Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Noord-Hollandsche Vereeniging "Het Witte Kruis"

Naam Noord-Hollandsche Vereeniging "Het Witte Kruis"
Alternatieve namen
  • Noord-Hollandsche Vereeniging ter afwering van epidemische ziekten en tot hulpbetoon tijdens epidemieën "Het Witte Kruis" (na 1881)
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Begindatum 26 november 1875 (oprichting)
Einddatum 1975 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Zieken
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen en vrouwen, Medici
Werkingsgebied Provinciaal
Doelstelling

ter afwering van epidemische ziekten en tot hulpbetoon tijdens epidemieën (Goossens)

Op 13 januari 1881 vond herziening van de doelstellingen plaats om afstemming op ziek(t)en zonder besmetting mogelijk te maken. De doelstelling luidde vanaf dat moment:

1. besmettelijke ziekten te voorkomen en te beteugelen;

2. hulp te verleenen zoowel bij besmettelijke als bij gewone ziektegevallen;

3. de algemeene gezondheidstoestand te bevorderen. (Van der Kolk, 29-31)

ofwel:

samenwerking tot het afweren en beteugelen van besmettelijke ziekten, tot het verleenen van hulp bij epidemieën en gewone ziektegevallen, en tot het helpen bevorderen der algemeene gezondheidsbelangen (Goossens)

Activiteit

het geven van voorlichting en het nemen van preventieve maatregelen; het organiseren en stimuleren van de plaatselijke verenigingen/afdelingen om ditzelfde 'ter stede' of in de regio te doen (Goossens)

 

'Het verschaffen van goede verpleging bij ziekten, tegen betaling, bij onvermogenden gratis;

het verplegen van minvermogenden in het Herstellingsoord "Heideheuvel", te Hilversum;

het gebruik van een ontsmettingsoven, aan de vereeniging behoorende.

In sommige gemeenten (Bloemendaal, Monnickendam, Koog, Westzaan) zijn door de vereeniging ziekenhuizen opgericht, maar hoofdzakelijk ter verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten.

Geheel op dezelfde voorwaarden worden minvermogenden op Heideheuvel verpleegd.

In alle afdeelingen zijn magazijnen van verpleegartikelen gevestigd, waaruit op vertoon van een bewijs af te geven door den behandelenden geneesheer, de meest gewone artikelen voor ziekenverpleging worden ten gebruike gegeven, terwijl ook enkele afdeelingen een ijskelder hebben, waaruit alle zieken op vertoon van een bewijs van den geneesheer van ijs worden voorzien.' (Blankenberg 751, 754)

Heeft als afdeling(en)

vóór oprichting van de landelijke vereniging bestonden al de afdelingen Hilversum, Rijp, Graft, Amsterdam, Beverwijk, Ilpendam, Hoogwoud, Zandvoort, Bloemendaal* en Bennebroek; daarna volgden de afdelingen Alkmaar, Koog aan de Zaan, Winkel, Zaandijk.

Blijkens de registers van de staatscourant hebben over de periode 1890-1900 de volgende afdelingen goedkeuring van hun statuten gevraagd en verkregen:

1890: Hilversum, Beverwijk, Krommenie;

1891: Bloemendaal, Haarlem, Westzaan, Spanbroek en Haarlemmermeer;

1892: Middelie e.o. en Edam;

1893: Egmond aan Zee (wijz. 1897), Broek in Waterland, Heerhugowaard, Aalsmeer, Spaarndam, Beemster, Akersloot, Oostzaan, Purmerend en Barsingerhorn;

1894: Avenhorn, Velsen en Beets;

1895: Uitgeest, Schagen, Assendelft, Nieuwe Niedorp en Kwadijk;

1896: Zijpe, Warder, Nieuwendam, Harenkarspel, Oosthuizen, Heemstede, Terschelling, Anna-Paulowna, West-Friesland te Spanbroek;

1897: Noord- en Zuid-Schermer, Schermerhorn en Mijzen;

1898: Wijde Wormer, Buiksloot, Den Helder, Veenhuizen en Hem, Wormer, Petten en Warmenhuizen;

1899: Wieringerwaard en Zaandam;

1900: Halfweg e.o., Hoogkarspel, De Rijp e.o. en Wieringen.

