Vereeniging tot ondersteuning en zedelijke ontwikkeling van hulpbehoevende blinden
Naam | Vereeniging tot ondersteuning en zedelijke ontwikkeling van hulpbehoevende blinden |
Alternatieve namen |
|
Plaats | Utrecht |
Provincie | Utrecht |
Begindatum | 22 oktober 1864 (oprichting) |
Einddatum | 1935 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | protestants |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Gehandicapten |
Werkingsgebied | Lokaal, Landelijk |
Doelstelling | de bevordering van het maatschappelijk en geestelijk welzijn van hulpbehoevende blinden, zonder onderscheid van godsdienstige gezindten (Goossens) |
Activiteit | De vereniging tracht dit doel 'o.a. te bereiken door godsdienstige toespraken en gemeenschappelijk gebed, onderwijs in het lezen door middel van voelbare tekens, en door voor hen een werkkring te openen in de Werkinrichting der Vereeniging. Hier komen de blinden samen om onderwijs te ontvangen in handenarbeid, die naar hunne vermogens en krachten is berekend. Voor het verrichtte werk worden zij beloond, ieder naar gelang van zijn stand en de behoeften van hemzelf of van zijn gezin.' |
Werkt samen met | er is spake van personele samenwerking met de Vereeniging ter bevordering van de in- en uitwendige zending te Utrecht, opgericht in 1860, de moederorganisatie van de vereniging. |
Oprichters | De oprichtings-commissie bestond uit Jonkheer Mr. A.M.C. van Asch van Wijck, als vertegenwoordiger van de Vereeniging tot bevordering van de in- en uitwendige zending en de heer F.C. Wieder als vertegenwoordiger van de Jongelingenvereeniging. |
Bestuursleden | Tot eerste bestuurders werden gekozen: C.J. Barneveld, voorzitter, F.C. Wieder, secretaris en Van Asch van Wijck, penningmeester. |
Eigen gebouw (adres) | 'De werkinrichting, na gevestigd te zijn geweest in de Bagijnestraat (naast het oude gasthuis voor ooglijders), op de Maliesingel, in de Lauwerstraat, weer in de Bagijnestraat en in [een] eigen huis op de Neude, heeft thans onderkomen gevonden in een voormalig café en logement, Achter St. Pieter nr. 10, dat aangekocht en geheel voor het doel ingericht' is. (Smissaert 262) Het dient tevens als woonhuis van de directeur van de inrichting. 'Reeds den 22 October 1864 kon de werkinrichting (...) geopend worden in 't Cholera-hospitaal, door het stedelijk bestuur daartoe welwillend tijdelijk ten gebruike afgestaan'. (Wolbers, Bouwsteenen 1e jrg. 92) Maar de cholera brak uit in 1866, zodat het lokaal ontruimd moest worden. Verhuizing naar de biljartkamer van een der bestuursleden volgde, maar toen deze datzelfde jaar ging verhuizen werd een nieuwe werkinrichting gevonden in de Lauwerstraat. In januari 1867 werd een huis gehuurd in de Wijde Bagijnenstraat voor f. 300. In mei 1871 werd een huis op de Neude gekocht voor f. 10.000. |
Koninklijk Besluit | 26 mei 1870 nr. 22; 1899 |
Staatscourant | 23 juni 1870 |
Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
|
2961 |
Verantwoording gegevens | J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 856. H. Smissaert, Armenzorg in Nederland gemeente Utrecht (Amsterdam 1896) 262-266 (in opdracht van de Vereeniging voor de staatshuishoudkunde en statistiek bewerkt door H.S.). H.W. Methorst, Werkinrichtingen voor behoeftigen (Diss. Utrecht 1895) 152-154. J. Wolbers, 'Werkinrichting voor blinden, te Utrecht' in Bouwsteenen, Tijdschrift voor inwendige zending 1e jrg. (1882) 91-100. L. Heldring, [Verslag van activiteiten in de rubriek] 'Binnenland', in Bouwsteenen Tijdschrift voor inwendige zending 2e jrg. (1883) 304-306. ad Koninklijk Besluit: behalve aan Goossens ook ontleend aan het register van de Staatscourant van 1899. ad eigen gebouw: een publicatie van het 'Gezicht op de voorgevel van de Werkinrichting voor Blinden van de Vereniging tot Ondersteuning en Zedelijke Ontwikkeling van Hulpbehoevende Blinden' in: Utrecht in Woord en Beeld, een geïllustreerd familieweekblad voor stad en provincie, jrg. 1934/35, nr. 32. |
Opmerkingen | ad doel en oprichters: In 1864 kwam een agent van de Rotterdamse werkinrichting voor blinden in de Vereniging ter bevordering van de in- en uitwendige zending te Utrecht (1860-) vertellen over die Rotterdamse inrichting. Daarop besloten ook Utrechtse verenigingsleden iets dergelijke op te richten om de blinden te leren lezen, 'opdat zij in de Heilige Schrift troost en bemoediging voor tijd en eeuwigheid mochten vinden, en tevens hun enig werk te verschaffen, waardoor zij, tenminste enigszins, in staat werden gesteld het brood huns bescheiden deels met eigen handen te verdienen.' (Wolbers, 92) ad activiteit en bekostiging daarvan: In de werkinrichting waren van 1886-1890 56 tot 62 blinden werkzaam. Ter bekostiging hiervan dienen de inkomsten uit legaten, contributies en collecten. Er werd nauwelijks gesubsidieerd. (Smissaert, 265) Ook de Mannenzangvereniging trad op en dames hielden verlotingen en 'bazaars', dit alles ten behoeve van de blinden van de werkinrichting, wier producten eveneens het nodige opbrachten. (Wolbers, Bouwsteenen 1e jrg., 94) |
Literatuur
Toon literatuur over de vereniging
Literatuur over de vereniging
Verberg literatuur over de vereniging
- Wolbers, J., 'Werkinrichting voor blinden, te Utrecht', in: Bouwsteenen, Tijdschrift voor inwendige zending (Utrecht 1e jrg. 1882) 91-100.
Toon publicaties van de vereniging
Publicaties van de vereniging
Verberg publicaties van de vereniging
- Boele, C., Rechtvaardigheid boven weldadigheid. De emancipatie van de blinden in Nederland in de XXste eeuw. Uitgave van de Landelijke Stichting voor Blinden en Slechtzienden (LSBS) te Utrecht ter gelegenheid van haar 125-jarig bestaan 1864-1989 (Utrecht 1992).