Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging "Prins Alexander-Stichting"

Naam Vereeniging "Prins Alexander-Stichting"
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Begindatum 1880 (eerste vermelding)
Einddatum 1904 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Gehandicapten, Jeugd 0-6, Jeugd 6-12
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen en vrouwen, Vrijmetselaars
Werkingsgebied Landelijk
Doelstelling

het verplegen van blinde kinderen beneden de zes jaren, onverschillig van welke Godsdienstige gezindheid, in een daartoe bestemd gesticht

Activiteit

de oprichting en instandhouding van de Prins Alexander Stichting, inrichting voor jeugdigen blinden van 4-8 jaar van iedere geloofsbelijdenis, op de Middeneng te Bennekom, financieel mogelijk maken (Broekman, 17)

Werkt samen met

en is een dochterorganisatie van de vrijmetselaarsloge La Bien Aimée te Amsterdam, opgericht in 1735 als Loge de la Paix, heropgericht in 1754 en van naam veranderd in 1756.

Oprichters

'Het idee voor een opvoedingsgesticht voor blinde kinderen op neutrale grondslag lijkt afkomstig te zijn geweest uit de koker van S.J. Cohen, de in 1875 aangetreden voorzitter [van La Bien Aimée] die de arbeid naar buiten [buiten de maςonnieke kring] als belangrijkste plicht beschouwde.' (Meijer, 351)

Advocaat-procureur Mr. S.J. Cohen opperde het idee om een inrichting voor blinde kinderen op te richten. (Broekmans, 17)

 

'Ook was het op zijn [J.H. Meijers'] aandrang, dat te Bennekom de Prins Alexanderstichting voor blinde kinderen van vier tot tien jaren, in het leven werd geroepen, eene stichting, die als het voorportaal van het Amsterdamsche Instituut kan worden beschouwd'. (Perk)

(J.H. Meijer was voorzitter van het Blindeninstituut te Amsterdam)

 

Een oprichtingscommissie van 7 leden van de Amsterdamse vrijmetselaarsloge "La bien aimée", onder wie J.A. Zaal en L.P. van Son, zorgden voor de oprichting en inrichting van de instelling te Bennekom. Zij trad na de opening van de instelling af en een nieuw bestuur werd gevormd. (Mededelingen, 1978)

Bestuursleden

In het eerste bestuur hadden zitting: prof. dr. W.M. Gunning, een der onderwijzers van het Blindeninstituut te Amsterdam, voorzitter, A.C. Wertheim, vice-voorzitter van de Prins Alexander Stichting te Bennekom, F.J.W.H. Schmitz penningmeester, jhr. A.W. van Borsele, burgemeester van Ede en L.P. van Son, secretaris. (Mededelingen)

Eigen gebouw (adres)

'In 1880 was een pand te Bennekom gereed om arme blinde kinderen op te vangen.' (Broekman 17).

'Het asiel was na een grote verbouwing op 30 november 1880 feestelijk geopend'. (Meijer)

Vergaderplaats

Het eerste bestuur werd gekozen in Odéon te Amsterdam op 20 mei 1880.

Koninklijk Besluit 22 juli 1880 nr. 19; 1895
Staatscourant

05/06-09-1880, 02-03-1895

 

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
322
Verantwoording gegevens

M.A. Perk, 'Levensbericht van Johan Hendrik Meijer' in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1892, 270 e.v.

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 846.

H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.), Tijdschrift voor Armenzorg, 1e jrg. (1900) 135 en t.a.p. 2e jrg. 62.

Mirjam Broekman, Vrouwen en het beschavingsoffensief te Amsterdam (scriptie UvA, 2008) 16-20, 38, 39.

ad oprichters en bestuursleden:

Mededelingen Vereniging Oud-Bennekom, jrg. 1978 nr. 33, 5-8.

Floor Meijer, Wereldburgers. Vrijmetselaren en de stad Amsterdam 1858-1906 (Diss. Amsterdam 2010) 350-357.

ad laatste vermelding:

ontleend aan het jaarboekje voor de Haarlem van 1904

Opmerkingen

ad leden:

vrouwen konden lid worden en donatrice, maar het lidmaatschap hield niet meer in dan dat zij geld contribueerden. (Broekman 17)

De vrijmetselaren waren goed vertegenwoordigd onder de leden, maar ook niet-maςons waren lid of zoals Meijer opmerkt: 

'In zowel de maςonnieke als profane wereld werden met succes contribuerende leden geworven.'

 

'Prins Alexander der Nederlanden verbond zijn naam aan de jeugdige stichting; het Groot-Oosten der Nederlanden beloofde jaarlijks een aanzienlijke som ter ondersteuning en onderscheidene Loges gaven telkens grootere en kleinere bijdragen'. (http://www.vrijmetselaarsgilde/MaςonniekeEncyclopedie/BMAP~1/B-014~1, geraadpleegd op 27 juli 2010)

Het beoogde asyl voor blinde kinderen onder de zes jaar was aanvankelijk opgezet als een liefdadige activiteit van de gezamenlijke Amsterdamse loges. Door interne strubbelingen waarin meester voorzitter Cohen met zijn loge La Bien Aimée steeds geïsoleerder kwam te staan van de andere Amsterdamse loges, werd uiteindelijk besloten er een profaan, d.w.z. ook voor niet maςonnieke kinderen toegankelijke instelling van loge La Bien Aimée alléén van te maken. De landelijke organisatie in Den Haag, de Orde der Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, zegde wel een jaarlijkse schenking van f. 500 toe. (Meijer)

adactiviteit:

'Het daadwerkelijke succes van de Stichting is moeilijk te beoordelen (...). Veel meer dan 25 pupillen had men doorgaans niet; het bleek bijzonder lastig om (onvermogende) ouders ervan te overtuigen dat hun kinderen werkelijk het beste af waren in Bennekom.' (Meijer)

Het Jaarboekje voor de Stad Haarlem vermeldt voor 1904 12 opgenomen blinde kinderen 'meest van onvermogende ouders'. (Haarlem 1904) p. 431.

(Van het correspondentschap Haarlem, dat in 1904 40 leden en donateurs telde, met de heer en mevrouw P.H. Testas van Gilse als correspondenten is de oprichtingsdatum niet bekend.)



Literatuur


Toon literatuur over de vereniging

Literatuur over de vereniging


Verberg literatuur over de vereniging
  • 'Vereeniging "Prins Alexander-Stichting" te Amsterdam', in: de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 2 juni 1900 (Rotterdam 1900).

Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Meijer, J.H., 'De Prins-Alexanderstichting op Midden-Eng te Bennekom' in: Eigen Haard 1880 (Haarlem 1880) 457.