Genootschap Voor Vrouwen Door Vrouwen
Naam | Genootschap Voor Vrouwen Door Vrouwen |
Plaats | Rotterdam |
Provincie | Zuid-Holland |
Begindatum | januari 1809 (eerste vermelding) |
Einddatum | 1977 (laatste vermelding) |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Kraamvrouwen, Weduwen |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Vrouwen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | 'a. voor behoeftige oppassende vrouwen [d.w.z. gehuwde vrouwen] die niet van stads- of armenkas trekken en al vier kinderen hebben, bij de geboorte van het vijfde kind de vroedvrouw te betalen en hen van linnen- of lijfgoed te voorzien; |
Activiteit | 'Verloskundige hulp wordt verstrekt, eenige kleeding voor moeder en kind in den winter, 100 turven en versterkende middelen gedurende de eerste week na de verlossing. Weduwen worden extra ondersteund, bij geboorte van tweelingen wordt nog een extra bedeeling van f. 1 in geld gegeven, benevens kleeding na drie maanden. Bij overlijden der moeder in het kraambed wordt er gedurende drie maanden minnegeld gegeven. Door behoeftige weduwen wordt voor de vereeniging genaaid en gebreid.' (Blankenberg) |
Werkt samen met | het Genootschap Nedrig (Nederig) en Menschlievend, opgericht in 1807 en eveneens gevestigd te Rotterdam. |
Oprichters | oprichtsters waren blijkens de archiefstukken de dochters van de cargadoor Dionijs Burger: Debora P. van der Pot-Burger en C. van der Pot-Van der Hoop. |
Beschermheren -of vrouwen | Door het geheime karakter van de vereniging wilde Koning Willem I geen protectie verlenen, alleen geld doneren. Zo werden zijn moeder, zuster en vrouw in 1818 donatrice. Eerst in 1841 kwam de vereniging onder 'Koninklijke Patronaat'. |
Bestuursleden | eerste president-directrice: D.P. van der Pot-Burger 1809-1867. Zij werd als presidente achtereenvolgens opgevolgd door de directrices C. van der Pot-Van der Hoop 1867-1883, F.H.B.S. van der Looy-Castendijk 1883-1890 en A.J.T. Burger-Gogel 1891-1902. |
Verantwoording gegevens | Gegevens ontleend aan (de inleiding van) de inventaris van het archief van het Genootschap. Petra Beydals, 'Genootschap "Voor vrouwen door vrouwen" 1809-1959', in Rotterdams jaarboekje 1959'. Ph. Falkenburg, Armenzorg in Nederland II, gemeente Rotterdam (Amsterdam 1896) 199-202. (In opdracht der Vereeniging voor staatshuishoudkunde en statistiek bewerkt door Ph.F.) J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 792. H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.), Tijdschrift voor Armenzorg, 2e jrg. (1901) 47. |
Opmerkingen | ad laatste vermelding: de correspondentie in het archief loopt tot 1977. De inleiding van de inventaris vermeldt over de jaren na 1965: 'De invoering van de Bijstandswet in 1965 maakte veel organisaties op het terrein van de armenzorg overbodig. Ook de activiteiten van het Genootschap verminderden verder tot het huidige niveau van een vrijwel slapend bestaan.' ad activiteit: In juni 1809 begonnen de werkzaamheden: voor de bestuursleden, directrices genaamd, bestaande uit het regelen van de belangen der inrichting, het naaien van linnengoed en vanaf 1813 bezoeken aan kraamvrouwen ('s avonds, om onbekend te blijven). De zaakgelastigde - de eerste 38 jaar was dat de weduwe Kerkhoven, daarna opgevolgd door dochter en kleindochter - verzorgde de pakketten, bezocht de gezinnen en hield tweemaal per maand spreekuur. Door de beperkte middelen konden de textielgoederen aanvankelijk alleen tijdelijk ter beschikking worden gesteld. Zo mogelijk werd daarnaast ook turf, voedsel en 'houdgoed' (textiel) gegeven. Voor moederloos geworden zuigelingen werd zes weken minnegeld betaald. (inv.)
