Schenk, Magdalena Geertruida (1907-1991)

 
English | Nederlands

SCHENK, Magdalena Geertruida (geb. Rotterdam 16-1-1907 – gest. Amsterdam 8-8-1991), journaliste, verzetsvrouw. Dochter van Carel Pieter Schenk (1877-1938), houthandelaar, en Catharina Röder (1887-1955). Magdalena Schenk bleef ongehuwd.

Magdalena (Lenie) Schenk werd geboren als oudste in een Nederlands-hervormd gezin met vier kinderen – uit een eerder huwelijk had haar vader eveneens vier kinderen. Het huis in Rotterdam waar zij opgroeide was zo groot dat de kinderen er op zolder leerden fietsen. Haar moeder was actief in sociaal werk en de oecumenische beweging.

Lenie doorliep de meisjes-hbs en ging in 1926 Nederlandse letteren en geschiedenis studeren in Utrecht. Na haar afstuderen in 1931 werd zij assistente (in Nederland) van Pieter Geyl, die in Londen hoogleraar Nederlandse geschiedenis was. Als bestuurslid van het Dietsch Studenten Verbond organiseerde zij in 1933 een alternatieve, meer humanistische herdenking van de vierhonderdste geboortedag van Willem van Oranje. Zij bezorgde voor die gelegenheid ook een uitgave van enkele van zijn teksten, met een uitvoerige historische inleiding. Datzelfde jaar publiceerde ze ook enkele bijdragen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant.

In januari 1934 werd Schenk secretaresse van de Amsterdamsche Vereeniging van Hervormden en redactrice van het bijbehorende, nieuwe weekblad Hervormd Amsterdam. De initiatiefnemer was de gefortuneerde zakenman A.C. Dake, lid van de Oxford-beweging, die hiermee meer leven in de Nederlands-hervormde kerk wilde brengen. De Vereeniging betrok in 1935 het huis De Codde-man aan de Nieuwezijds Voorburgwal (nr. 171), en Lenie Schenk huurde er twee kamers. Aan Hervormd Amsterdam werkte ook Jan B.Th. Spaan (1900-1969) mee, redacteur van de Telegraaf. Tussen hem en Schenk ontstond een hechte band – al was en bleef hij getrouwd – die tot zijn dood in 1969 zou duren. Samen begonnen ze in 1936 het weekblad Hervormd Nederland, dat tot 1944 is verschenen – na de oorlog werd het overgenomen door de Hervormde Synode en kwam er een nieuwe redactie. Ook publiceerden zij samen de bundel Gesprekken over jeugd en christendom (1937).

De Vrouw en Haar Huis

In 1938 vroeg Elisabeth Rogge, de tachtigjarige redactrice van het maandblad De Vrouw en Haar Huis, of Lenie Schenk haar wilde opvolgen. Op 1 mei 1939 nam deze inderdaad de leiding van dit verlichte doch deftige damesblad over. Net als Rogge was dra. M.G. Schenk (zoals zij zich zelf vanaf nu onveranderlijk noemde) de enige vaste medewerkster. Het huis De Codde-man werd ook van dit tijdschrift het redactieadres. De Vrouw en Haar Huis was gericht op ontwikkelde, beter gesitueerde vrouwen, en werd grotendeels ook geschreven dóór zulke vrouwen. Naast ‘vrouwelijke’ zaken als fraaie handwerken en opvoeding waren geschiedenis, kunst, verre culturen en ‘vrouwen van betekenis’ vaste thema’s. De oplage lag eind jaren dertig rond de twintigduizend, de uitgever was Van Holkema en Warendorf. Omdat Schenk van het geld dat deze betaalde niet kon leven, bleef zij ook andere dingen publiceren, zoals bundels kinderversjes, gelegenheidsboeken en vertalingen van populaire boeken uit het Engels en Duits.

In 1943 staakte Schenk haar werk voor De Vrouw en Haar Huis, nadat de Duitsers een NSB-bewindvoerder bij de uitgever hadden geplaatst. Samen met Jan Spaan ging ze anti-Duitse brochures schrijven. Haar huis was inmiddels een broedplaats van illegale activiteiten en een verdeelpunt voor clandestien drukwerk. De kring rond Hervormd Nederland, met markante figuren als Henk van Randwijk en Hebe Kohlbrugge, ontmoette elkaar hier, en een tijdlang werd het illegale Vrij Nederland er gemaakt. Daarnaast verbleven er voortdurend onderduikers en emigranten die via de ‘Zwitserse weg’ (vluchtroute) op het punt stonden Nederland te ontvuchten. De Codde-man deed dienst als bijkantoor voor de OD, de paramilitaire Ordedienst. Onder de trap stond een zender waarmee Jan Spaan inlichtingen over Duitse plannen (die hij te weten kwam als redacteur van de Telegraaf) naar Engeland doorseinde.

