Vereeniging "Tot Heil des Volks"
Naam | Vereeniging "Tot Heil des Volks" |
Plaats | Amsterdam |
Provincie | Noord-Holland |
Begindatum | april 1855 (oprichting) |
Einddatum | 1971 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | protestants |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Armen algemeen, Jeugd 0-6, Jeugd 6-12, Jeugd 12-21, Verwaarloosde kinderen, Vrouwen (algemeen), Weduwen, Werklozen |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Mannen en vrouwen, Meisjes |
Werkingsgebied | Landelijk |
Doelstelling | Jan de Liefde: 'De vereeniging tracht tot het behoud en herstel, in zonderheid van het Protestantisme hier te lande, werkzaam te zijn, ook en vooral door zich het Christelijk schoolweezen aan te trekken. 'Vanaf het begin heeft het Heil over zijn eigenlijke doel geen twijfel laten bestaan: kinderen én volwassenen winnen voor Jezus.' (Dubois, 98.) 'Zij stelt zich ten doel de oprichting en instandhouding van Christelijke bewaar-, brei- en Zondagsscholen, het houden van Volkslezingen, enz., en tevens het bevorderen van de stoffelijke belangen der gezinnen, wier kinderen op deze scholen geplaatst zijn.' (Blankenberg 392) |
Activiteit | Het verkondigen van het Evangelie, in principe aan het gehele Nederlandse volk, in de praktijk aan armen en kinderen, met, in Amsterdam, vooral de achterbuurten als werkterrein. Met dit doel werd op 15 juli 1855 aan de Goudsbloemgracht, later de Willemstraat, de Christelijke Bewaarschool opgericht en in 1858 een tweede aan de Regtboomsloot, met de opdracht arme, verwaarloosde, haveloze kinderen van twee tot zes jaar te verplegen, reinigen, voeden, kleden, maar bovenal hun leren een Naam lief te hebben. Deze scholen samen herbergden spoedig meer dan 300 vaste leerlingen. Via de kinderen kwamen vrouwelijke leden van de zusterkring en de 'bezoekbroeders' bij de ouders thuis en probeerden zij 'reinheid en regelmaat' te brengen, tegelijk met de godsdienstzin. Hetzelfde beoogde men met de talrijke ouderavonden. Bovendien vervaardigden de dames van de zusterkring allerlei kleding die met Kerstmis werd uitgedeeld aan de kinderen en hun ouders. Zo ontstond een nieuw arbeidsterrein: zorg voor de armsten onder de 500 gezinnen die 'Tot Heil' onder de hoede had in Amsterdam, in de eerste plaats de weduwen, verlaten vrouwen, zieken en werklozen. Aan hen worden gedurende vier à vijf wintermaanden levensmiddelen verstrekt, (soms ook kleding en dekking), wanneer dezelfde gezinnen geen ondersteuning van diakoniën genieten, worden ook brandstoffen verstrekt. Pas in loop 20e eeuw nam dit werk af; in 1929 werd vastgesteld dat de armenzorg niet meer bestond. Tot het zover was waren 4 zuster-armbezoekster actief, die van de verschrikkingen die zij aantroffen, uitvoerig verslag deden, dat tot 1920 uitgebreid in de jaarverslagen terecht kwam. De bedeling werd zoveel en intensief mogelijk ter hand genomen; mogelijk gemaakt door kleine en grote contributies en legaten. De leden van de vereniging waren zich er zeer van bewust dat de weg naar het hart (voor Jezus) via de maag ging. Werkverschaffing: naai- en werkinrichtingen. Laatste duurde slechts van jan.-april 1871; veel beter ging het met de naai-inrichtingen: het maakte het de vereniging mogelijk aan de opdracht 'de naakten te kleeden’ te voldoen. Tientallen jaren leidde de naai-inrichting een bloeiend bestaan. het was geen naai- of breischool; ging erom armen vrouwen te leren naaien zodat zij later al dan niet in opdracht van 'Het Heil' tegen betaling naai- en verstelwerkzaamheden konden verrichten. Verstellen van kleding van burgerij om deze onder de armen te verdelen was onmisbaar en schiep veel werkgelegenheid.