Het volgend aantal vrouwen werd gedurende de eerste 75 jaar 1808-1882, geholpen: 29861 vrouwen, of gemiddeld 398 per jaar. In diezelfde periode van 75 jaren werden 531 wollen dekens uitgereikt, en werd jaarlijks aan 25 naaisters en breisters de gewone winterbedeeling geschonken. In de jaren 1881-1992 bedroeg het aantal ondersteunde kraamvrouwen tussen de 580 en 667 per jaar. (Falkenburg 201)
De Haagse vereniging Weldadig en Zorgvuldig werd naar het voorbeeld van Voor vrouwen door vrouwen in 1819 opgericht. Voor vrouwen door vrouwen hield aanvankelijk bewust afstand van de keizerlijke geprotegeerde Société Maternelle organisaties mede uit vrees voor 'ontmaskering' van de dames (inv.), waarmee verlies van anomimiteit werd bedoeld.
inkomsten: Behalve de vorstelijke donaties ontving het Genootschap geregeld legaten, waarvan het eerste was dat van mejuffrouw Maria Catherina van Dooren, bestuurster der Inrigting én stichtster van het gelijknamige Vrouwengesticht, waarmee een innige verhouding bleef bestaan. Ook van Kuyl's Fundatie en het Hofje van Gerrit de Koker werden jaarlijkse bijdragen ontvangen. 'Dit jaar mocht het Genootschap zich wederom verblijden in eene belangrijke gift van H.M. de Koningin evenals van de Koningin-Moeder. (Blankenberg 1899)
Falkenburg geeft voor de jaren 1890-1892 het bedrag dat de contributies toen opbrachten: resp. f. 7900, f. 9200 en f. 9800. |
Archief
Het archief van het Genootschap Voor Vrouwen Door Vrouwen wordt onder toegangsnr. 124 bewaard in het Gemeentearchief Rotterdam (inventaris; omvang: 0,78 m. beperkt openbaar).
Naam archiefbewaarplaats | Gemeentearchief Rotterdam |
Naam collectie | Genootschap Voor Vrouwen door Vrouwen 1809-1979 |
Beheersnummer | 124 |
Toegang | inventaris |
Openbaarheid | beperkte openbaarheid |
Omvang | 0,78 m. |
Reglementen | ja Reglementen, 1882, 1896; Huishoudelijk regelement, 1896; Reglement voor de zaakgelastigde, 1896. |
Ledenlijsten | nee alleen vanaf 1950, adressenlijsten vanaf 1900. |
Notulen | ja 1809-1954 |
Jaarverslagen | ja 1809-1956 |
Correspondentie | ja Ingekomen en minuten van uitgaande stukken, 1811-1977; Stukken, ontvangen ter gelegenheid van het gouden jubileum, 1859. |
Financiƫle stukken | ja Stukken betreffende legaten, 1832-1928.
|
Overige stukken | ja Uitnoodiging aan alle menschlievende vrouwen - publicatie in de Rotterdamsche Courant van 19 januari 1809, waarin de oprichting van de Inrigting voor Vrouwen door Vrouwen wordt bekend gemaakt. Afschrift z.d.; Stukken betreffende de viering van het 25-jarig bestaan, 1834; Krantenartikelen betreffende het Genootschap, 1834-1965; Aantekeningen betreffende in de jaren 1841, 1861, 1866, 1867 en 1873 verleende onderstand, z.d.; Artikel over het Genootschap door P. Beydals in het Rotterdams Jaarboekje 1969, 193-199, Overdruk. |
Literatuur
Toon literatuur over de vereniging
Literatuur over de vereniging
Verberg literatuur over de vereniging
- Bogaers, A. en T.A. Klinkhamer, Aan de liefdadige instelling te Rotterdam: "Voor Vrouwen door Vrouwen", den 1sten Maart 1859 (Rotterdam 1859).