Na de bevrijding hervatte Schenk de redactie van De Vrouw en Haar Huis. Zij publiceerde nieuwe edities van de bundel radiotoespraken van koningin Wilhelmina en het Geuzenliedboek, die zij in de oorlog al illegaal had uitgebracht; nu werden ze vele malen herdrukt. Ze had goede contacten in hofkringen, onder meer met Rie Marsman-Barendregt en Jeanette Geldens, respectievelijk gezelschapsdame en particulier secretaresse van Wilhemina. Bovendien kenden Spaan en zij door hun werk voor de Engelsen in oorlogstijd de kleurrijke Denis Sefton Delmer, vriend van prins Bernhard en redacteur bij de Daily Express. Spaan en Schenk werden Nederlandse correspondenten voor de Express.

Haar tijd vooruit

In 1951 verscheen Schenks Encyclopaedie voor de vrouw. Practisch handboek voor het dagelijks leven, een fraaie Bezige Bij-uitgave met een keur aan medewerksters en -werkers, onder wie Annie Romein, Hella Haasse en Sis Heyster. In de inleiding schreef Schenk, zeer modern voor die tijd: ‘De moderne psychologie weet dat de mens allereerst mens is en dan pas man of vrouw; bovendien is geen man voor 100% man en geen vrouw voor 100% vrouw’ (p. 12).

Via Sefton Delmer bleven Jan Spaan en Lenie Schenk na de oorlog in contact met de Britse inlichtingendienst. Zo kon Schenk in juni 1956 de Nederlandse regering waarschuwen dat in de buitenlandse pers zou worden onthuld dat Prins Bernhard maatregelen wilde nemen om Juliana vanwege haar pacifisme en ‘zweverige’ denkbeelden ‘non compos mentis’ te laten verklaren. Daarover, en over de gebedsgenezeres Greet Hofmans had de prins uitvoerig met Delmer gesproken. Na afloop van de Greet Hofmans-affaire ontvingen Schenk en Spaan beiden een koninklijke onderscheiding (Ridder in de Orde van Oranje-Nassau).

In 1971 vertrok Schenk onvrijwillig bij De Vrouw en Haar Huis. Het blad had inmiddels een chic-moderne uitstraling en sneed steeds vaker maatschappelijke kwesties aan, maar verloor gestaag abonnees. Uitgever Strengholt, de derde in korte tijd, wenste een commerciëlere koers en halveerde de frequentie van verschijnen naar tweemaandelijks. Schenk werd bij dit alles gepasseerd. Zij was verontwaardigd en leverde verbeten tegenstand, maar verloor de strijd. Het laatste officieel onder haar bewind verschenen nummer is dat van maart-april 1971. Korte tijd later ging De Vrouw en Haar Huis op in Ideaal Wonen, dat drie jaar later ter ziele was.

Dra. M.G. Schenk werd nog datzelfde jaar hoofdredactrice van een vakblad voor bejaardenzorg, De Bejaarden, dat zij direct omdoopte in Senior. Hieraan heeft zij veertien jaar leiding gegeven. Een van de belangrijkste punten waarop zij hamerde bij lezingen en in interviews was dat de problemen van ouderen klassebepaald zijn: een inzicht waarmee zij haar tijd jaren vooruit was.

Ter nagedachtenis aan haar vriend J.B.Th. Spaan riep zij in 1974 een stichting in het leven die een naar hem genoemde, tweejaarlijkse prijs ging uitreiken aan iemand die op ‘opmerkelijke wijze’ een ‘artistieke of publicitaire’ bijdrage aan het bijbelse, geestelijke of kerkelijke leven in Nederland heeft geleverd.