Oprichters

J. Penn en G.A.N. Allebé, resp. voorzitter en secretaris van de Geneeskundige Raad van Noord-Holland (NH), namen in januari 1875 het initiatief tot het rondzenden van een circulaire die tot oprichting van plaatselijke afdelingen van een provinciale vereniging opriep. De Geneeskundige Raad NH stelde vervolgens eveneens begin 1875 een commissie in, bestaande uit de heren J.F. Hengel, C.E.Heynsius, G.A.N. Allebé, J. Swens en Van Vollenhoven, Penn en Van Balen Blanken. Deze besloot tot oprichting van de Noord-Hollandsche provinciale Vereeniging tot Afwering van Epidemische ziekten en Hulpbetoon tijdens Epidemiën. (Van der Kolk, 27-29)

Eigen gebouw (adres)

Het voor Amsterdam beoogde modelziekenhuis is er niet gekomen. In plaats daarvan werd op 30 april 1890 Heideheuvel, herstellingsoord voor vrouwen en meisjes geopend te Hilversum.

Koninklijk Besluit 3 juni 1876 nr. 32; 8 januari 1881 nr. 18; 10 juni 1887 nr. 62; 9 oktober 1888 nr. 22; 1 juli 1889 nr. 25; 4 november 1892; 16 augustus 1894
Staatscourant

7 september 1876; 27 februari 1881; 29 juni 1887; 24 november 1888; 19 oktober 1889.

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
257
Verantwoording gegevens

M. van der Kolk-Kousemaker, Het beleid van het Witte Kruis, Het Groene Kruis en het Wit-Gele Kruis over de periode 1875-1945 (diss. Utrecht 2005) 24-67.

B.S.H. Stieler en H.L.E. van den Berg (reds.), Een halve eeuw Witte Kruisarbeid 1875-1925 (Amsterdam 1925) 32.

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 745, 753-4.

ad laatste vermelding:

ontleend aan de inventaris van het verenigingsarchief.

ad relaties:

ook ontleend aan het register van de Staatscourant van 1892 en 1894.

Opmerkingen

ad naam:

De eerste tien plaatselijke kruisverenigingen en de provinciale Noord-Hollandsche Kruisvereniging werden opgericht in 1875, met de naam het Witte Kruis.

De naam 'Het Witte Kruis' werd in 1965 veranderd in 'Het Groene Kruis' omdat deze naam door de verenigingen buiten Noord-Holland gebruikt werd en de nationale organisatie zo heette.

Aan de officiële naam werd het embleem, een wit kruis op (een rood vlak, na protest van de Zwitserse regering op) een groen vlak toegevoegd, zoals al op 15 maart 1875 door de afdeling Hilversum bij haar oprichting was bedacht. Dit was duidelijk geïnspireerd op het Rode Kruis-embleem. (Van der Kolk 29)

afdelingen en leden:

Bij oprichting telde de vereniging 11 afdelingen met 600 leden.

Blijkens het jaarverslag van 18 mei 1885 telde de vereniging toen 15 afdelingen met 849 leden.

1 Januari 1900 telde de vereeniging 61 afdelingen met 9373 leden. (Stieler/Van den Berg 32) 

Tijdens de oprichtingsvergadering werd het hoofdbestuur gekozen, terwijl de verwachting werd uitgesproken dat uitbreiding buiten de provinciegrenzen tot de mogelijkheden behoorde. Dit is niet gebeurd. Pas in 1900 is het voorbeeld van de vereniging nagevolgd door Zuid-Holland met Het Groene Kruis.

Relatie hoofdbestuur - afdelingen: jaarlijkse afdracht van contributie aan de provinciale kas (tenminste f 1,- per lid). Het opsturen van gedegen jaarverslagen; het melden van uitbraken van besmettelijke ziekten, het overhevelen van de kas van een opgeheven afdeling naar de provinciekas.

