Vereeniging tot opvoeding en opleiding van zonen van Evangelie-arbeiders in onze Overzeesche Bezittingen
Naam | Vereeniging tot opvoeding en opleiding van zonen van Evangelie-arbeiders in onze Overzeesche Bezittingen |
Plaats | Utrecht |
Provincie | Utrecht |
Begindatum | 1868 (oprichting) |
Einddatum | 1899 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | protestants |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Jongens |
Werkingsgebied | Landelijk |
Doelstelling | 'Het doel der (...) vereeniging is: zonen van Evangelie-arbeiders in onze Overzeesche bezittingen "op te voeden in de vreeze des Heeren en op te leiden naar den eisch van Gods woord."' (Blankenberg) |
Activiteit | 'De jongens wonen te zamen met den directeur en zijne vrouw in één gebouw (Wittevrouwensinge 59); er is plaats voor 12 jongens. Bij de opleiding wordt gelet op den aanleg der knapen, de begeerte der ouders of voogden en de geldmiddelen der vereeniging. Voor verpleging en opvoeding van elk kind wordt minstens f 150.- per jaar gevorderd.' (Blankenberg) |
Eigen gebouw (adres) | pand Wittevrouwensingel 59 te Utrecht |
Verantwoording gegevens | J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 919. J.T.H.C. van Ebbenhorst Tengbergen en J. Alblas, Liefdadige en andere nuttige instellingen te Utrecht. Bijdrage tot de geschiedenis der weldadigheid (Utrecht 1895) 186. |
Opmerkingen | Deze vereniging is in de database opnomen in navolging van de beslissing van Ebbenhorst Tengbergen en Blankenberg c.s. om haar in hun overzichten van weldadigheidsinstellingen te vermelden. Waarschijnlijk was de gevraagde f. 150 niet toereikend voor de opvoeding en verzorging van de zoons van de overzeese evangelisten en werden de tekorten door weldoeners aangevuld of werd de hele som door weldoeners bijeengebracht. |