Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen te Leiden
Naam | Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen te Leiden |
Alternatieve namen |
|
Plaats | Leiden |
Provincie | Zuid-Holland |
Begindatum | 1852 (eerste vermelding) |
Einddatum | 1890 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | protestants |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Ongehuwde moeders, Prostituees |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Mannen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | Het redden van gevallen vrouwen die spijt hebben, door hen naar het Asyl Steenbeek te zenden, 'waar zij door een christelijke verzorging kunnen leeren zich aan orde, tucht en eerlijken arbeid te gewennen en waaruit zij als nieuwe schepselen naar de maatschappij kunnen terugkeeren'. |
Activiteit | Het opvangen en 'teregtbrengen' van berouwvolle 'gevallen' vrouwen en het doneren of contribueren voor de oprichting en instandhouding van het Asyl Steenbeek, waarheen een aantal van de opgevangen vrouwen, meestal de jongeren, werden gezonden. |
Werkt samen met | de Vereeniging Asyl Steenbeek te Amsterdam, opgericht in 1847. |
Werkt samen met | Vereeniging "Het Doorgangshuis voor Ongehuwde moeders te Leijden". |
Neemt deel aan | Neemt, samen met zusterverenigingen, deel aan de christelijke filantropie van de Inwendige Zending. De zusterverenigingen zijn de verenigingen met een Doorgangshuis en verenigingen of commissies 'ter opbeuring’ te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Nijmegen, Leiden, Haarlem, Groningen en Arnhem. Vanaf de 80-er jaren kwamen al deze verenigingen, die enkele of al hun 'gevallenen' naar het Asyl Steenbeek stuurden, bijeen op de 'vluchtheuvel' te Zetten bij dat Asyl. |
Bestuursleden | In 1855: ds. J.F. Kuyper, mr. H. Obreen, B.W.Wttewaal, ds. F.C.J. van Goens, prof. A.E. Simon Thomas en ds. W.M.S. Junius. In 1860: toegetreden: ds. E. Laurillard, M.A. Kluit, W.F. Werst; afgetreden: H. Obreen, B.W. Wttelwaal en ds. F.C.J. van Goens. In 1865: toegetreden: geen; afgetreden zijn: ds. J.F. Kuyper, ds. E. Laurillard en M.A. Kluit. en 1870: toegetreden: dr. H.G. Hagen, ds. J.T. Kuyper en mr. Samuel le Poole; afgetreden: prof. A.E. Simon Thomas. In 1884: toegetreden: ds. J. Drost; afgetreden: ds. J.T. Kuyper. In 1890: toegetreden: ds. C.A. Evelein; afgetreden; dr. H.G. Hagen. |
Verantwoording gegevens | 'Het verslag van den Staat en Verrigtingen van het Asyl Steenbeek', in: Magdalena. Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek, voor de jaren 1852, 1860, 1865, 1870, 1883, 1884 en 1890. De redactie werd in deze jaren achtereenvolgens gevoerd door O.G. Heldring (1852 en 1860), M. Cohen Stuart (1865), J.A. Schuurman Johszn. en L.R. Beyen (1870), H. Pierson en W. v.d. Bergh (1883) en H. Pierson, W. v.d. Bergh en I. Esser (1884 en 1890). |
Opmerkingen | ad begindatum: Jeronimo de Vries Jzn. merkt in zijn artikel van 30 november 1852 getiteld: 'Geschiedenis van het Asyl Steenbeek, benevens iets over andere inrichtingen tot opbeuring van boetvaardigen in Nederland' het volgende op: 'Voorts is het ons bekend, dat er zich onlangs eene vereeniging te Leiden gevestigd heeft. Te Haarlem, Zwolle, Deventer, Arnhem, Harderwijk, Epe, Middelburg en elders is het ons medebewust, dat men zich de belangen van boetvaardigen aantrekt; doch is het ons niet bekend, dat hieromtrent circulaires of verslagen in druk zijn verschenen, of bepaalde Vereenigingen bestaan', in: O.H. Heldring (red.), Magdalena, Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek (Amsterdam 1e jrg. (1853) 69). |