Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Maatschappij van Weldadigheid, afdeling Veghel

Naam Maatschappij van Weldadigheid, afdeling Veghel
Opmerkingen over naam de afdelingen worden ook subcommissies genoemd
Plaats Veghel
Provincie Noord-Brabant
Begindatum 1818 (oprichting)
Einddatum 1867 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Armen algemeen, Werklozen
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

'het doel der Maatschappij van Weldadigheid is hoofdzakelijk om den toestand der armen en lagere volksklassen te verbeteren, door zoodanige ontwerpen, die voor dezelve dienstig geoordeeld worden, ter uitvoering te brengen, inzonderheid door aan dezelve arbeid, onderhoud en onderwijs te verschaffen en hen uit dien toestand van verbastering, waartoe deze menschen, in het algemeen, vervallen zijn op te beuren, en tot eener hoogere beschaving, verlichting en weldadigheid op te leiden'.

Bij KB van 7 juli 1859 nr. 100 werd de doelstelling van de opnieuw opgerichte Maatschappij 'mede te werken tot verbetering van den toestand der lagere volksklassen'. (Goossens)

Activiteit

Om het bovenomschreven doel te bereiken stichtte de Maatschappij de ‘vrije’ kolonies Frederiksoord (1818), Willemsoord (1820) en Wilhelminaoord (1820), waar de bedeelde zich vrijwillig zou kunnen aanmelden om te worden opgeleid tot zelfstandig boer. Dat bleek al spoedig veeleer theorie. In de praktijk werden contracten met derden afgesloten, gebaseerd op de opvoeding der kinderen in de vrije gestichten; de subcommissies bemiddelden hierbij, maar weesvoogden, diakoniën en armbesturen kregen het eeuwigdurend plaatsingsrecht.

Afdeling van

Maatschappij van Weldadigheid, opgericht in 1818, waarvan het hoofdbestuur was gevestigd in Den Haag en, na 1859, in Frederiksoord.

Verantwoording gegevens

ad doelstelling, activiteit, richtgroep en inkomsten:

gegevens ontleend aan de inventaris van de archieven van de Maatschappij van Weldadigheid 1818-1970 door J.R. van der Zijden, J. Hagen, C.G.C. Meynen (uitgave rijksarchief Drenthe) en aan overige data m.b.t. de landelijke Maatschappij.

ad oprichtingsdatum en laatste vermelding van de afdeling:

ontleend aan archiefstukken in het archief van het gemeentebestuur van Vehgel.

 

Opmerkingen

ad richtgroep:

gevangenen, bedelaars en wezen en boefjes behoorden na 1859 ook officieel niet meer tot de richtgroep van de Maatschappij, toen door de acte van scheiding van 1858 de dwanginrichtingen van de Maatschappij overheidsinstellingen waren geworden.

inkomsten:

contributies der leden. Deze volstond in de praktijk hooguit als bijdrage in de kosten voor de vrije kolonisatie van behoeftige gezinnen; de opvang van bedelaars, wezen, vondelingen en verlaten kinderen kwam grootendeels voor rekening van de regering via allerlei contractuele vergoedingen voor opvang en verzorging'. Na 1859 werd dit gebruik geïnstitutionaliseerd bij het afsplitsen van de dwanginrichtingen van de Maatschappij.

Archief

In het archief van het Gemeentebestuur Veghel 1811 - 1936 dat onder toegangsnummer 7698 wordt bewaard in het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) bevinden zich stukken betreffende instelling en instandhouding van de plaatselijke subcommissie van weldadigheid te Veghel, 1 omslag 1818-1819, 1867.