Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Damesvereeniging voor Boetvaardigen

Naam Damesvereeniging voor Boetvaardigen
Alternatieve namen
  • Dames-Comité van de Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallen vrouwen (uit de 'Lijst der bestaande vereenigingen tot opbeuring van boetvaardige gevallen vrouwen')
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Begindatum 1851 (eerste vermelding)
Einddatum 1890 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Ongehuwde moeders, Prostituees
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Vrouwen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

'Zij stelt zich ten doel: voornamelijk die vrouwen en meisjes, welke zich tot de Amsterdamsche heeren-vereeniging "Tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen te Amsterdam" gewend hebben, behulpzaam te zijn in het zoeken eener patrones, welke haar of naar het Asyl Steenbreek te Zetten opzenden, of elders verzorgen of doen verzorgen; zij stelt zich ook ten doel die vrouwen en meisjes, welke in het Asyl Steenbeek zijn opgenomen geweest, en vandaar herwaarts terugkeeren, alhier zoveel mogelijk na te gaan, onder christelijk toezigt te houden, en verder te helpen.' (Calisch in 1851)

Activiteit

De Damesvereeniging werkte nauw samen met de (mannen)Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen (en meisjes) te Amsterdam. Om bovengenoemd doel van de vereniging te bereiken neemt elke 'dame' 'zoveel doenlijk eene of meer van de zoodanigen onder hare leiding en tracht die, hetzij alleen, hetzij daarin door de andere dames bijgestaan, naar ziel en ligchaam op den beteren weg te brengen, immers te behouden en te bevestigen.'

Vanaf medio 50er jaren hielp de Dames-vereeniging de 'Heerenvereeniging' tot opbeuring van boetvaardige gevallen vrouwen door het door de heren opgerichte Doorgangshuis aan de Bloemgracht in stand te houden.

Werkt samen met

de 'heerenvereeniging' Tot opbeuring van boetvaardige gevallen vrouwen, opgericht in 1846 en gevestigd te Amsterdam.

Werkt samen met

de Vereeniging Asyl Steenbeek.

Neemt deel aan

Neemt, samen met zusterverenigingen, deel aan de christelijke filantropie van de Inwendige Zending. De zusterverenigingen zijn de verenigingen met een Doorgangshuis en verenigingen of commissies 'ter opbeuring’ te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Nijmegen, Leiden, Haarlem, Groningen en Arnhem. Vanaf de 80-er jaren kwamen al deze verenigingen, die enkele of al hun 'gevallenen' naar het Asyl Steenbeek stuurden, bijeen op de 'vluchtheuvel' te Zetten bij dat Asyl.

Oprichters

Mw. Ida Gregory-Pierson, geboren Oyens, wed. Caroline de Clercq-Boissevain, mw. Voûte Waller, wed. Jacob Hartsen-van de Poll en mw. Messchert van Vollenhoven-van Lennep.

 

Bestuursleden

In 1890 wordt in de 'Lijst der bestaande vereenigingen tot opbeuring van boetvaardige gevallen vrouwen' voor het eerst ook dit "Dames-Comité" genoemd. Het Comité of de vereniging werd toen gevormd door de dames: Dre. van Loon Voorbergh, P.A. Gunning-Pierson, T. Kuiper-Hovens Greve, de wed. Kraus-Roesch en de wed. Schouwenburg-de Marez Oyens, Muller-Doyer, Swellengrebel-De Graaf en Pierson-Waller. (Evangelisch jaarboekje 1890 bijl. B.)

Verantwoording gegevens

N.S. Calisch, Liefdadigheid te Amsterdam Overzigt van al hetgeen in Amsterdam wordt verrigt, ter bevordering van de stoffelijke, zedelijke en godsdienstige belangen, voornamelijk der minvermogenden en behoeftigen (Amsterdam 1851). [Uit echte bronnen bijeengebracht door N.S.C.]

H. Pierson, 'Eene vergadering op den vluchtheuvel te Zetten' in: Bouwsteenen. Tijdschrift voor inwendige zending, dr. L. Heldring (red.) 1e jrg. (1882) 337-338 en 'Tweede Bijeenkomst op den vluchtheuvel', t.a.p., 2e jrg. (1883) 338-345.

H. Pierson, W. v.d. Bergh en I. Esser (reds.), 'Het verslag van den Staat en Verrigtingen van het Asyl Steenbeek', in: Magdalena. Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek, voor het jaar 1890 (Amsterdam 1890) 32 en 33. In 'Bijlage B. [van dit jaarboekje] Lijst der bestaande vereenigingen tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen' worden de hierboven onder relaties vermelde 'commissiën' of 'Vereenigingen tot opbeuring' genoemd, inclusief de namen van de leden.