Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog

Naam Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog
Alternatieve namen
  • "Vereeniging Het Nederlandsche Roode Kruis" (vanaf 1895)
Plaats Den Haag
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 1867 (eerste vermelding)
Einddatum
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Gevangenen, Militairen, Zieken
Werkingsgebied Landelijk
Doelstelling

In tijd van oorlog, het lot van den gekwetsten en zieken Krijgsman door persoonlijke diensten en stoffelijke hulpmiddelen te helpen verzorgen, ook dan, wanneer haar hulp wordt gevraagd door oorlogvoerende natiën, terwijl Nederland in den oorlog niet betrokken is. In tijd van vrede, zich uitsluitend tot die taak voor te bereiden, om daarvoor steeds gereed te zijn. (Goossens)

 

Activiteit

In de algemene vergadering van 3 okt. 1877 werd een 'Algemene regeling der werkzaamheden' vastgesteld volgens welke de taak van de vereniging was: het voorbereiden van door Hoofd- en lokale Comité's te verlenen hulp; treffen van maatregelen in oorlogstijd inzake uit te zenden ambulances en bijzondere detachementen; het verkrijgen van een centraal magazijn waar hulpgoederen bijeengebracht en verzonden werden. Bij besluit van 3 april 1909 werd de activiteit aanzienlijk uitgebreid met de bepaling dat het Roode Kruis heeft mee te werken tot leniging van nood bij rampen in binnen- en buitenland. In vredestijd mocht de Vereniging zich aan zodanig maatschappelijk werk wijden 'dat de belangstelling der natie in haar streven levendig wordt gehouden, haar groei bevorderd en medegewerkt wordt tot het vormen van kapitaal en tot het verkrijgen van de nodige hulpmiddelen.' (Verspyck)

Zonder Europese oorlog werd de aanvankelijke beperkte taakopvatting geleidelijk aangepast m.n. de (opleiding tot) het verplegen van zieken werd de belangrijkste activiteit van het Rode Kruis, uitgevoerd door de vrouwelijke leden of de leden van het damescomité.

Afdeling van

het Internationale Comité van het Roode Kruis opgericht in 1863 en gevestigd te Genève.

Heeft als afdeling(en)

opgericht in 1868: het 'vrouwencomité en het mannencomité te 's-Gravenhage, en de comités te Utrecht, Nijmegen, Bergen op Zoom, Schiedam (mannen-comité), Amsterdam, Haarlem, Voorburg, IJsselmonde, en Sittard.

 

Opgericht in 1869: De comité's te Almelo, Middelburg, Groningen, Deventer, Overbetuwe (Elst) en Kampen.

 

Blijkens de inventaris van het archief van de hoofdvereniging in Den Haag worden daar van de volgende comités jaarverslagen over 1870 bewaard:

