Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging tot instandhouding van het Geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten

Naam Vereeniging tot instandhouding van het Geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten
Plaats Den Haag
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 3 juni 1856 (oprichting)
Einddatum 1920 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Geesteszieken, Jeugd 0-6, Jeugd 6-12, Jeugd 12-21
Werkingsgebied Landelijk
Doelstelling

het instandhouden van het Geneeskundig Gesticht voor minderjarige idioten, waar met onderwijs en begeleiding de lichamelijke, verstandelijke en zedelijke vorming van de kinderen in evangelisch-christelijke zin zal worden nagestreefd. (inleiding plaatsingslijst)

Activiteit

oprichting en instandhouding mogelijk maken van achtereenvolgens de 'Idiotenschool, sedert 1858 Geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten in Nederland (sedert 1885: te 's-Gravenhage)'.

Werkt samen met

de Stuiversbond die geld voor de inrichting ophaalde.

Heeft als afdeling(en)

subcommissies (o.a. te Middelburg) en correspondentschappen in het land (o.a. te Schiedam en Haarlem).

Oprichters

Een lange lijst van stichters en medestichters van de school, die geopend werd in aanwezigheid van prins Frederik en prinses Marianne der Nederlanden, en die zich (aldus hieronder genoemd verslag) constitueren tot een vereeniging. (eerste jaarverslag)

Oprichters van de 'school' voor idioten in 1854-55 waren Ds. Koetsveld, dr. J. Brouwer Starck en H. van den Heuvel.

Beschermheren -of vrouwen

beschermvrouwe:

H.K.H. Prinses Marianne.

Eigen gebouw (adres)

eerste schoollokaal: aan de Zuidwal; vanaf 1856 een gebouw op de Riviervischmarkt

Koninklijk Besluit 12 sept. 1856 nr. 53; 27 april 1879 nr.16; 16 juni 1885 nr. 42
Staatscourant

24 september 1856, 9 mei 1879 en 18 juli 1885

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
1313
Verantwoording gegevens

Ph. Falkenburg, Armenzorg in Nederland 3e deel: Gemeente 's-Gravenhage (Amsterdam 1897) 392-399. [In opdracht der Vereeniging voor de staatshuishoudkunde en de statistiek bewerkt door Ph.F.]

Eerste jaarverslag van het Geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten, geopend 1 Januarij 1858, voorafgegaan door de geschiedenis der Idiotenschool te 's-Gravenhage sedert 15 Mei 1855.

ad correspondenten:

Jaarboekje voor de stad en het kanton Schiedam, uitgegeven te Schiedam over de jaren 1847, 1850, 1855, 1860, 1865, 1870, 1875, 1880, 1885, 1890 en 1895.

Jaarboekje voor de Stad Haarlem voor 1891 (Haarlem 1891) 195.

ad subcommissie Middelburg:

Zeeuwsch jaarboekje en Middelburgsche naamwijzer 1880 (Middelburg 1880).

ad activiteiten, inkomsten en uitgaven:

J.F.L.Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 828.

H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.), Tijdschrift voor Armenzorg, 1e jrg. (1900) 103.

Opmerkingen

Op 6 Juli 1855 werd voorlopig koninklijke toestemming verleend voor de oprichting van een idiotengesticht, zodat met fondswerving begonnen kon worden. (Falkenburg)

Gestart werd in 1854 met de oprichting van een school voor idioten. De school bestond uit een bewaar - en leerafdeling. Op de bewaarafdeling poogde men kinderen met basisbegrippen vertrouwd te maken opdat ze ooit naar de leerschool zouden kunnen. Lukte dat niet, dan werd het kind naar huis of naar een echt krankzinnigengesticht verwezen. Op de leerschool werd wat trager en minder lager onderwijs gegeven, dan op de gewone scholen voor lager onderwijs. Verder werden 'vatbare' meisjes onderwezen in naaien en het allereenvoudigste handwerken, de jongens op een werkplaats onderricht in sigaren- en mattenmaken en boekbinden.

ad levensbeschouwing:

'Behoudens het Evangelisch-Christelijk beginsel der Stichting wordt ieder kind opgeleid tot die godsdienstige belijdenis, waarvoor het bestemd en vatbaar is; de Roomsch-Katholieken onder de leiding van de Heeren Geestelijken van de St. Theresia-kerk.'

activiteiten, inkomsten en uitgaven:

