Vereeniging tot steun van verwaarloosden en gevallenen, comité te Rotterdam
Naam | Vereeniging tot steun van verwaarloosden en gevallenen, comité te Rotterdam |
Alternatieve namen |
|
Plaats | Rotterdam |
Provincie | Zuid-Holland |
Begindatum | 1899 (eerste vermelding) |
Einddatum | 1917 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | protestants |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Meisjes, Ongehuwde moeders, Prostituees, Verwaarloosde kinderen |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Mannen en vrouwen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | Hulp te verleenen aan: 1. kinderen wier opvoeding dreigt verwaarloosd te worden of reeds verwaarloosd wordt; 2. oudere meisjes, die strengere leiding behoeven dan zij van hare ouders of voogden ontvangen; 3. ongehuwde moeders; 4. ontuchtige vrouwen, die haar leven wenschen te verbeteren. (Blankenberg) |
Activiteit | De pupillen werden 'meestal eerst in Doorgangshuizen der Vereeniging' geplaatst, 'daarna in gezinnen'. 'Zij tracht het doel te bereiken door de bedoelde personen in voor haar geschikte gezinnen ter verpleging of, voorzoover het oudere meisjes betreft, als dienstboden te doen opnemen, of de laatstgenoemden op andere wijze behulpzaam te zijn in het vinden van een maatschappelijke werkkring.' (Van der Zijl) Het uitvoerend Comité te Amsterdam en de plaatselijke comités gaan op zoek naar 'gevallen, waarin de hulp der vereeniging wordt nodig gevonden'. Vervolgens trachten zij 'corporaties of particulieren, die tot de te verplegen personen in eenige betrekking staan te bewegen de daarvoor benoodigde bijdragen beschikbaar te stellen. (...) Jongens worden in Mettray uitbesteed'. (Blankenberg) |
Afdeling van | tot 1901 comité van, daarna afdeling van de landelijke Vereeniging tot steun van verwaarloosden en gevallenen, opgericht in 1886 en gevestigd te Amsterdam. |
Verantwoording gegevens | ad eerste vermelding, doelstelling, activiteit, relatie en plaats: J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 696, 708. ad activiteit en uitgaven: J. van der Zijl (red.), Gids voor vereenigingen en instellingen op het gebied der kinderverzorging (Den Haag 1912) 33. Uitgave van het Bureau van den Bond ter Behartiging van de belangen van het Kind, no. 1. ad laatste vermelding: Ontleend aan de in 1917 opgestelde 'Lijst van Instellingen van Weldadigheid te Rotterdam, die aan den Armenraad voor den nieuwen termijn van 4 jaren deelnemen.' (in: Nationaal Archief, archief ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Volksgezondheid en Armwezen 1910-1918, inv. nr. 90). opmerking 'ad doelstelling': J.T.H.C. van Ebbenhorst Tengbergen en J. Alblas, Liefdadige en andere nuttige instellingen te Utrecht. Bijdrage tot de geschiedenis der weldadigheid (Utrecht 1895) 85, 86. |
Opmerkingen | ad doelstelling: aanvankelijk werden kennelijk alleen meisjes die dréigden 'te vallen' opgenomen, pas later ook de 'gevallenen' zelf. (Van Ebbenhorst, 85-86) ad levensbeschouwing: vrijzinnig protestants uitgaven: De personen, commissies van uitvoering of Comitées 'voor wier rekening de verpleeging geschiedt, betalen een verpleeggeld van f. 104 per jaar en een entree voor kinderen van f. 10 en voor ongehuwde moeders of ontuchtige vrouwen van f. 25'. (Van der Zijl) |