Alkmaar (alleen over 1870), Alblasserdam (1870-'72), Amersfoort (alleen 1870), Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Bergambacht (1870-'72), Bergen, Bergschenhoek, Bladel, Borculo (1870-'75), Boskoop (alleen 1870), Breda, Brielle (1870-'72), Brummen, Coevorden (alleen 1870), Delden, Delfshaven (1870+'76), Delft (1870+'72), Dieren, Dinxperlo (alleen 1870), Doesburg, Dokkum (alleen 1870), Ede, Eindhoven, Elburg (1870-'72), Geldrop (alleen 1870), Genderingen (1870-'71), Giessendam, Gorinchem, Gorssel (1870-'82), Gouda, 's Gravenzande (1870-'72), Groenlo (1870-'74 met hiaten), Haamstede (1870 + '72), Haarlemmermeer, Haastrecht, Harderwijk, Hardinxveld (alleen 1870), Hattum, Heenvliet (1870-'73), Heerde (1870-'78), 's Heerenberg (1870-'71), Heerenwaarde (alleen 1870), Heerjansdam (1870-'71), Heerlen (alleen 1870), Heeze (alleen 1870), Den Helder, Hellevoetsluis (alleen 1870), Hengelo (alleen 1870), Heusden (1870-'79), Hillegersberg, Hillegom (alleen 1870), Hoeksewaard (1870-'72), Holten (alleen 1870), Hoogeveen (alleen 1870), Hoorn, Hulst (1870-'71), Kampen, Kinderdijk (1870-'77 met hiaten), Leerdam (1870), Leeuwarden, Leiden, de Lier (alleen 1870), Lisse, Lochem-Laren-Barchem, De Lijmers (alleen 1870), Maastricht, Meeuwen (alleen 1870), Meppel, Noordwelle (alleen 1870), Nijkerk, Ommen (alleen 1870), Oude IJssel (1807-'82 met hiaten), Over Betuwe, Overflakkee en Goedereede, Overschie (1870-'76), Purmerend (1870 + '72), Raalte (alleen 1870), Raamsdonk (1870+ '75), Renkum en Oosterbeek, Renesse (1870-'71), Roermond, Rotterdam (mannen- en vrouwen-comité's), Rozenburg (1870-'75), Ruurlo, Rijssen (alleen 1870), De Rijp (alleen 1870), Sassenheim (1870-'71, '81-83), Schermer (1870-1889 met hiaten), Scheibroek (1870-1877 met hiaten), Schiedam, (mannen- en vrouwencomité's) Schoonhoven (alleen 1870), Sliedrecht (1870-'76 met hiaten), Smilde (alleen 1870), Steenwijk, Texel (1870, 1872), Tilburg (1870-'71), Uden, Venlo (1870, 1872), Vianen (1870,'72 en '73), Vlaardingen (1870-1874), Vlissingen (1870-1877), Voorst en Wilp, Waalwijk (alleen 1870), Wageningen, Warnsveld (1870-'75), Weert (1870-'71), Weesp (alleen 1870), Westzaan (alleen 1870), Winterswijk (vrouwencomité), Woerden, IJsselmonde (eiland), Zaamslag (alleen 1870), Zaltbommel (1870-'78, met hiaten), Zierikzee (1870-'74 met hiaten), Zutphen (1870 en 1879), Zwijndrecht (1870-'74).

 

Blijkens dezelfde inventaris worden van de volgende comités jaarverslagen van of vanaf 1871 bewaard:

Assen, Franeker (1871-'79 met hiaten), Dantumadeel, Noord-Schermer (1871-'78 met hiaten), Zaandam (1871-'78) en Zeist.

 

Jaarverslagen van of vanaf 1872 van de comités te:

Harlingen (1872-'81), Metzlawier (alleen 1872), Tiel (1872-'82 met hiaten).

 

Jaarverslagen vanaf het jaar 1875 worden bewaard van het mannen-comité in Gorinchem.

 

Jaarververslagen vanaf 1876 van het Comité te Woudrichem.

Oprichters

Stimulators: Dr. J.H.Ch. Basting (samen met H. Dunant) en koning Willem III.

Oprichter: koning Willem III, die bij KB van 19 juli 1867 nr. 60 bepaalde: 'Er zal zijn eene Nederlandsche vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog, hetzij Nederland er al dan niet in betrokken is'.

Voorts werd hierbij bepaald dat de vereniging bestuurd zou worden door een Hoofdcomité dat zijn zetel heeft te Den Haag; dat in alle gemeenten van het Rijk afdelingen konden worden opgericht, 'ook de zoodanige, die geheel of gedeeltelijk uit vrouwen bestaan'.

Bestuursleden

Bij besluit van 31 juli 1867 nr. 71 werden vervolgens benoemd: de ereleden: Henri Dunant, luitenant-kolonel W.J. Knoop, dr. J.H.Ch. Basting en de oud-marine-officier C.W.M. van de Velde. Voorts de voorzitter van het Hoofdcomité Prof. dr. J. Bosscha en de 24 overige leden, en tenslotte de secretaris van de vereniging dr. L.H. Verwey.

Voorzitters: Prof. dr. J. Bosscha (1867-1872); lt.-generaal F.A.V. ridder de Stuers (1872-1881); lt.-generaal C.T. van Meurs (1882-1889); K.J.G. baron van Hardenbroek van 's Heeraartsberg en Bergambacht (1889-1908); Prins Hendrik (1908-1934).

Secretaris: dr. L.H. Verwey in 1870, dr. B. Carsten in 1880, 1893, W.J. Vervloet in 1900.

