Maatschappij tot bevordering van Welstand, voornamelijk onder landlieden, te Amsterdam
Naam | Maatschappij tot bevordering van Welstand, voornamelijk onder landlieden, te Amsterdam |
Alternatieve namen |
|
Plaats | Amsterdam |
Provincie | Noord-Holland |
Begindatum | 1822 (oprichting) |
Einddatum | 1851 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | protestants |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Protestanten (landelijk) |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Mannen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | (Protestantsche) 'medebelijderen, die wel de geschikte hoedanigheden of aanleg hebben, om gelukkige leden in de zamenleving te worden, maar daartoe buiten staat zijn uit oorzake van bekrompene omstandigheden, buiten hun toedoen, door dadelijke hulp, vooral in den landbouw, tot een vast bestaan te helpen, en alzoo in staat te stellen, om nuttige leden hunner gemeente te worden'. |
Activiteit | het financieel en anderszins steunen van de landelijke vereniging haar doel te bereiken
(Die doelstelling luidde: 'ten behoeve van de zoodanigen [hierboven omschreven] aan te koopen of aan hen de nodige voorschotten voor niets te doen tot het aankoopen van de vereischte landerijen, woningen en verdere noodwendigheden; echter onder bepaalde voorwaarde, dat zij, het zij het aangekochte zelf, het zij bij gedeelten en op vaste tijden, den prijs der voor hen aangekochte goederen, of de aan hen voorgeschotene gelden, zullen terug geven.') |
Afdeling van | de landelijke Maatschappij ter bevordering van Welstand, voornamelijk onder landlieden, opgericht in 1822 en gevestigd te Breda. |
Bestuursleden | Bestuurders of correspondenten te Amsterdam in 1850: P.J. Ameshoff, R.L. Chevalier, mr. J.J. Uijtwerf Sterling, prof. J. Bosscha, S. Willuemier en F. Rendorp (Calisch).
|
Verantwoording gegevens | ad doelstelling, activiteit, levensbeschouwing, en leden: W. de Vries, 150 Jaar Welstand De Maatschappij tot bevordering van Welstand, voornamelijk onder landlieden 1822-1972. gegevens specifiek voor de afdeling Amsterdam: N.S. Calisch, Liefdadigheid te Amsterdam. Overzigt van al hetgeen in Amsterdam wordt verrigt, ter bevordering van de stoffelijke, zedelijke en godsdienstige belangen, voornamelijk der minvermogenden en behoeftigen (Amsterdam 1851) 352. (Uit echte bronnen bijeengebracht door N.S.C.) |
Opmerkingen | ad leden: vrouwen konden alleen donatrice worden, geen lid. het inschrijfgeld voor het lidmaatschap bedroeg f. 5,25 'en voorts jaarlijks in de maand Januarij, eene toelage van gelijke somma'. Andere inkomsten kwamen uit legaten, collecten e.d.m. (De Vries)
'Wat nu meer bepaaldelijk Amsterdam betreft, vinden wij in de drie jongste verslagen, 1848, 1849 en 1850, het volgende vermeld. 1848: 7 ringen, 1127 leden, f. 6047.75 aan toelagen, f. 98.50 aan giften; 1849: 7 ringen, 1046 leden, f. 5543.75 aan toelagen, f. 357.95 aan giften; 1850: 7 ringen, 983 leden, 5212.50 aan toelagen, f. 303.07 aan giften.' (Calisch) |