Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van den Sterken Drank, afdeling Utrecht
Naam | Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van den Sterken Drank, afdeling Utrecht |
Opmerkingen over naam | kortweg 'de NV' genoemd; i.p.v. 'tot Afschaffing van' ook wel: ‘tegen’ den sterken Drank |
Alternatieve namen |
|
Plaats | Utrecht |
Provincie | Utrecht |
Begindatum | 27 november 1843 (oprichting) |
Einddatum | 1899 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | neutraal |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Alcoholisten |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Mannen en vrouwen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | Deze was vervat in het op 10 juli 1851 vastgestelde 'formulier van verbintenis', dat luidde; "Wij, ondergeteekenden, verbinden ons, om van heden af geen sterken drank (behalve tot geneeskundig gebruik) te zullen drinken of aan anderen schenken, het gebruik zoowel als het misbruik op allerlei wijze te zullen tegengaan, en anderen tot eene gelijke verbintenis als deze aan te sporen. (...)" |
Activiteit | Mensen te verenigen die zich in strijd tegen alcoholisme tot het volgende verbonden: '(...) om van heden af geen sterken drank (behalve tot geneeskundig gebruik) te zullen drinken of aan anderen schenken, het gebruik zoowel als het misbruik op allerlei wijze te zullen tegengaan, en anderen tot eene gelijke verbindtenis als deze aan te sporen. (...)'
Voorts richtte de afdeling Utrecht zich op het voeren van actie onder het garnizoen van de stad. Dat leide in 1853 tot oprichting van een afschaffingskantine in Kamp Zeist, die overigens binnen een jaar een tekort had van f. 3000. Het voeren van acties tegen de uitspattingen van de kermis. |
Afdeling van | de Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van (den) sterken drank, opgericht in 1842 en gevestigd te Den Haag. |
Oprichters | Schroeder van der Kolk, Utrechts hoogleraar geneeskunde, voorzitter en ds. J.F. van Hoogstraten, secretaris, De Graaf, notaris, thesauriër, Baron van Lijnden van Sandenburg en de predikanten ds. Montijn, ds. Molster en ds. Millies. |
Bestuursleden | De oprichters vormden het eerste bestuur. |
Vergaderplaats | Het gebouw Physica op de Ganzenmarkt en het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen worden voor de eerste periode genoemd. Vanaf 1873 werden de vergaderingen in gebouw "De Nijverheid" gehouden in de Donkerstraat. In de 90-er jaren wordt bijeengekomen in 'het lokaal van de Jongelingsvereeniging, voorheen Blindeninrichting op de Neude' en in gebouw "Irene" in de Keistraat en in het Militair Tehuis. |
Verantwoording gegevens | De gegevens zijn ontleend aan P.P. Agter, Een nieuw geluid in het oude Sticht. Honderd jaar drankbestrijding in de stad Utrecht (Utrecht 1945) ad naam, doelstelling en activiteit: ook ontleend aan data m.b.t. de landelijke vereniging, waaronder Maartje Janse, De Afschaffers, Publieke opinie, organisatie en politiek in Nederland 1840-1880 (Amsterdam 2007) 46-51, 129-158. |
Opmerkingen | ad richtgroep: alcoholici, ook preventief ad leden: 1. de poging een aparte vrouwenafdeling op te richten leed schipbreuk. Het duurde wel tot 28 November 1889 dat 'voor de eerste maal een vrouw het woord voer[de]' voor de afdeling. Toch vermeldt Maartje Janse op p. 132 over drankbestrijders in het algemeen: 'In 1858 (...) waren er 2238 vrouwelijke afschaffers, bijna 20 procent van het totale ledenbestand.' (Janse 132) 2. in 1848 bedroeg het aantal 320, waarvan 'hoogstens een 40-tal contribuanten waren'. In 1872 zijn er 161 leden van wie er 58 contributie betaalden en 33 'begunstiger' waren (geen onthoudingsgelofte hadden afgelegd). inkomsten: Aanvankelijk wilde men zelfs geen giften ontvangen van degenen die de belofte niet aflegden, maar al spoedig dwong de krapte der financiën dit standpunt te herzien; van iedereen werd al gauw via collectes of bussen giften aangenomen. Van Agteren typeert de Utrechtse NV als in eerste aanleg 'half en half een reddingsvereniging'. Het verloop onder m.n. de niet-contribuerende leden uit de 'gewone' stand was groot. Een algehele verslapping in de afdeling trad op in de 60er jaren, terwijl de 70er jaren door Van Agteren zelfs kritiek genoemd worden; in de laatste decennia van de 19e eeuw ontbrandde de strijd in de vereniging, ook in de Utrechtse afdeling, tussen Afschaffers en Geheelonthouders, uiteindelijk in 1899 door de laatstgenoemden, waaronder veel nieuw-toegetreden onderwijzers-geheelonthouders, beslist. |
Archief
In het archief van de Nationale Commissie tegen Alcoholisme, dat wordt bewaard op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis bevinden zich de 'Huishoudelijke bepalingen der Utrechtsche afdeeling van de Nederlandsche Vereeniging enz. 1852.' (inv. no. 40)