Onder-voorzitter: lt.-generaal C.T. van Meurs in 1880, mr. C.A. van der Kemp in 1893, jhr. mr. S. Laman Trip in 1900.

penningmeester: mr. D. Polak Daniels in 1880, 1893, K.J.G. Baron van Hardenbroek van 's Heeraartsberg en Bergambacht in 1900.

overige leden van het dagelijks bestuur: O. Baron van Wassenaer van Catwijck, kolonel C.J.G. Baron van Hardenbroek van Berg-Ambacht, generaal-majoor H. Hardenberg, mr. D.C.A. Graaf van Hogendorp, jhr. mr. J.A. Singendonck in 1880, gepens. lt.-generaal jhr. G.M. Verspyck, gepens. kolonel B.E.J.H. Becking in 1893, gepens. lt.-generaal jhr. G.M. Verspyck, mr. J.E.H. Baron van Nagell van Ampsen, gepens. gen.-majoor C.J. van der Burcht van Lichtenbergh in 1900.

Eigen gebouw (adres)

De minister van Oorlog stelde het Hoofdcomité in 1867 een lokaal in het pand Plein nr. 5 ter beschikking, vlak 'bij de burelen van de Geneeskundige Dienst van de landmacht'. Daar konden ook de vergaderingen worden gehouden. Er werkten een bode en een schrijver. In 1876 kon de vereniging dankzij Willem III haar intrek nemen in het aan de Kroon toebehorende, zogenaamde Pageshuis, Lange Voorhout no 6. Op 14 december 1915 werd als geschenk van gefortuneerde Rode Kruisleden het pand Princessegracht 27 aanvaard. RK-voorzitter Hendrik had als voorwaarde bedongen dat in dat pand samengewerkt kon worden met de Maltezer en Johanniter Orden. Met machtiging van Wilhelmina werd door het hoofdcomité in 1916 het Pageshuis aan het Vrouwencomité van het Rode Kruis overgedragen en kreeg ook het mannencomité daarin enkele lokalen tot haar beschikking.

Centrale magazijn: Nadat zeer enthousiast was gereageerd op de op 19 juli 1870 uitgevaardige proclamatie van het hoofdcomité stelde de regering de Ridderzaal ter beschikking als centraal magazijn. Na ontruiming in mei 1871 werden de resten hulpgoederen overgebracht naar de Nieuwe Molstraat nr. 8. In 1880 slaagt het hoofdcomité erin een geschikt huis te huren aan de Zuid-Oost Buitensingel, thans (in 1967) Oranjebuitensingel geheten om daar zijn modellenverzameling van 'voorwerpen tot hulp, verpleging, vervoer en verblijf van zieke en gewonde krijgslieden' in onder te brengen. In 1882 werd het ook aangekocht (f.15.000) en ingericht voor gebruik in oorlogstijd. Bij aankoop van de Rode Kruiskliniek in de Jan van Nassaustraat werd het pand weer verkocht.

Koninklijk Besluit 19 juli 1867 nr. 60; 1 september 1870 nr. 21, 6 november 1895 nr. 175, 22 september 1896; 2 april 1909 nr. 90a.
Staatscourant

21 oktober 1896, 9 september 1909.

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
1334
Verantwoording gegevens

G.M. Verspyck, Het Nederlandsche Roode Kruis (1867-1967), uitgegeven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan door het Nederlandsche Roode Kruis 's-Gravenhage, in samenwerking met uitgeverij G.H. Callenbach NV te Nijkerk 1967.

ad einddatum:

geen, de vereniging bestaat nog; zie de website van het Rode Kruis Den Haag, geraadpleegd op 27 maart 2011.