Een inschrijving werd geopend die f. 21.859 opbracht en een renteloos voorschot werd verleend tot een bedrag van f. 8000. Hiermee werd op de Riviervischmarkt een gebouw gekocht dat na een grote verbouwing op 1 januari 1858 openging. Spoedig werd er een 40-tal kinderen verpleegd, terwijl een twintigtal alleen de dagschool bezocht. In 1863 werd een eet- en jongensslaapzaal aangebouwd; in 1867 een meisjesslaapzaal. Grote bijdrage aan het stichtingskapitaal voor de school in 1855 kwam van de koningin. Het gestícht werd van rijkswege gesubsidieerd voor f. 3000, vanwege de provincie voor f. 2000 en vanwege de gemeente voor f. 1000. Men hoopte met de bijdragen van ouders van rijke kinderen ook de arme kinderen te kunnen verplegen, maar dat werkte niet. Rijken gaven wel hun geld, maar niet hun kinderen, als het even kon! Wel had die opzet als gevolg dat er een 1e en 2e klasse verpleging werd ingesteld. Tegenwoordig [in 1897]: algemeen tarief: f. 300 voor particulieren en f. 250 voor armbesturen; enkele 1e klassers à f.500 à f. 600. De subsidiërende instanties hadden het recht om een zestal kinderen kosteloos te laten verplegen. Slechts een zeer klein deel van de verzoeken hiertoe kon worden ingewilligd. Op 1 januari 1895 telde de school 85 leerlingen, waarvan 43 in het gesticht verpleegd werden; de rest bezocht alleen de dagschool. Op 31 december 1896 waren er 40 internen en 49 externen. Falkenburg geeft voorts tabellen van uitgaven, inkomsten aan school- en verpleeggelden, aantallen verpleegden en verpleegdagen, kosten der verpleging. Conclusie: 'De uitgaven werden voor het kleinste helft gedekt door contributies der leden. Een afzonderlijke Stuiversbond bracht jaarlijks f. 300 tot f. 400 op. Aan giften kwam tussen de f. 300 en f. 700 binnen. Andere uitgaven werden bestreden uit rente, bijdragen van particulieren voor de verpleging in gestichten en een enkele voorstelling of verloting ten bate van het huis. (Falkenburg)

Zie voor de activiteiten, inkomsten en uitgaven in het verenigingsjaar 1899-1900 Tijdschrift voor armenzorg.

correspondenten:

Te Schiedam waren dat dr. C.J. Vaillant en H.A.M. Roelants van ongeveer 1860 tot 1875, ds. M.A. Gooszen in 1875, J.W.J. Harwegen den Breems in 1880 en J. van der Hout in 1885 en 1895;

in Haarlem was dit in 1891 M.J. Mees.

ad laatste vermelding:

De jongste archiefstukken dateren van 1920.

Archief

Het archief van de Vereeniging tot instandhouding van het Geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten wordt onder toegangsnummer 34-01 bewaard in het Haags Gemeentearchief.

Toon archiefinfo
Verberg archiefinfo

Naam archiefbewaarplaats Haags Gemeentearchief
Naam collectie Idiotenschool, sedert 1858 Geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten in Nederland (sedert 1885: te 's-Gravenhage), sedert 1914 Geneeskundig opvoedingsgesticht voor zwakzinnige en achterlijke kinderen.
Beheersnummer 34-1
Toegang plaatsingslijst
Statuten ja

Reglementen en statuten, met bijlagen, 1855-1914.

Reglementen ja

Reglement, 1855;

Reglementen en statuten, met bijlagen, 1855-1914.

Ledenlijsten ja

Naamlijsten van bestuurders, donateurs, leden, correspondenten en contribuanten, 1889 en 1896.

Correspondentie ja

Ingekomen stukken, 1857-1920.

Financiƫle stukken ja

Rekeningen en verantwoordingen, 1857-1892;

Kwitanties, 1855-1911.

Overige stukken ja

Aantekenboekjes nrs. 6 en 9 van de vergaderingen van het bestuur, 1886-1893;

Registers van ingeschreven patiënten, 1858-1880;

Vaccinatiebewijzen, 1848-1910;

Ingevulde tabellen van verpleegden, 1861-1919;

Register van het personeel, 1887-1901, voorts van lararen, leerlingen etc.

Opmerkingen algemeen

De archiefvorming van school en vereniging was niet gescheiden.

Financiële en huisvestingsproblemen leidden in 1920 tot de sluiting van het gesticht. De vereniging bleef voortbestaan, onder meer om de bezittingen te beheren.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Verslag van het Geneeskundig Gesticht voor Minderjarige Idioten te 's-Gravenhage (Den Haag 1858 -1918).