Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen te Amsterdam

Naam Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen te Amsterdam
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Begindatum 1846 (oprichting)
Einddatum 1899 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Ongehuwde moeders, Prostituees
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

‘opbeuring en teregtbrenging van boetvaardige gevallen vrouwen die geheel vrijwillig zich ter opneming aanbieden of door anderen worden aanbevolen.'

Activiteit

De vereniging ondersteunt 'hare morele pogingen wel doorgaans ook met geldelijke uitgaven, maar soms vereischen hare bemoeijingen slechts weinig kosten; ja dikwijls geschiedt het hulpbetoon geheel zonder kosten, wanneer de jeugdige gevallenen of met hare ouders worden verzoend, of wanneer berouwhebbenden bij de toespraak des leeraars tevens in weldenkende, liefdadige vrouwen, bij welke zij eene dienst bekomen, eenen steun vinden. Enkelen worden voor rekening der vereeniging toevertrouwd aan de zorg van de directrice van het "Asyl Steenbeek".' (Calisch 1850)

Medio 50-er jaren van de 19e eeuw stichtte de vereniging een "Doorgangshuis', waar zij de vrouwen die voorheen naar Steenbreek gezonden werden voortaan zelf opving in samenwerking met de Damesvereeniging. Na de oprichting van Beth Paleth in 1882 door  H. Pierson (van Asyl Steenbeek) het 'oude doorgangshuis' genoemd tegenover Beth Paleth als 'het nieuwe'.

Neemt deel aan

Neemt, samen met zusterverenigingen, deel aan de christelijke filantropie van de Inwendige Zending. De zusterverenigingen zijn de verenigingen met een Doorgangshuis en verenigingen of commissies 'ter opbeuring’ te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Nijmegen, Leiden, Haarlem, Groningen en Arnhem. Vanaf de 80-er jaren kwamen al deze verenigingen, die enkele of al hun 'gevallenen' naar het Asyl Steenbeek stuurden, bijeen op de 'vluchtheuvel' te Zetten bij dat Asyl.

Werkt samen met

de Dames-Vereenging voor boetvaardigen te Amsterdam, opgericht in 1851, met welke zij drie bestuurders gemeen heeft.

Werkt samen met

Vereeniging Asyl Steenbeek te Zetten, opgericht in 1847.

Oprichters

Jeronimo de Vries, kantonrechter te Amsterdam.

Bestuursleden

in 1852: G.A. van Limburg Brouwer, theol. doctor, M.J. Verkouteren, med. doctor, C.P. van Eeghen, C.B. Tilanus en G. Voorhelm Schneevoogt, hoogleraren in de geneeskunde, J. Muntendam, hervormd predikant, L.C. Lentz, Evangelisch Luthers predikant te Amsterdam en mr. Jeronimo de Vries Jerzn.

Lentz, Van Eeghen en De Vries zijn tevens bestuurslid van het Asyl Steenbeek.

in 1860: toegetreden tot de commissie: ds. P. van der Goot Pzn.; dr. J.P. Hasebroek, ds. P.R. Hugenholtz; uitgetreden: geen.

in 1865: ongewijzigd

in 1870: G.A. van Limburg Brouwer en prof. G.E. Voorhelm Schneevoogt benoemd tot 'honorair' lid; geen andere mutaties.

in 1884: toegetreden tot de Commissie blijken inmiddels: mr. C.A. Chais van Buren; dr. E. Laurillard, ds. J. Postumus Meyes, dr. W.C. Postumus Meyes, en mr. H.N. Teding van Berkhout; afgetreden blijken: C.B. Tilanus, prof. G.E. Voorhelm Schneevoogt, mr. Jeronimo de Vries Jerzn.

in 1890: tot erelid benoemd: dr. J.P. Hasebroek, ds. L.C. Lentz en ds. J. Postumus Meyes; toegetreden: geen, afgetreden: geen.

Eigen gebouw (adres)

Het Doorgangshuis op de Bloemgracht, hoek Baangracht. (Calisch)

Blankenberg c.s. vermelden in de Gids 'een doorgangshuis (3e Hugo de Grootstraat 7)'.

Verantwoording gegevens

Algemeen: 

50 Jaar Fiom 100 jaar ongehuwde moederzorg .... een historische schets .... (Den Bosch 1980) FIOM-informatiebulletin. [Fiom betekent: Nederlandse vereniging van organisaties voor hulpverlening bij zwangerschap en alleenstaand ouderschap]

N.S. Calisch, Liefdadigheid te Amsterdam Overzigt van al hetgeen in Amsterdam wordt verrigt, ter bevordering van de stoffelijke, zedelijke en godsdienstige belangen, voornamelijk der minvermogenden en behoeftigen (Amsterdam 1851) 439-440. (Uit echte bronnen bijeengebracht door NSC)

ad relaties:

'Verslag van de vijfde algemeene samenkomst voor Inwendige Zending te Amsterdam' in: Bouwsteenen. Tijdschrift voor de Inwendige Zending 1e jrg. (1882) 241-242.

O.G. Heldring (red.), Magdalena. Evangelisch Jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek (Amsterdam 1e jrg. 1852).

'Het verslag van den Staat en Verrigtingen van het Asyl Steenbeek' in Magdalena. Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek, voor de jaren 1852, 1860, 1865, 1870, 1883, 1884 en 1890. De redactie werd in deze jaren achtereenvolgens gevoerd door O.G. Heldring (1852 en 1860), M. Cohen Stuart (1865), J.A. Schuurman Johnszn. en L.R. Beyen (1870), H. Pierson, W. v.d. Bergh en I. Esser (Amsterdam 1883, 1884 en 1890).

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 708, 709.

Archief

De collectie van de Stichting Het Réveil-Archief, in bruikleen bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, bevat de deelcollectie Heldring die betrekking heeft 'op O.G. Heldring en de geschiedenis der Heldring-gestichten. (...) De collectie heeft zeer geleden door oorlogsschade en het zijn slechts de resten die nadien in het Réveil-archief ondergebracht werden'. De verzameling bevat o.m. stukken die betrekking hebben op de Vereeniging "Tot opbeuring van boetvaardige gevallen vrouwen" (Notulen 1846-1875; 1887-1896 en Financieel rapport 1849-1870).'



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Verslag van de Vereeniging tot Opbeuring van boetvaardige gevallen vrouwen, te Amsterdam, aan hare stadgenooten (Amsterdam 1848-1877).