Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Nederlandsch genootschap ter zedelijke verbetering der gevangenen, afdeling Utrecht

Naam Nederlandsch genootschap ter zedelijke verbetering der gevangenen, afdeling Utrecht
Opmerkingen over naam Afwisselend wordt in de naam 'ter' en 'tot' zedelijke verbetering gebruikt; in 1946 verandert de naam in Nederlands Genootschap tot Reclassering
Plaats Utrecht
Provincie Utrecht
Begindatum 1824 (oprichting)
Einddatum 1975 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Gevangenen, Verwaarloosde kinderen
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen en vrouwen
Werkingsgebied Regionaal
Doelstelling

Uit het Reglement van het Genootschap ter zedelijke verbetering der gevangenen van 1827: B. Doel van het genootschap: (...)

art. 4: Het genootschap zal de zedelijke verbetering der gevangenen pogen te bevorderen: deels, terwijl dezelven nog zijn opgesloten; deels, en wel vooral, nadat zij de gevangenhuizen hebben verlaten. (Van Bemmelen268)

'Het doel van het Genootschap is tweeledig: a. om in den kerker gevangenen door godsdienst en andere gepaste middelen op te heffen van hunnen val en te wapenen tegen nieuw misdrijf (....); b. om, buiten den kerker 1. ontslagenen, die gedurende hunne gevangenschap of hun verblijf in eene Rijkswerkinrichting buitengewone blijken gaven van beteren zin, behulpzaam te zijn tot verkrijgen van een eerlijk bestaan, en 2. bovenal jeugdige ontslagenen, bij het verlaten van den kerker of van een der huizen van verbetering en opvoeding, te beveiligen tegen verleiding en herhaling van misdrijf.' (Blankenberg)

 

Activiteit

Regl. 1827 art. 5: ter bereiking van het eerstgemelde doel, zullen, voor rekening van het Genootschap, doelmatige geschriften, onder de gevangenen, ter lezing of ten geschenke, worden uitgereikt. (...)

art.8: Voorts zal de zedelijke verbetering der gevangenen, door allerlei meest doelmatige en voor het Genootschap bereikbare middelen worden bevorderd; als daar zijn: 1. Het oprigten van Scholen in de gevangenhuizen. 2. Het geven van doelmatig Godsdienstig onderwijs in dezelven. [Voorts: Steun aan godsdienstleraren in de gevangenis; zelfs het ter hand nemen van een opleiding tot dit beroep] art. 14: Ingevalle, het aan het Genootschap vergund worde, ten nutte der gevangenen, werkzaam te zijn, zullen nogtans altijd tweederde gedeelten van de finantiëele krachten des Genootschaps ten nutte der in vrijheid gestelden worden besteed; als zijnde de eersten, uit eigen aard, meer voorwerpen van de onmiddelijke zorg van het Gouvernement (...) de laatsten die van dit Genootschap. [Voorts art. 15 t/m 24 over vorm van bijstand: primaire hulp, waarvan de omvang zo mogelijk bij reglement zal worden vastgesteld; arbeidsbemiddeling; beloning van goed gedrag d.m.v. premies] (Van Bemmelen 268-273)

Blijkens het jaarverslag (over 1897) wordt door de afdelingsbesturen het volgende voor ontslagen gevangenen gedaan: ‘verstrekken van kleedingstukken, of gereedschap en kleeding, of kleeding en reisgeld; voorschotten tot voorziening in onderhoud; verschaffen van wekelijksche toelagen tot steun in verplegings- en onderhoudskosten; plaatsen van jongens in het Doorgangshuis te Hoenderloo, bij de Vereen. voor Halfverweesden; van meisjes op Tabitha, Bethel, Beth-Palet enz. De dames-comité's beijveren zich de vrouwelijke ontslagenen diensten te bezorgen, zoo er eenige hoop bestaat dat zij daar goed zullen oppassen.' (Blankenberg)

Heeft als deelnemer

de Vrouwen-vereeniging voor het bezoeken van vrouwelijke gevangenen te Utrecht (eerste ermelding in 1841)

Afdeling van

(tezamen met de Vrouwen-vereeniging) van het Nederlandsch Genootschap ter zedelijke verbetering der gevangenen, opgericht in 1823 en gevestigd te Amsterdam.

Verantwoording gegevens

ad doelstelling, activiteit en levensbeschouwing:

gegevens ontleend aan de data m.b.t. de landelijk vereniging (afkomstig uit de inleiding van de inventaris van het archief van de landelijke vereniging, uit Van Bemmelen, Van zedelijke verbetering tot reclasseering pp. 54-55, 268-269, en uit Blankenberg e.a. Gids p. 928)

afdeling Utrecht:

J.T.H.C. van Ebbenhorst Tengbergen en J. Alblas, Liefdadige en andere nuttige instellingen te Utrecht. Bijdrage tot de geschiedenis der weldadigheid (Utrecht 1895) 78-79.

ad laatste vermelding:

ontleend aan archiefgegevens.

Opmerkingen

ad levensbeschouwing:

neutraal met een protestants-christelijke inslag. Zie de oproep van de oprichters: 'Welaan landgenooten! Eéns van zin, ééns van doel willen wij dan aanvangen, onder nederig opzien tot den Hemelschen Vader, die niemand uitsluit van zijn allesomvattende liefde en die zijne zon doet opgaan over boozen en goeden.' (Van Bemmelen 54-55.)

Archief

Het archief van de afdeling Utrecht van het Nederlandsch genootschap ter zedelijke verbetering van gevangenen 1849-1885 wordt onder toegangsnummer 431 bewaard in het Utrechts Archief (plaatsingslijst; openbaar) Het bevat o.m.:

Notulen, 1859-1885

Opgaven van boeken en brochures aanwezig in het archief van de afdeling, ca. 1870

Opgaven door andere afdelingen van gevangenen, die zullen worden ontslagen, met vermelding van de plaats waarheen zij zich willen begeven, 1849-1866

Archief m.b.t. de afdeling Utrecht over de periode 1897-1975 bevindt zich in het Brabants Historisch Informatie Centrum onder toegangsnummer 204, archieftitel 'Algemene Reclasseringsvereniging en voorgangers, 1823-1986'.

Uit de 19e eeuw bevat dit archief een deel van de 'Notulen bestuurs- en algemene ledenvergaderingen, 1897-1912'.