Op centraal niveau werden huishoudelijke e.a. reglementen en voorschriften opgesteld. B.v.: Elke afdeling moet beschikken over 3 commissies: een preventieve (uitbraak voorkomen door huisbezoek of onderzoek), een repressieve (liefst bestaande uit artsen) en commissie voor onderstand: verlenen van materiële hulp (liefst geen geld) aan behoeftige zieken

leden:

medici/verplegers (m/v) en contribuerende niet-medici

Notabelen werden geacht bestuurslid te worden, vrouwen niet, maar wel werkend lid. (Van der Kolk, 31)

Er waren werkende en contribuerende gewone leden; men was lid van een plaatselijke afdeling. De eerstgenoemde groep bestond uit twee categorieën: zij die in gewone tijden woningen van minvermogenden bezochten om de levensomstandigheden te bevorderen en zij die tijdens een uitbraak van een epidemie de woningen van lijders 'kenmerkten' als waarschuwing aan bezoekers. (Van der Kolk 32)

ad richtgroep:

Tot 1897 was de ziekenzorg gericht op onvermogenden. In 1897 werd door sommige afdelingen met succes gepleit de doelgroep te verbreden tot minvermogenden. Dit werd door het hoofdbestuur aanvaard; het subsidieerde voortaan het uitzenden van door afd. Amsterdam opgeleide ziekenverpleegsters die tegen kostprijs aan de afdelingen ter beschikking werden gesteld. (Van der Kolk, 50-51)

ad inkomsten en uitgaven:

In 1884 daalde het aantal leden a.g.v. te weinig activiteit, die, was men overtuigd, weer het gevolg was van gebrek aan geld. Daardoor was het onmogelijk geworden gemeentebesturen de betekenis van het Witte kruis-werk te doen inzien. Daarom werd in 1887 een lening van 3 1/2 miljoen aangegaan, waarmee een waarborg- en reservefonds werd opgericht, en van het direct besteedbaar kapitaal van f. 675.000, f. 300.000 te reserveren voor de bouw van een modelziekenhuis in Amsterdam, f. 300.000 voor de vorming van een stamkapitaal van welks rente men de zorg kon betalen en met f. 75.000 activiteiten te subsidiëren van de afdelingen. Door te veel subsidiëring kwam de vereniging opnieuw in de financiële gevarenzone, waarop de rijkere afdelingen daartegen in actie kwamen. In 1898 werd daarom de subsidietoewijzing tot een percentage van de eigen afdelingsbegroting teruggebracht, zodat altijd de noodzaak tot eigen actieve fondswerving zou blijven bestaan en de afdelingen niet te veel op de koepel zouden gaan leunen. (Van der Kolk 36-37)

Archief

Het archief van de Noord-Hollandsche Vereeniging "Het Witte Kruis" maakt deel uit van het archief Kruisverenigingen 1875-1989 dat onder toegangsnummer 393 wordt bewaard in het Noord-Hollands Archief te Haarlem (17 m., openbaar).

 

Toon archiefinfo
Verberg archiefinfo

Naam archiefbewaarplaats Het Noord-Hollands Archief
Naam collectie Kruisverenigingen
Beheersnummer 393
Toegang inventaris
Ledenlijsten ja

Lijst met namen van voorzitters, secretarissen en penningmeesters van het hoofdbestuur, afschrift, 1875-1920.

 

Notulen ja

Notulen van de vergaderingen van het hoofdbestuur, 1875-1975;

Notulen van de vergaderingen van het Voorlopig Provinciaal Comité der Vereeniging tot afwering van Besmettelijke ziekten, waarbij tot de oprichting van de afdelingen van het latere Witte Kruis besloten is, 1875;

Notulen van de algemene ledenvergaderingen, met bijlagen, gedrukt, 1875-1887, 1889-1975;

Agenda's van de algemene ledenvergaderingen, 1877, 1879-1881, 1883, 1885-1890.

Overige stukken ja

Stukken betreffende de viering van het 25-jarig bestaan in 1900 en het 50-jarig jubileum in 1925;

Gedenkboek 'Een halve eeuw 'Witte Kruis'-arbeid', uitgegeven ter ere van het 50-jarig bestaan;

Stukken betreffende de viering van het 75-jarig bestaan, 1950;

Rapport van het Witte Kruis over de wijziging van de Wet tot voorziening tegen besmettelijke ziekten van 1872;

Stukken betreffende de werkzaamheden van de ontsmettingsinrichtingen te Hilversum en Alkmaar, 1893-1939;

Ingekomen stukken betreffende de oprichting en het functioneren van plaatselijke afdelingen van het Witte Kruis in Noord-Holland, 1875-1881.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Wortman, J.L.C., Noord-Hollandsche Vereeniging `Het Witte Kruis' 1875-1925 (z.p. z.j.).
  • Fleischer, F.C., De vereenigingen "Het Witte Kruis" en "Het Groene Kruis" (Makkum 1902).