Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Maatschappij tot verbetering der woningen voor arbeidenden en minvermogenden

Naam Maatschappij tot verbetering der woningen voor arbeidenden en minvermogenden
Alternatieve namen
  • Eerste Maatschappij tot verbetering der woningen voor arbeidenden en minvermogenden ((na de oprichting van de Tweede Maatschappij))
  • Utrechtse Woning-maatschappij, voorheen Derde Maatschappij tot verbetering der woningen voor arbeidenden en minvermogenden (vanaf 1899 )
Plaats Utrecht
Provincie Utrecht
Begindatum 1850 (oprichting)
Einddatum 1899 (opheffing)
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Arbeiders, Armen algemeen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

alles te verrichten wat in verband tot de woning geacht kon worden de armoede te verligten en de gezondheidstoestand der stad Utrecht te verbeteren

 

Activiteit

Welgestelde leden kochten aandelen in de Maatschappij en kregen een dividend uitgekeerd dat varieerde van vier tot ruim zeven procent. Op die manier combineerden zij naastenliefde met eigenbelang op korte termijn.

Met het geld kochten de Maatschappijen 'bestaande panden en lapten ze zo goed mogelijk op of sloopten ze en bouwde er nieuwe voor in de plaats'. ('t Hart)

Het woningbezit werd verdeeld over afdelingen of blokken, waarover een bestuurslid het toezicht had. In de negentiende eeuw lag de nadruk van dit toezicht op 'zindelijke en nette bewoning' en 'zedelijk gedrag der huurders'. Bewoners konden met nette bewoning en prompte huurbetaling jaarlijks een geldelijke beloning verdienen'. (inleiding inventaris)

Werkt samen met

de Tweede en Derde Maatschappij tot Verbetering der Woningen van Arbeidenden en Minvermogenden opgericht in resp. 1855 en 1860 en eveneens gevestigd te Utrecht.

Voortgezet als

De Utrechtsche Woning-Maatschappij, tezamen met de Tweede en de Derde Maatschappij

Oprichters

'een belangrijke rol in dit drietal [Maatschappijen tot verbetering van der Woningen van Arbeidenden en Minvermogenden] speelde de medicus H.J. Broers, die jarenlang voorzitter was van de Gezondsheidscommissie'. ('t Hart)

Verantwoording gegevens

P.D. 't Hart, Leven in Utrecht Groei naar een moderne stad (Hilversum 2005) 122.

gegevens ontleend aan de inventaris van het verenigingsarchief

Opmerkingen

ad begindatum:

de inleider van de inventaris vermeldt 1855 als begindatum van de 'eerste', 1858 als die van de tweede en 1860 als die van de derde maatschappij.

ad einddatum:

in 1899 werden de aandelen van de Eerste en Tweede Maatschappij geconverteerd naar de 'Derde Maatschappij', die vervolgens per 1 mei 1899 werd omgedoopt in de Utrechtsche Woning-Maatschappij, voorheen Derde Maatschappij tot verbetering der woningen voor arbeidenden en minvermogenden (Statuten goedgekeurd bij KB van 22-03-1899, nr. 12, Staatscourant nr. 82). (inleiding inventaris)

Archief

Het archief van de Utrechtse Woning-maatschappij, voorheen eerste, tweede en derde maatschappij tot verbetering der woningen voor arbeidenden en minvermogenden te Utrecht 1855-1965, wordt onder toegangsnummer 845 bewaard in het Utrechts archief. (inventaris; 3,5 m., volledig openbaar). Het is te raadplegen bij de archiefinformatie van de Derde Maatschappij tot verbetering der woningen voor arbeidenden en minvermogenden.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Verslag van den toestand der drie maatschappijen tot verbetering der woningen voor arbeidenden en minvermogenden te Utrecht loopende van 18XX (Utrecht 18XX).