Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen te Nijmegen

Naam Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen te Nijmegen
Alternatieve namen
  • Commissie tot opbeuring (jaarboekje Magdalena)
Plaats Nijmegen
Provincie Gelderland
Begindatum 1854 (eerste vermelding)
Einddatum 1890 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Ongehuwde moeders, Prostituees
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

Het redden van gevallen vrouwen die spijt hebben, door hen naar het Asyl Steenbeek te zenden, 'waar zij door een christelijke verzorging kunnen leeren zich aan orde, tucht en eerlijken arbeid te gewennen en waaruit zij als nieuwe schepselen naar de maatschappij kunnen terugkeeren'.

Activiteit

Het opvangen en 'teregtbrengen' van berouwvolle 'gevallen' vrouwen en het doneren of contribueren voor de instandhouding van het Asyl Steenbeek, waar een aantal van de opgevangen vrouwen, meestal de jongeren, heen gezonden werd.

Werkt samen met

de Vereeniging Asyl Steenbeek, opgericht in 1847.

Neemt deel aan

Neemt, samen met zusterverenigingen, deel aan de christelijke filantropie van de Inwendige Zending. De zusterverenigingen zijn de verenigingen met een Doorgangshuis en verenigingen of commissies 'ter opbeuring’ te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Nijmegen, Leiden, Haarlem, Groningen en Arnhem. Vanaf de 80-er jaren kwamen al deze verenigingen, die enkele of al hun 'gevallenen' naar het Asyl Steenbeek stuurden, bijeen op de 'vluchtheuvel' te Zetten bij dat Asyl.

Bestuursleden

In 1855: J.J.L. van der Brugghen, ds. J. Hooykaas Herderschee, J. Bousquet, ds. C. Westhoff, A. Scholl van Egmond, ds. J.A. Stoop, C. Noorduyn en J. ten Kate Fennema;

In 1860: toegetreden: geen; afgetreden J.J.L. van der Brugghen;

In 1865: toegetreden: Jhr. Singendonck van Dieden en D. Herbst; afgetreden: ds. C. Westhoff;

In 1870: ongewijzigd;

In 1883: toegetreden: jhr. mr. C.C.G. de Pesters en de dominees F.W. Smits Pzn. en B. ter Haar Bzn.; afgetreden: A. Scholl van Egmond, J. ten Kate Fennema en jhr. Singendonck van Dieden;

In 1884: ongewijzigd;

In 1890: toegetreden: W. Vermeer en J. Witt; afgetreden: ds. Joh. Hooykaas Herderschee en J. Bousquet.

Verantwoording gegevens

'Het verslag van den Staat en Verrigtingen van het Asyl Steenbeek' in Magdalena. Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek, voor de jaren 1852, 1860, 1865, 1870, 1883 en 1884. De redactie werd in deze jaren achtereenvolgens gevoerd door O.G. Heldring (1852 en 1860), M. Cohen Stuart (1865), J.A. Schuurman Johszn. en L.R. Beyen (1870), H. Pierson, W. v.d. Bergh (1883) en H. Pierson, W. v.d. Bergh en I. Esser (1884 en 1890).

Opmerkingen

ad begindatum:

vóór of in 1854: In het jaarverslag van de Vereeniging Asyl Steenbeek in: Magdalena, jaarboekje voor 1855 ten behoeve van de Vereeniging Asyl Steenbeek (onder redactie van ds. O.G. Heldring, Amsterdam 1855, 129) dat voornamelijk over de voorafgaande periode gaat, wordt de vereniging 'tot opbeuring' te Nijmegen voor het eerst vermeld.

ad leden:

van de Verenging of commissie werden alleen mannelijke leden genoemd in het jaarboekje. Of er werkende damesleden waren wordt niet vermeld, maar er was geen eigen doorgangshuis.