Bijzondere Raad Maastricht van de Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo [1]
Naam | Bijzondere Raad Maastricht van de Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo [1] |
Opmerkingen over naam | gewoonlijk Bijzonderen Raad van de Vincentiusvereeniging genoemd |
Plaats | Maastricht |
Provincie | Limburg |
Begindatum | 5 maart 1854 (oprichting) |
Einddatum | 1868 (opheffing) |
Levensbeschouwing | rooms-katholiek |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Ambachtslieden, Armen algemeen, Rooms-Katholieken (plaatselijk), Verwaarloosde kinderen, Werklozen, Wezen, Zieken |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Mannen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | 'Artikel 2. der Algemeene bepalingen luidt: Geen liefdewerk moet geacht worden vreemd te zijn aan de Vereeniging, ofschoon zij meer bepaaldelijk ten doel heeft het bezoeken van arme gezinnen. De leden der Vereeniging maken zich dus de gelegenheid ten nutte, om vertroostingen te bieden aan de zieken en gevangenen, om onderwijs te bezorgen aan arme, verlatene of gevangene kinderen en godsdienstige hulp te verschaffen aan hen, wien het daaraan in doodsgevaar ontbreekt.'
Uit het reglement van de Vincentiusvereniging: Art. 28. De Bijzondere Raad houdt zich bezig met de gewigtige liefdewerken en maatregelen, waarin al de Conferentien der stad belang hebben. Art. 29. Hij bepaalt de aanwending der fondsen van de gemeenschappelijke kas. Deze kas wordt gestijfd door de buitengewone van elders ontvangen giften, door de inzamelingen op de algemeene vergaderingen van de stad gedaan en de offers, welke de Presidenten, namens hunne Conferentie, op elke zitting aanbrengen. Zij strekt ter voorziening in de kosten der liefdewerken voor de geheele stad en tot ondersteuning der onvermogendste Conferentien. |
Activiteit | De Bijzondere Raad Maastricht van 1854-1868 was verantwoordelijk voor de commissie het Liefdewerk Sint-Vincentiusgesticht voor verwaarloosde jongens, organiseerde (schoenmakers)werk voor werklozen, richtte een armenschool op en een zondagsschool waar gratis onderwijs in lezen schrijven en rekenen werd gegeven aan 'arbeidende jongens'. Deze 'liefdewerken' kwamen in 1868 onder de verantwoordelijkheid van de (ene) Conferentie Maastricht. Het huisbezoek der armen zelf behoorde tot de taak van de deelnemende conferenties, die door de Bijzondere Raad zo nodig hierbij financieel gesteund werden. |
Afdeling van | de nationale Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo, opgericht in 1846 en bestuurd door de Hoofdraad te Den Haag als 'vereenigingspunt' van alle Nederlandse Bijzondere Raden en conferenties. |
Heeft als deelnemer | de oudste, op 25 maart 1848 opgerichte, conferentie onder bescherming van Onze Lieve Vrouw, in 1854 omgedoopt in conferentie van Sint-Matthias, de conferentie van Sint Martinus (1854) en de conferentie Onze Lieve Vrouw (sinds 1856). |
Opgegaan in | de Conferentie Maastricht, die in 1868 ontstond uit het samengaan van de leden van de tot dan onder de Bijzondere Raad ressorterende conferenties van Sint Matthias, van Sint Martinus en van Onze Lieve Vrouw met de tot 1868 'dissidente' Vincentiusvereniging onder bescherming van Sint Servaas. De Bijzondere Raad hief zichzelf hierbij op. Pas in 1890 zou de conferentie Maastricht zich op aandringen van de hoofdraad in Den Haag weer opsplitsen in een Bijzondere Raad met twee conferenties. |
Eigen gebouw (adres) | Tot de eigendommen behoorden de panden Jodenstraat 22, Kesselskade (voorheen Bokstraat) 52/53 en Mariastraat 19, en de achter deze huizen gelegen kapel, kloosterhuis en schoollokalen van de zusters Ursulinen. Dit hele complex was in 1850 door mgr. L.H. Rutten aan de zusters ter beschikking gesteld toen deze naar Maastricht kwamen voor het geven van onderwijs aan meisjes. In 1864 vertrokken de Ursulinen naar de Grote Gracht. Wel bleven ze les geven aan de bewaar-en lagere school voor meisjes. Op 5 augustus 1867 schonk Rutten de gebouwen aan de Sint-Vincentiusvereniging, op voorwaarde dat de vereniging het armenonderwijs zou voortzetten. |
Verantwoording gegevens | ad doelstelling en activiteit: Vergnes C.ss.R., R.P., Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo en hare werkzaamheden in Nederland (Den Haag 1930) 58,59, 61-82. Handboek der Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo (Den Haag 1847 2e dr.) 3, 13, 14, 21-23 De overige gegevens zijn ontleend aan de inleiding van de inventaris. |
Opmerkingen | Uit het reglement van de Vincentiusvereniging: Art. 1. De Bijzondere Raad eener stad is samengesteld uit een President, een Vice-President, een Secretaris, een Penningmeester en al de Presidenten en Vice-Presidenten der Conferentien van de stad, en de Presidenten en Vice-Presidenten der bijzondere liefdewerken, die alle conferentien aangaan. |
Archief
Het archief van de Bijzondere Raad van de Vincentiusvereniging Maastricht 1854-1868 maakt samen met het archief van zijn opvolger, de conferentie Maastricht 1868-1890 deel uit van het archief met de titel: Vincentiusvereniging Maastricht 1848-1890 (7,10 m. beperkt openbaar), dat onder toegangsnummer 21.29A wordt bewaard in het Regionaal Historisch Centrum Maastricht. Zie 'Archiefinfo' van de Bijzondere Raad Maastricht van de Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo [2].
Literatuur
Toon publicaties van de vereniging
Publicaties van de vereniging
Verberg publicaties van de vereniging
- Evers, H. en H. Schwanen (reds.), De Vincentiusvereniging in Maastricht, een aspect van de stadsgeschiedenis vanaf 1848 (Maastricht 1993).