Conferentie van de H. Catharina van de Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo
Naam | Conferentie van de H. Catharina van de Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo |
Opmerkingen over naam | doorgaans de Vincentiusvereeniging genoemd |
Plaats | Amsterdam |
Provincie | Noord-Holland |
Parochie | parochie van de H. Catherina |
Begindatum | 4 augustus 1849 (oprichting) |
Einddatum | 1907 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | rooms-katholiek |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Armen algemeen, Rooms-Katholieken (plaatselijk) |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Mannen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | Artikel 2. der Algemeene bepalingen luidt: Geen liefdewerk moet geacht worden vreemd te zijn aan de Vereeniging, ofschoon zij meer bepaaldelijk ten doel heeft het bezoeken van arme gezinnen. De leden der Vereeniging maken zich dus de gelegenheid ten nutte, om vertroostingen te bieden aan de zieken en gevangenen, om onderwijs te bezorgen aan arme, verlatene of gevangene kinderen en godsdienstige hulp te verschaffen aan hen, wien het daaraan in doodsgevaar ontbreekt. |
Activiteit | De belangrijkste taak van de leden was het huisbezoek der armen. In aanmerking komende gezinnen werden wekelijks bezocht door twee 'broeders', steeds dezelfde per gezin zodat een vertrouwensband kon ontstaan. Materiële nood werd gelenigd door het geven van geld of hulp in natura, tegelijkertijd werd getracht door vermaningen en het beschikbaar stellen van stichtelijke lectuur de ontvangers op 'het rechte pad' te brengen of houden. Op de wekelijkse vergadering brachten alle leden van de betreffende conferentie hun bevindingen en aanvragen ter tafel. Dit ging volgens het reglement als volgt: na het openingsgebed dat telkens door een ander lid moest worden uitgesproken 'geeft de penningmeester het bedrag der kas op en van de bij de laatste zitting gehouden inzameling, opdat ieder zijne aanvrage om ondersteuning kunne regelen naar de hulpmiddelen der conferentie [art. 19 van het reglement]. art. 20. Men deelt vervolgens de bons voor ondersteuning in natura uit. Elk lid wordt op zijn beurt door de president opgeroepen en zegt luide hoeveel hij vraagt en voor hoeveel gezinnen. Wanneer hij daartoe uitgenodigd wordt, geeft hij inlichtingen omtrent deze gezinnen. art. 20. De onderstand moet stiptelijk bij de armen gebracht worden in het tijdsverloop van de eene zitting tot de andere. Het tijdstip (...) wordt aan de voorzichtigheid van ieder lid overgelaten. (...) art. 25. Bij het einde der zitting en voor het gebed doet de penningmeester de inzameling, waartoe elk lid door eene aan zijne middelen geëvenredigde, maar altijd geheime, gift bijdraagt. |
Neemt deel aan | den Bijzonderen Raad Amsterdam van de Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo, geïnstalleerd in 1848. |
Bestuursleden | president: Th. J. van den Bergh in 1894 en 1899 en dr. N.J. Rooswinkel in 1903; vice-president: mr. Arn. C.M. Leesberg in 1894, 1899 en 1903; secretaris: mr. J.A.N. Lammers in 1894, 1899 en 1903; penningmeester: D.H.B. Erftemeijer ín 1894 en W.N.J. van der Hulst in 1899 en 1903; magazijnmeester: L.F. Frankemölle in 1894 en 1899 en W.G. van Haaren in 1903. |
Verantwoording gegevens | ad begindatum en bestuursleden: Pius-Almanak voor het jaar des heeren 1894 (Alkmaar 1894) 250. Pius-Almanak. Jaarboekje voor de Katholieken van Nederland voor het jaar des Heeren 1899-1900 (Alkmaar 1899) 39. Onze Pius-Almanak voor het jaar des Heeren 1903 (Alkmaar 1903) 334. ad doelstelling en activiteit: Vergnes C.ss.R., R.P., Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo en hare werkzaamheden in Nederland (Den Haag 1930) 57 en 58. Handboek der Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo (Den Haag 1847 2e dr.) 3, 13-21. ad laatste vermelding: ontleend aan de archiefperiode van de stukken in het Katholiek Documentatiecentrum. |
Archief
Archiefstukken m.b.t. de conferentie van de H. Catharina over de periode 1896-1907 bevinden zich in dossier nr. 96 van het archief van de Sint Vincentius Vereniging Nederland dat wordt bewaard in het Katholiek Documentatiecentrum te Nijmegen.