|
Aangesloten bij | de in 1901 opgerichte, te Amsterdam gevestigde Centraal-Bond van Christelijk-philantropische Inrichtingen in Nederland. |
Heeft als deelnemer | de Zusterkring, bestaande uit 14 tot 17 dames, die geregeld twee aan twee op huisbezoek gingen 'om toe te zien dat de armsten uit de armen op de scholen worden toegelaten en die op hun vaste vergadering eens in de veertien dagen kleding vervaardigden die tijdens het jaarlijkse kerstfeest uitgedeeld zou worden. Zij werden daarbij geholpen door de jongedochterskrans, die daarvoor elke week bijeenkwam. |
Heeft als afdeling(en) | Delft, als eerste, (opgericht op 22 feb. 1855 met 33 leden), Alphen (in 1855 met bijna 30 leden) en Rotterdam (in 1855 met meer dan 50) en Amsterdam (in april 1855, ruim 80 leden). Na een jaar hadden zich hier nog de afdelingen Dordrecht, Ouderkerk aan de Amstel, Leeuwarden, Assen, Stadskanaal Workum en Hengelo bijgevoegd. M.i.v. 1 januari 1857 bleken Hengelo, Dordrecht en Assen te hebben plaats gemaakt voor Schiedam, Aalsmeer en Zaandam. In 1859 kwamen de afdelingen Hollum op Ameland en Gorinchem erbij, maar vielen Alphen, Delft en Zaandam weer af. In 1859 gebeurde hetzelfde met de afdelingen Schiedam en Ouderkerk. 1862 vormde het dieptepunt: alleen nog Amsterdam, Rotterdam en Leeuwarden bestonden nog. In 1863 werd de afdeling Haarlem opgericht en in 1866 Gouda, begin 1871 Zaltbommel, in 1872 of 1873 Utrecht, die echter al in 1877 aan 'broederlijke twisten ten onder ging, en tenslotte, in 1877 Nijmegen, o.l.v. de directeur van inrichting Neerbosch. Deze 8 leden tellende afdeling verdween weer in 1890. Rond de eeuwwisseling bestonden alleen nog de afdelingen Amsterdam en Gouda, die vanaf 1913 als zelfstandige verenigingen verder gingen. |
Oprichters | Jan de Liefde c.s. |
Eigen gebouw (adres) | Het gehuurde evangelisatielokaal op de Goudsbloemgracht, nadien Willemstraat geheten, dat, na aankoop van een belendend pand voor f. 2000, - dienst ging doen als "Bewaarschool voor Havelooze Kinderen". In 1858 werd een tweede bewaarschool geopend op Recht Boomsloot (of Regtboomsloot) nr. 47 te Amsterdam In mei 1889 werd het aangekochte en gerestaureerde schoolgebouw in de Barndesteeg te Amsterdam in gebruik genomen. |
Vergaderplaats | Vanaf mei 1889 tot 1916 werden bestuurs- en ledenvergaderingen, de bijeenkomsten van de afdeling Armenzorg en alle overige samenkomsten gehouden in het schoolgebouw in de Barndesteeg. Voor die tijd waarschijnlijk in het school- en/of verenigingsgebouw in de Willemstraat. |
Verantwoording gegevens | Algemeen: O.W. Dubois en Krijn de Jong, Aan de minste van mijn broeders. Het werk van "Tot Heil des Volks" 1855-2005 (Amsterdam 2005). Na vijf en zeventig jaar, De geschiedenis der Vereeniging "Tot Heil des Volks", opgericht April 1855 (Amsterdam 1930) Ph. Falkenburg, Armenzorg in Nederland deel I, Gemeente Amsterdam (Amsterdam 1893) 259-267. (In opdracht van de Vereeniging voor de staatshuishoudkunde en de statistiek bewerkt door Ph. F.); H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.), Tijdschrift voor Armenzorg, 1ste jrng. (1900) 25 en 2e jng. (1901) 23. J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 392-393, 485. ad laatste vermelding van 'Tot Heil' als vereniging: ontleend aan gegevens uit ondergenoemd dossier van de Armenraad Amsterdam. |
