in Breda. Er waren geen vrouwelijke correspondenten.

het jaarboekje voor 1883

87 van de 169 in het jaarboekje voor 1883 vermelde correspondenten in het land waren predikant, 11 hadden een academische, 2 een adelijke titel.

Vier correspondentschappen waren gevestigd in het katholieke Zuiden, namelijk te Breda, Heusden, Ravestein en Lage Zwaluwe.

Van de 164 correspondenten in 1884 waren er 79 predikant, droegen 2 een adelijke titel en 11 een academische. Er waren 4 vrouwelijke correspondenten. 5 van de correspondentschappen waren gevestigd in het katholieke Zuiden.

Van de 169 correspondentschappen in 1890 waren er slechts twee in het Katholieke Zuiden gevestigd, namelijk te Heusden en Sittard.

82 van de 175 correspondenten waren dominee, op één jonkvrouwe na voerden geen correspondent een adellijke titel; er waren onder de correspondenten vrouwen.

 

In 1875 en in 1880 waren Bernard Hendrik Carp en dr. Fredrik Pieter Jacob Sibmacher Zijnen correspondenten voor Middelburg (uit: Zeeuwsch jaarboekje en Middelburgsche naamwijzer 1875 en 1880 (Middelburg 1875 en 1880).

In 1891 bestond in Haarlem een ondersteuningscommssie voor het Asyl gevormd door de heren: H. Smeding, G.A. Hoog en A.F. van Kampen.' (uit: Jaarboekje voor de Stad Haarlem voor 1891 (Haarlem 1891) 195.

ad activiteit;

Uit het Tijdschrift voor armenzorg, bovengenoemd, op pagina 3:

'Sedert de oprichting van het Asyl tot op 1 Dec. 1900 werden er 1741 vrouwen opgenomen. Er is plaats voor 51 maar de laatsten tijd zijn er nogal eens plaatsen open. Dat komt doordat de doorgangshuizen ons veel werk uit de handen nemen.' 

In hetzelfde artikel wordt het Asyl 'in vele opzichten het middelpunt van de Christelijke Philantropie in Nederland' genoemd.



Literatuur


Toon literatuur over de vereniging

Literatuur over de vereniging


Verberg literatuur over de vereniging
  • Dubois, O.W., Reddende Liefde. Het werk van de Heldringgestichten in Zetten 1847-2010 (Hilversum 2011).

Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Magdalena Evangelisch Jaarboekje, ten behoeve van het Asyl Steenbeek (Amsterdam 1853 -).
  • Verslag van den staat en de verrigtingen van het Asyl Steenbeek (Amsterdam 1849-19X).
  • Uit verlies winst: gedenkboek van het 75-jarig bestaan van de Vereeniging het Asyl Steenbeek (z.p 1922).
  • Heldring, L. (red.), Gedenkboek van het vijf en zeventig jarig bestaan van de Vereeniging Het Asyl Steenbeek 1847-1922 (Groningen 1922).