Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging "het Doorgangshuis"

Naam Vereeniging "het Doorgangshuis"
Alternatieve namen
  • Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallen vrouwen' te Arnhem (jaarboekje Magdalena)
Plaats Arnhem
Provincie Gelderland
Begindatum 1882 (oprichting)
Einddatum 1899 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Ongehuwde moeders, Prostituees
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen en vrouwen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

Vrouwelijke personen die zich overgeven aan ontucht of in gevaar zijn daartoe te vervallen, onder den invloed van de Christelijke liefde, zoo mogelijk, op den beteren weg te helpen.

Activiteit

het financieren van het Doorgangshuis voor 'gevallen' vrouwen en meisjes dat bestierd werd door de leden van het Dames-Comité

Neemt deel aan

Neemt, samen met zusterverenigingen, deel aan de christelijke filantropie van de Inwendige Zending. De zusterverenigingen zijn de verenigingen met een Doorgangshuis en verenigingen of commissies 'ter opbeuring’ te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Nijmegen, Leiden, Haarlem, Groningen en Arnhem. Vanaf de 80-er jaren kwamen al deze verenigingen, die enkele of al hun 'gevallenen' naar het Asyl Steenbeek stuurden, bijeen op de 'vluchtheuvel' te Zetten bij dat Asyl.

Heeft als deelnemer

het Dames-Comité van de Vereeniging, eveneeens opricht in 1882 en gevestigd te Arnhem.

Werkt samen met

de Vereeniging Asyl Steenbeek en Talitha Kumi.

Oprichters

Zie onder bestuursleden

 

Bestuursleden

Het eerste bestuur (1882) van deze vereniging waaronder zich ongetwijfeld de oprichters bevonden, bestond uit de heren: ds. L.J. Heldring, president, mr. D.R.B. baron van Lynden, secretaris-penningmeester, jhr. C.A.H. Mollerus, graaf C.W. van Limburg Stirum, H.B. Breijer, R.E. Menthen, dr. J.J. Homoet, ds. J.E. Schröder, ds. J.H.L. Roozemeijer, allen te Arnhem, en dr. W. van den Bergh te Schaarsbergen.

In 1883 en 1884: ongewijzigd.

In 1890 werd het bestuur gevormd door de heren mr. B.P. Baron van Verschuer, voorzitter, dr. J.J. Homoet, mr. D.R.B. baron van Lynden, K.E. Menthen, jhr. C.A.H. Mollerus, graaf C.W. van Limburg Stirum, ds. J.H.L. Roozemeijer, mr. E.G.C. Scheidius, penningmeester, ds. C.S. Adama van Scheltema en ds. J.E. Schröder.

Eigen gebouw (adres)

Het doorgangshuis geopend in mei 1882 in de Bentincksteeg, o.l.v. Mej. A.M. Slangen, directrice, vroeger adjunct-directrice van het huis van Arrest te Utrecht.

Koninklijk Besluit 22 november 1885 nr. 19
Staatscourant

22 januari 1886

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
699
Verantwoording gegevens

L. Heldring, Het verslag van de 'Vijfde algemeene samenkomst voor Inwendige Zending te Amsterdam, Woensdag 21 juni 1882', Bouwsteenen. Tijdschrift voor Inwendige Zending, 1e jrg 1882, 227-247.

H. Pierson, 'Eene vergadering op den vluchtheuvel te Zetten', t.a.p., 336-345.

H. Pierson, W. v.d. Bergh (reds.), 'Het verslag van den Staat en Verrigtingen van het Asyl Steenbeek' in Magdalena. Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek voor 1883 (Amsterdam 1883) 195 e.v.

H. Pierson, W. v.d. Bergh en I. Esser (reds.), 'Het verslag van den Staat en Verrigtingen van het Asyl Steenbeek' in Magdalena. Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeeken voor 1884 (Amsterdam 1884) 185 e.v. en voor 1890 (Amsterdam 1890) 157 e.v.

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 706.

Opmerkingen

In Piersons verslag in Bouwsteenen van de op 29 juni 1882 gehouden vergadering 'op den vluchtheuvel te Zetten' van 'besturen van inrichtingen, die zelve handelend optreden om het verlorene te behouden' (bedoeld is: de prostitutie bestrijden) wordt over het Doorgangshuis te Arnhem vermeld dat om dit te kunnen behouden de vereeniging "Het doorgangshuis" in januari 1882 was opgericht. 'Wij weten, aldus in het verslag baron van Lynden, 'hoeveel Mej. Betz daar reeds gearbeid heeft. Zij stond echter te veel alleen en had hulp van noode. Er is daarom een heerencomité opgericht dat haar financieel te hulp komt en met zijn naam steunt. Een huis is gevonden en sinds Mei geopend. Tot heden toe is er nog niet veel toevloed geweest, doch men hoopt krachtig de hand aan het werk te slaan. Gelukkig heeft men zoveel gewonnen, dat de dames, die zich bij de zaak hebben aangesloten, vrijheid verkregen om in het gasthuis de zaal voor gevallen vrouwen te bezoeken. Daar vooral moet men het terrein van werkzaamheid trachten te vinden.'

ad relatie met zustervereniging:

De ook te Middelburg, Dordrecht en Harlingen opgerichte zusterverenigingen hielden niet lang stand; in Middelburg en Dordrecht werden deze begin jaren 70 weer opgeheven en in Harlingen tussen 1875 en 1880.