Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Centen-vereeniging ten behoeve der hulpbehoevende blinden te Rotterdam "Steunt Ons Streven"

Naam Centen-vereeniging ten behoeve der hulpbehoevende blinden te Rotterdam "Steunt Ons Streven"
Plaats Rotterdam
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 1869 (oprichting)
Einddatum 1917 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Gehandicapten
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

de stoffelijke belangen der hulpbehoevende blinden in de gemeente Rotterdam te behartigen (Goossens)

'Zij stelt zich ten doel de hulpbehoevende blinden in de gemeente Rotterdam zoowel in geld als in natura te ondersteunen, omverschillig tot welke godsdienstige gezindte deze behooren'. (Falkenburg, 246)

Activiteit

'De gewone onderstand bestaat in brood, brandstof en tegemoetkoming in de huishuur. (...) Het arbeidsveld der vereeniging is verdeeld in zes kwartieren naar het aantal bestuursleden. Elk bestuurlid heeft de blinden in zijn kwartier te bezoeken en na te gaan, welke ondersteuning zij behalve de gewone natura-bedeeling behoeven. Iedere blinde ontvangt om de drie maanden een blikken doosje, waarin 13 weekbons voor 2, 4 of 7 brooden. Deze worden in elk kwartier bij een aangewezen bakker afgehaald. De ondersteuning in brandstof of aardappelen wordt thuisbezorgd. Daarenboven helpt de vereeniging ook nog op andere wijze. Zij bezorgt b.v. den blinde, die thuis niet kan worden verpleegd in een gesticht.

Eens of meerdere malen per jaar geeft zij aan blinden een feest, waarop ook de verpleegden in de Inrichting worden genoodigd, terwijl van haren kant de werkinrichting de ondersteunden der vereeniging op hare feesten noodigt.' (Falkenburg 246-247)

Koninklijk Besluit 24 juni 1870; 24 juli 1880 nr. 32
Staatscourant

5 september 1880

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
2640
Verantwoording gegevens

Algemeen:

Ph. Falkenburg, Armenzorg in Nederland II: Gemeente Rotterdam (Amsterdam 1895) 246-249. (in opdracht der Vereeniging voor de staathuishoudkunde en de statistiek bewerkt door Ph.F.)

Falkenburg zelf gebruikt als bronnen de jaarverslagen over 1885-1886 en 1891-1892.

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 849.

ad oprichtingsdatum:

C. Boele, Rechtvaardigheid boven weldadigheid. De emancipatie van de blinden in Nederland in de XXste eeuw (Utrecht 1992) 23. (Uitgave van de Landelijke Stichting voor Blinden en Slechtzienden (LSBS) te Utrecht ter gelegenheid van haar 125-jarig bestaan 1864-1989)

ad activiteit en financiën:

H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.), Tijdschrift voor Armenzorg, 2e jrg. (1901) 182.

Opmerkingen

ad opriching en Koninklijk Besluit:

Falkenburg geeft 1870 als jaar van oprichting en 24 juni 1870 als datum van het KB. Goossens vermeldt dit jaar noch deze datum, maar geeft het (mogelijke herzienings?)besluit van 24 juli 1880 nr. 32.

ad laatste vermelding:

Ontleend aan een door de gemeente Rotterdam in 1917 opgestelde 'Lijst van instellingen van weldadigheid te Rotterdam, die aan den armenraad voor den nieuwen termijn van 4 jaren deelnemen.’; in: Nationaal Archief, archief ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Volksgezondheid en Armwezen 1910-1918, toegangsnummer 2.04.54, inv. nr. 90.

actitviteiten, inkomsten en uitgaven:

Falkenburg geeft tabellen van:

aantallen ondersteunden ingedeeld naar geslacht en religieuze gezindte (tussen de 90-120, meest vrouwen, meest Ned. Hervormd)

uitgave der vereniging aan ondersteuning (tussen de f. 2650-f. 4170)

de ertegenoverstaande ontvangsten der vereniging (tussen de f. 2496 en de f. 4171).

In de 1885-1892 jaren haalden tussen de 292 en 325 'verzamelaars' de centen op bij de leden, d.w.z. bij hen die tenminste 1 cent per week bijdroegen.

Donateurs/trices gaven grotere bedragen ineens.

 

In het Tijdschrift voor armenzorg (2e jrg. p. 182) wordt over het jaar 1900-1901 nog vermeld: 'Het aantal ondersteund wordende bedraagt nu 48 mannen en 78 vrouwen, te samen 126, waarvan: 75 Ned. Hervormd; 34 Roomsch Katholiek; 8. Evang. Luthers; 5 Gereformeerd; 3 Israëliet  en 1 Fransch Gereformeerd.

Aan al deze zorgen is dit jaar eene uitgave verbonden geweest van f. 4426,32. Daarvoor is ingekomen aan contributiën en giften een bedrag van f. 4261,09½, het welk met het saldo van f. 1130,13 van het vorig jaar, eene totale ontvangst geeft over 1900-1901 van f. 5364,22½, met een saldo van f. 937,90½ tegen f. 5147,22 in het voorgaande  jaar.'

ad relaties:

'Velen der ondersteunden zijn werkzaam in de Werkinrichting voor hulpbehoevende blinden. Een nauwere band met de werkinrichting bestaat evenwel niet'. (Falkenburg)