Opmerkingen | ad doelstelling: Het aanvankelijk doel van de vereniging was geestelijke en intellectuele ontwikkeling der leden, maar dan, als pendant van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, 'in beslist Christelijken geest'. ad werkingsgebied: Jan de Liefde en de mede-oprichters van 'Tot Heil des Volks' wilden hun zendings- en beschavingsarbeid in het gehele land uitdragen en richtten een in principe landelijke vereniging op, gevestigd te Amsterdam. De afdeling Amsterdam was en bleef verreweg de belangrijkste afdeling van de Vereniging. Al in 1880 kon volgens Dubois (p. 51) vastgesteld worden dat 'Tot Heil des Volks' als landelijke vereniging had gefaald. Daarom wordt dit formulier zowel voor de afdeling Amsterdam als voor de landelijke vereniging als geheel ingevuld. ad levenbeschouwing: protestants (christelijk-evangelisch) activiteit, uitgaven en inkomsten: In de eerste jaren bestond het 'werk van de boden' eruit dat mannen de stad ingingen om begunstigers te werven die bereid waren 2 cent per week bij te dragen. 'Zoo is in onze Vereeniging het werk van de boden ontstaan. Deze mannen gaan geregeld de stad in om nieuwe contribuanten voor de vereeniging te winnen en om de wekelijksche- maandelijksche, driemaandelijksche, halfjaarlijksche of jaarlijksche contributies op te halen.' (Na vijf en zeventig jaar, p. 10); Over de 'afdeeling Amsterdam' wordt in het Tijdschrift voor Armenzorg, op p. 25 opgemerkt: 'Uit den staat der kas van 1898-1899 blijkt het duidelijkst de loop van den arbeid [van de vereniging]; aan brandstoffen werd uitgedeeld voor f. 76,10, aan levensmiddelen voor ongeveer f. 673, aan geldelijke ondersteuning f. 1178,50. Wat de ontvangsten aangaat noteeren wij aan jaarlijksche bijdragen f. 2395, aan giften ineens f. 3467,50. Ongeveer 650 à 675 gezinnen werden door de Vereeniging gesteund.' Eenzelfde overzicht van activiteiten , inkomsten en uitgaven over het 31ste verenigingingsjaar (1899-1900) staat op pagina 23 van de 2e jng. (1901) van het Tijdschrift voor armenzorg. ad relaties: De Vereeniging baseerde zich op het Evangelie van Jezus Christus en niet op een bepaalde geloofsbelijdenis, maar zij erodeerde voortdurend onder een niet aflatende broeder- of richtingenstrijd, in protestantse kring bekend als het Darbisme.
|
Archief
Het archief van de Vereeniging Tot Heil des Volks dat onder eigen beheer is, bevat volgens het bronnenoverzicht in Dubois (Aan de minste 343) o.a.:
'Verslagen van de algemeene vergaderingen 1855-1913.
Verslagen van de werkzaamheden van de Vereeniging Tot Heil des Volks afdeeling Amsterdam (later ook aangeduid als jaarverslagen) 1855-1922.
Jaarverslagen 1923-2005.
Verslagen van de Commissie Armenzorg 1869-1913
Notulen bestuursvergaderingen Amsterdam 1858-2005
Archiefstukken m.b.t. de 'Vereniging "Tot Heil des Volks". 1922 - 1971' bevinden zich in de rubriek Documentatie in het archief van de Sociale Raad en rechtsvoorgangers te Amsterdam dat onder nr. 400 wordt bewaard in het Stadsarchief Amsterdam.
Literatuur
Toon literatuur over de vereniging
Literatuur over de vereniging
Verberg literatuur over de vereniging
- Dubois, O.W. en Krijn de Jong, Aan de minste van mijn broeders. Het werk van "Tot Heil des Volks" 1855-2005 (Amsterdam 2005).
- Coolsma, S., J. de Liefde in zijn leven en werken geschetst (Nijkerk 1917).
Toon publicaties van de vereniging
Publicaties van de vereniging
Verberg publicaties van de vereniging
- De oogst : tijdschrift tot versterking en verdieping van het geestelijk leven : maandblad van de Vereeniging "Tot heil des volks" (Amsterdam 1937-).
- Verslag / Vereeniging "Tot heil des volks", Afdeeling Amsterdam, betreffende hare bewaarscholen voor havelooze kinderen in de Willemstraat en op Boomsloot (Amsterdam 1866-).
- Verslag over de armenzorg van de Vereeniging "Tot Heil des Volks", Afdeeling Amsterdam (Amsterdam 1872?-1911?).
- Onze volkslezingen: eenige bladzijden uit de geschiedenis der Vereeniging tot heil des volks te Amsterdam (Amsterdam 1889).