Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Liefdewerk van de Heilige Liduina, 1852-1853, Vereeniging Liduina van de heilige Elisabeth, 1853-1969

Naam Liefdewerk van de Heilige Liduina, 1852-1853, Vereeniging Liduina van de heilige Elisabeth, 1853-1969
Opmerkingen over naam Omdat Liduina van Schiedam in 1852 nog niet heilig was verklaard, werd de naam in 1853 gewijzigd in Vereeniging Liduina van de heilige Elisabeth (inleiding inv.)
Plaats Den Haag
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 1 juli 1852 (oprichting)
Einddatum 1962 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing rooms-katholiek
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Zieken
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Vrouwen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

het bezoeken en ondersteunen van rooms-katholieke zieken en, vanaf 1865, ook van rooms-katholieke kraamvrouwen

Activiteit

Desgevraagd werd direct onderstand verleend 'in melk en eieren'. Over verdere hulp besliste de vergadering van ongeveer 30 dames. Het onderzoek vond plaats door 2 dames tegelijk. Als tot ondersteuning werd besloten werd 3 maal per week een portie soep of ander eten verschaft. Een ondersteund gezin werd elke week door 2 dames bezocht, maar niet langer dan 3 maanden. De beide dames letten zowel 'op de zedelijke als op de stoffelijke belangen van het gezin'. De voorwaarden voor ondersteuning werden naar gelang de stand der financiën aangepast.

Spoedig na de oprichting tot 1857 werden ook kraamvrouwen bezocht; vanaf 1857 werd deze categorie uit de zorg wegbezuinigd, tenzij de kraamvrouwen 'echt' ziek waren. Terzelfder tijd werd ook besloten niet langer steun aan de ongeneeslijk zieken te geven.

Vanaf 1865 werden rooms-katholieke behoefde gehuwde kraamvrouwen meer structureel geholpen dankzij het opgerichte Liefdewerk der kraamvrouwen: zij ontvingen een luiermand met 25 stuks babykleertjes veelal vervaardigd door de werkende dames-leden.

Sedert 1873 had de vereniging recht op advisering over de bezetting van twee bedden in het ziekenhuis St. Johannes de Deo.

Werkt samen met

een zekere pragmatische samenwerking met de St. Vincentiusvereniging. Ondanks "Het beginsel dat onze Conferentiën gehouden moeten worden verwijderd van Vereenigingen van Dames, zich met liefdewerken bezighoudende" vergaderden de dames - tot in 1866 het eigen Liduinahuis betrokken kon worden - in het Vincentiusgebouw, waar ook het magazijn en de kookruimte gevestigd waren en vanwaaruit de bedeling plaats vond.

Werkt samen met

de Kraamvrouwen-Vereeniging die het Liefdewerk der Kraamvrouwen beoefenden, vanaf 1865. De presidente daarvan moest tevens presidente van de Liduinavereenigng zijn, met verder afzonderlijke medebestuursters naast zich, een soort personele unie.

Heeft als deelnemer

onderafdeling de 'Jonge-dames steunvereniging' van Zelatrices, die vanaf 1899 door wekelijkse collecten het voortdurende optredend kastekort hielp wegwerken.

Werkt samen met

de Vereeniging van de H. Johannes de Deo, opgericht in 1872 en eveneens gevestigd te Den Haag.

Oprichters

De dames Hanlo-ten Sande en Van der Horst-Van der Kun namen het initiatief en leidden samen met de president van de hoofdraad van St. Vincentius te Den Haag, A.J.L.M. Lux, de oprichtingsvergadering.

Bestuursleden

Een belangrijk bestuurslid was Mevrouwe Schiefbaan-Hovius

Voorts in 1894, 1899 en 1903:

Mevr. E. Hanlo-de Sonnaville, presidente, tevens lid van de Kraamvrouwen-Vereeniging in 1894 en 1899; mej. J. de Brauwere, 1e vice-presidente in 1894, 1899 en 1903; mevr. Smit- Van Velzen, penningmeesteresse in 1894 en 1899, mej. H. Hanlo, magazijnmeesteresse in 1894, 1899 en 1903, tevens lid van de afdeling Kraamvrouwen-Vereeniging in diezelfde jaren; mej. C. Mutsaers, secretaresse in 1894 en 1899 en presidente in 1903; mej. Van Erven Dorens, vice-secretaresse in 1894, 1899 en 1903.

Eigen gebouw (adres)

vanaf 1866: het Liduinahuis, Westeinde 66 te Den Haag

Van 1889 tot 1894 bood het Liduinahuis op het Westeinde onderdak aan de zusters van de H. Carolus Borromeus uit Maastricht, die de ziekenverzorging (verbinden, verbedden en waken) in de wijk overnamen, evenals het koken van de uit te delen spijzen. De zusters besloten in mei 1894 een eigen gebouw te kopen, hiertoe in staat gesteld door het openen van een dames-pension voor welgestelde oudere dames; dit werd Prinsengracht 36 in Den Haag. De Liduinavereniging volgde de zusters en kochten het naastgelegen pand nr. 32, waar toen ook weer plaats was voor de vroegere huisgenoot de St. Aloysiusvereeniging.

Vergaderplaats

Het gebouw van de St. Vincentiusvereeniging, Westeinde 99 in Den Haag; vanaf 1866 in het eigen gebouw, het Liduinahuis, Westeinde 66 te Den Haag dat vanaf 1894 gevestigd was op de Prinsengracht nr. 32.

