Conferentie van den H. Vincentius van Paulo (van de H. Vincentiusvereeniging)
Naam | Conferentie van den H. Vincentius van Paulo (van de H. Vincentiusvereeniging) |
Opmerkingen over naam | gewoonlijk de Vincentiusvereeniging genoemd |
Plaats | Oosteind |
Provincie | Noord-Brabant |
Parochie | parochie van de H. Vincentius à Paulo. |
Begindatum | 29 oktober 1855 (oprichting) |
Einddatum | 1903 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | rooms-katholiek |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Armen algemeen, Rooms-Katholieken (plaatselijk) |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Mannen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | 'Artikel 2. der Algemeene bepalingen luidt: Geen liefdewerk moet geacht worden vreemd te zijn aan de Vereeniging, ofschoon zij meer bepaaldelijk ten doel heeft het bezoeken van arme gezinnen. De leden der Vereeniging maken zich dus de gelegenheid ten nutte, om vertroostingen te bieden aan de zieken en gevangenen, om onderwijs te bezorgen aan arme, verlatene of gevangene kinderen en godsdienstige hulp te verschaffen aan hen, wien het daaraan in doodsgevaar ontbreekt.' |
Activiteit | 1. De belangrijkste taak van de leden was het huisbezoek der armen. In aanmerking komende gezinnen werden wekelijks bezocht door twee 'broeders', steeds dezelfde per gezin zodat een vertrouwensband kon ontstaan. Materiële nood werd gelenigd door het geven van geld of hulp in natura, tegelijkertijd werd getracht door vermaningen en het beschikbaar stellen van stichtelijke lectuur de ontvangers op 'het rechte pad' te brengen of houden. Op de wekelijkse vergadering brachten alle leden van de betreffende conferentie hun bevindingen en aanvragen ter tafel. Dit ging volgens het reglement als volgt: na het openingsgebed dat telkens door een ander lid moest worden uitgesproken 'geeft de penningmeester het bedrag der kas op en van de bij de laatste zitting gehouden inzameling, opdat ieder zijne aanvrage om ondersteuning kunne regelen naar de hulpmiddelen der conferentie [art. 19 van het reglement]. art. 20. Men deelt vervolgens de bons voor ondersteuning in natura uit. Elk lid wordt op zijn beurt door de president opgeroepen en zegt luide hoeveel hij vraagt en voor hoeveel gezinnen. Wanneer hij daartoe uitgenodigd wordt, geeft hij inlichtingen omtrent deze gezinnen. art. 20. De onderstand moet stiptelijk bij de armen gebracht worden in het tijdsverloop van de eene zitting tot de andere. Het tijdstip (...) wordt aan de voorzichtigheid van ieder lid overgelaten. (...) art. 25. Bij het einde der zitting en voor het gebed doet de penningmeester de inzameling, waartoe elk lid door eene aan zijne middelen geëvenredigde, maar altijd geheime, gift bijdraagt.'
'Bedeelende armenzorg (...).' (Blankenberg) |
Afdeling van | de conferentie functioneerde als afdeling Oosteind van de nationale Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo, opgericht in 1846 en bestuurd door de Hoofdraad te Den Haag als 'vereenigingspunt' van alle Nederlandse Bijzondere Raden en conferenties. |
Bestuursleden | president: Th. Sprangers in 1894 en 1899, H. de Jong in 1903; vice-president: J. Verdaas in 1894, H. de Jong in 1899, C. v.d. Noort in 1903; secretaris: A. Bossers in 1894, P.J. Driesen in 1899 en 1903; penningmeester: W. Bossers in 1894, Adr. Bossers in 1899 en 1903; magazijnmeester: niet vermeld in 1894, C. van Alphen in 1899 en 1903. |
Verantwoording gegevens | ad begindatum, laatste vermelding en bestuursleden: Pius-Almanak voor het jaar des heeren 1894 (Alkmaar 1894) 255. Pius-Almanak. Jaarboekje voor de Katholieken van Nederland voor het jaar des Heeren 1899-1900 (Alkmaar 1899) 43. Onze Pius-Almanak voor het jaar des Heeren 1903 (Alkmaar 1903) 339. ad doelstelling en activiteit: R.P. Vergnes C.ss.R., Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo en hare werkzaamheden in Nederland (Den Haag 1930) 57 en 58. Handboek der Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo (Den Haag 1847 2e dr.) 3, 13-21. ad activiteit: J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 329. |