Juliana-biografie

Dank zij haar betrekkingen in hofkringen – ook freule Wttewaall van Stoetwegen was een goede vriendin – was Schenk dé royalty-specialiste van Nederland. In koningsgezinde kringen echter veroorzaakte haar biografie Juliana, vorstin naast de rode loper (met als co-auteur Magdaleen van Herk-Schenk) in 1980 grote ophef omdat de auteurs niet de gebruikelijke, eerbiedige teneur hanteerden. Oranjeminnend Nederland was verontwaardigd; de auteurs zouden zelfs met de dood zijn bedreigd (Nieuwsblad van het Noorden 19/11/1980). Freule Wttewaal meldde via de Telegraaf (22/11/1980) dat ze rázend was.

Recensenten verbaasden zich over de kritische en demystificerende toon van dra. M.G. Schenk. Geert Mak schreef in De Groene Amsterdammer (26/11/1980) dat je zo’n boek pas in 2030 zou hebben verwacht. Bij de presentatie in Nieuwspoort op 21 november 1980 gaf dra. M.G. Schenk toe dat haar co-auteur Van Herk-Schenk haar oorspronkelijk slechts bij de research zou helpen, maar zeker negentig procent van het werk had gedaan omdat ze zelf langdurig ziek was geweest. Schenk heeft zich nooit van de biografie gedistantieerd, noch de eer ervoor gegund aan haar nicht (dochter van haar jongste broer). Het boek, gedrukt in 25.000 exemplaren, was snel uitverkocht en is nooit herdrukt.

Tot het eind van haar leven is Schenk in het huis de Codde-man blijven wonen; zij voelde zich thuis in de Nederlandse ‘Fleet street’, waar de ene krant na de andere vertrok. Begin augustus 1991 werd zij na een val opgenomen in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. Zij overleed daar op 8 augustus, 84 jaar oud.

Betekenis

Dra. M.G. Schenk was ruim dertig jaar een gezaghebbende journaliste in Nederland. Meer dan dertig jaar hield ze het verlichte maandblad De Vrouw en Haar Huis met veel energie draaiende. Zij was een echte broodschrijfster: chic als het kon, fanatiek als zij het nodig vond, met schrijftalent en geldingsdrang. Ze pakte alles aan en maakte ongegeneerd gebruik van haar vele contacten. In de oorlog deed zij met die eigenschappen goed werk. Zij was Nederlands eerste royalty-kenner, maar dat zij te boek staat als de schrijfster van de eerste serieuze biografie van koningin Juliana is, gelet op haar eigen uitspraak bij de presentatie van het boek, niet terecht.

Archivalia

  • Bijzondere Collecties Universiteit van Amsterdam: circa 200 brieven van M.G. Schenk, vooral uit 1970-’71.
  • IISG Amsterdam: kleine collectie archivalia mbt De vrouw en haar huis [URL: http://hdl.handle.net/10622/ARCH01797, geraadpleegd 19-1-2016].
  • Stadsarchief Amsterdam: nummer 30579 - Collectie personalia, inv. nr. 1601, M.G. Schenk.

Publicaties (een selectie)

Afgezien van de in bovenstaande tekst genoemde titels:

  • [met J.B.Th. Spaan], In de laatste ronde De Schildwacht (Amsterdam 1945) [illegale, gestencilde brochure].
  • ‘NZ Voorburgwal 171, Codde-man. 1935-1978. Belevenissen in een monument’, Maandblad Amstelodamum 65 (1978) 125-128.

Literatuur

  • Christel Jansen, De Vrouw en Haar Huis, ‘het oude blad voor de jonge vrouw’ (z.j. [vóór 1991] Amsterdam [scriptie UvA].
  • Michiel van Diggelen, Een blad om van te houden. Vijftig jaar Hervormd Nederland (Den Haag 1995).
  • Ileen Montijn, ‘De laatste doctoranda. Het onrustige bestaan van dra. M.G. Schenk’, Hollands Maandblad (2016) nr.3, 15-22.

Overige bronnen

  • E-mail-correspondentie met M.G. van Herk-Schenk, Uzès
  • Website Spaanprijs [geraadpleegd 19-1-2016].
  • Els Kloek en Marloes Huiskamp, Een dame met veerkracht. Honderd jaar Nederlandse Vrouwenclub/Lyceumclub Amsterdam (1923-2023) (te verschijnen Hilversum 2023) [verschenen na publicatie van dit lemma], passim.
  • Illustratie

    Lenie Schenk, door Co Zeylemaker, 1959 (Nationaal Archief / ANP).

    Auteur: Ileen Montijn

    laatst gewijzigd: 12/11/2022

    De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.