Verantwoording gegevens

ad activiteit en opmerking over inkomsten:

Ph. Falkenburg, Armenzorg in Nederland deel III: Gemeente 's-Gravenhage (Amsterdam 1897) 260-262. (In opdracht der Vereeniging voor de staatshuishoudkunde en de statistiek bewerkt door Ph.F.)

ad bestuursleden:

Pius-Almanak voor het jaar des Heeren 1894 (Alkmaar 1894) 485.

Pius-Almanak. Jaarboekje voor de Katholieken van Nederland voor het jaar des Heeren 1899-1900 (Alkmaar 1899) 295.

Onze Pius-Almanak voor het jaar des Heeren 1903 (Alkmaar 1903) 632.

Overige gegevens;

De inleiding op de inventaris van de Vereeniging Liduina van de heilige Elisabeth.

L.M.L van Rijckevorsel, Honderdvijftig jaar Geschiedenis van de Stiching Liduina Fonds 1852-2002 (Den Haag 2002).

Vermeld in 

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 737.

Opmerkingen

ad naam:

de Pius-Almanakken spreken van de Ludwina-Vereeniging

ad einddatum:

datum van omzetting van de vereniging in de Stichting Liduina Fonds 

ad oprichters:

Tegelijk met de oprichtsters traden 23 van de 30 genodigde 'dames' op 1 juli 1852 tot de vereniging toe.

Erkenning van de vereniging: kerkelijke erkenning gaf de internuntius in zijn schrijven van 4 juli 1852; gemeentelijke erkenning kwam desgevraagd in 1854; daarmee bleek de een jaar later aangevraagde koninklijke goedkeuring niet meer nodig te zijn.

inkomsten:

Falkenburg geeft tabellen m.b.t. de ondersteuning, de omvang en kosten ervan.

Collectes op de wekelijkse vergaderingen leverden vaak grote bedragen op van de werkende dames-leden, terwijl ook de daar aangebrachte 'eereleden' zoals men de contribuerende leden noemde, een aanzienlijke inkomstenbron vormden.

Voorts legaten, geregelde giften van vooraanstaanden, al dan niet ter gelegenheid van een gedenkwaardige gebeurtenis. Ook het vorstenhuis schonk regelmatig, Sophie in het eerste jaar al f. 100.

Een kleine maar constante bron van inkomsten vormden de boetes die, bij niet of te laat verschijnen op de wekelijkse vergaderingen, werden opgelegd.

In 1865 schonk het echtpaar Schiefbaan-Hovius het pand Westeinde 38 aan de Theresiakerk aldaar, terwijl de Liduinavereeniging er een vergaderzaal en ruimtes voor magazijn en spijskokerij zou krijgen. Na ruzie met het kerkbestuur over de verdeling van de ruimten, schonk Schiefbaan een jaar later het gehele pand aan de Liduinavereeniging en gaf nog een legaat van f. 5000 te besteden aan het onderhoud van het pand.

In tijden van tekorten lukte het vaak om deze via loterijen e.d. weer weg te werken.

Archief

Het archief van de Liduinavereeniging van de H. Elisabeth (en opvolgers) 1852-2002 wordt onder toegangsnummer 1145-1 bewaard in het Haags Gemeentearchief onder de titel: archief van de St. Liduina Stichting (inventaris; 1,5 m.; openbaar).

'Stukken betreffende de H. Liduina-vereeniging van de H. Elisabeth voor huisbezoek van arme zieken te 's-Gravenhage 1854-1855, 1865-1878, 1884, 1886, 1890-1939, 1941' bevinden zich in het archief van het Bisdom Rotterdam dat onder nr. 3.18.01.02 wordt bewaard in het Nationaal Archief.

Toon archiefinfo
Verberg archiefinfo

Naam archiefbewaarplaats Haags Gemeentearchief
Naam collectie Sint Liduina Fonds 1852-2002
Beheersnummer 1145-1
Toegang inventaris
Openbaarheid volledige openbaarheid
Notulen ja

Verslagen van vergaderingen van het bestuur en van algemene ledenvergaderingen, 1852-1963.

Correspondentie ja

Ingekomen en minuten van uitgaande stukken, 1852-1960.

Financiƫle stukken ja

Testamenten, ca. 1853-1937;

Stuk bevattende een extract van het testament van C.J. Schiefbaan, 1868;

Stukken betreffende verzekeringen en hypotheken, ca. 1877-1945.

Overige stukken ja

"Na zestig jaren" , gedenkboek, 1912.

Opmerkingen algemeen

Het archief is zeer onvolledig; een groot deel is verloren gegaan tijdens het bombardement van het Bezuidenhout op 3 maart 1945.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Na zestig jaren: een verslag der vereeniging Liduina van de H. Elisabeth (1852 - 1 juli 1912).
  • Algemeen Verslag der Dames-Vereeniging Liduina, van de H. Elisabeth, tot het bezoek der arme zieken te 's-Gravenhage, loopende van 1 Januarij 1865 tot 1 Julij 1872 (Den Haag 1872).
  • Na honderd jaar. Gedenkboek der Vereeniging Liduina van de H. Elisabeth 1852-1 juli 1952 (Den Haag 1952).
  • Rijckevorsel, Laetitia M.L. van, Honderdvijftig jaar. Geschiedenis van de Stiching Liduina Fonds 1852-2002 (Den Haag 2002).