Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

'De vereniging stelde zich onder andere ten doel:
De behartiging van de sociale en economische belangen van haar leden in de meest ruime zin. (...)
Het eventueel vormen van afzonderlijke kassen en of fondsen voor bepaalde doelstellingen. (...) (inleiding archiefinventaris)

naast het verlenen van hulp na overlijden van leden, die voor die hulp tijdens hun leven betaald hadden, indien mogelijk ook ondersteuning van behoeftige niet-leden als de financiële middelen toereikend waren.

naast het verlenen van hulp na overlijden van leden, die voor die hulp tijdens hun leven betaald hebben, indien mogelijk ook ondersteuning van behoeftige (nabestaanden van) niet-leden als de financiële middelen toereikend waren.

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 913.   

gegevens ontleend aan de inventaris van het verenigingsarchief

J.J. van den Hoek Ostende, De geschiedenis van het College Zeemanshoop 1822-1872 (Amsterdam 1972) 8-9.

De ondergenoemde publicatie van de vereniging is te raadplegen in de bibliotheek van het Friesch Scheepvaartmuseum.

ad doelstelling en activiteit:

Blankenberg rechtvaardigt aldus de opneming van 'zeemancollegiën' in zijn overzicht van weldadige instellingen: 'Zeemanscollegiën, hoewel in den regel slechts hulp verleenende na overlijden van hare leden, die voor die hulp tijdens hun leven betaald hebben, worden niettemin hier vermeld, 1^e omdat zij voor een groot deel alleen tot hunne uitkeringen in staat zijn door vrijwillige bijdragen van anderen en 2^e omdat zij ook wel eens aan behoeftige niet-leden te hulp komen.' (902)

Ook Van den Hoek Ostende wijst op het 'oorspronkelijke charitatieve karakter' van de zeemanscolleges te Amsterdam (Zeemanshoop) Groningen ((Eendracht) en, later, 'Delfzijl, Dordrecht, Harlingen, Den Helder en op Ameland (...).'

ad leden:

belanghebbende zeelieden en belangeloze gevers

ad richtgroep:

belanghebbende zeelieden en hun nabestaanden