Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

een tehuis voor verlaten en verweesde joodse kinderen op te richten en in stand te houden

het financieren van de oprichting en instandhouding van een tehuis voor verlaten en verweesde joodse kinderen

Vereeniging "Centraal Israelietisch Kinder- en Doorgangshuis", te Rotterdam, opgericht in 1890.

'De weesvader van Rotterdam A.I. Kiek.'

Het eerste weeshuis was een huurpand in de Nieuwsteeg, het tweede aan de Stille Rijn. Latere behuizingen dateren uit de 20e eeuw. (Roodenbergerstraat en de Cronesteinkade)

Gegevens ontleend aan de titel van het boekje van Leman: Het Centraal Isräelietisch Wees- en Doorgangshuis te Leiden in woord en beeld 1890-1929 (Den Haag 1929).

ad activiteit:

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 640.

ad relaties:

A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891) 474.

ad Koninklijk Besluit:

Register van de Staatscourant van 1896.

ad correspondenten:

Jaarboekje voor de Stad Haarlem voor 1891 (Haarlem 1891) 194.

ad einddatum:

Op 17 maart 1943 werden alle bewoners door de Nederlandse politie uit het huis gehaald en weggevoerd. Dat was het einde van het weeshuis. 'In 1951 verkocht, als laatste bestuursdaad, de Vereniging Centraal Israëlitisch Kinder- en Doorgangshuis het pand aan de gemeente Leiden voor 122.500 gulden. Het geld werd geschonken aan een nieuw te bouwen kindertehuis in Israël, dat de naam Julianadorp (Kfar Juliana) ging dragen.'

ad activiteit:

'Verpleegd werden in de laatste jaren van 21 tot 30 personen'. (Blankenberg in 1899)

correspondenten:

De vereniging heeft correspondenten te Haarlem, in 1891 waren dat: A. Weill en A.B. Polak