Opmerkingen

ad activiteit en inkomsten:

In 1870 ging n.a.v. dreigende Duits-Franse oorlog een proclamatie uit van het Hoofd-comité rondgezonden aan de inmiddels 20 afdelingen en gepubliceerd in de Staatscourant, waarbij het Nederlandse volk verzocht werd geld en voorwerpen in te zenden en vrijwillige diensten aan te bieden, opdat deze in overleg met Oorlog en Marine aangewend zouden kunnnen worden ten bate van gewonde militairen. Er kwam een geweldige hulpactie op gang: het vermogen van de vereniging groeide van f. 1352 naar f. 340.000 (o.a. Willem III schonk f. 9000). Ook een grote hoeveelheid hulpgoederen kwam binnnen, waarop de regering op 23 juli 1870 de Ridderzaal als centraal magazijn in gebruik gaf. Het beheer van de aldaar verzamelde goederen werd gevoerd door een commissie o.l.v. voorzitter lt.-generaal Van Meurs en o.a. één afgevaardigde van het Haagse vrouwen- en mannen-comité als leden. De goederen werden verzonden naar ambulances en lazaretten aan het front (met behulp van de NS). Het Hoofdcomité nam in juli 1870 contact op met het Internationale Comité te Genève om te vragen in hoeverre personen met een Rode Kruis-armband inderdaad van schending van de Conventie van Geneve gevrijwaard waren.

Blijkens Verslag van verrichtingen van het Hoofdcomité in den Fransch-Duitschen oorlog 1870-1871, hoofdstuk III (in: Handelingen der Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp etc. ('s- Gravenhage 1872)) werden in die periode 10 ambulances met 18 afgevaardigden, 9 secretarissen, 35 artsen, 8 genees- en heelmeesters, 34 officieren en oud-officieren van gezondheid der land- en zeemacht, 14 dames-verpleegsters, belast met toezicht, 26 dames-verpleegsters, 11 verpleegsters, 27 verplegers, 38 goederenbegeleiders en 16 overigen naar het front gezonden. Hulp werd vervolgens verleend aan het Centrale Comité te Batavia ten behoeve van de gewonden van de strijd op Borneo (1858-1862) en Atjeh vanaf 1873 (Het Ned. Hoofdcomité schonk f.25.000 en het Comité Rotterdam f.10.000).

 

De vereniging zou onafhankelijk zijn van de regering, die echter in tijden van oorlog altijd op haar steun moet kunnen rekenen. 'Dit is het grondbeginsel van de samenwerking tussen regering en Rode Kruis gebleven, constateert jonkheer G.M. Verspyck, in zijn boek Het Nederlandsche Roode Kruis (1867-1967).

 

Verspyck p. 305: De (tweede) statuten van de bij KB van 19 juli 1867 nr. 60 (Stbld. nr. 210 van 1869) opgerichte 'Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijde van oorlog' werden bij het KB van 1 september 1870 nr. 21 goedgekeurd 'en de vereeniging mitsdien als regtspersoon erkend'. De statuten werden vastgesteld door het Hoofdcomité op zijn vergadering op 3 okt. 1867 en goedgekeurd op de eerste algemene vergadering van de vereniging op 2 september 1869. Voorts werd bij het onder 'oprichters' genoemde KB van 19 juli 1867 nr. 60 bepaald dat de vereniging bestuurd zou worden door een Hoofdcomité dat zijn zetel heeft te Den Haag; dat in alle gemeenten van het Rijk afdelingen konden worden opgericht, 'ook de zoodanige, die geheel of gedeeltelijk uit vrouwen bestaan' (een afdeling werd tot in de twintigste eeuw 'Comité' genoemd); dat het Hoofdcomité de statuten vaststelt, dat de ereleden van de vereniging, de voorzitter en de leden van het Hoofdcomité en de secretaris van de Vereniging door de Kroon worden benoemd, dat de voorzitter en de leden alle werkzaamheden gratis verrichten; en tenslotte dat in tijden van oorlog het Hoofdcomité in overleg heeft te treden met het ministerie van Oorlog en van Marine 'over de meest doelmatige aanwending van de hulpmiddelen van de Vereeniging'.

 

Het Nederlandsche Roode Kruis van Verspyk bevat een 15-tal bijlagen, waarin o.a.:

I: Overeenkomst van Geneve 1864 'voor de verbetering van het lot der gewonde krijgslieden in de legers te velde'; III: de ereleden met datum benoeming (tussen 1867-1958) en overlijden; IV: voorzitters 1867-1966; V: onderzoorzitters VI: Secretarissen-generaal vanaf 1917 VII: penningmeesters; VIII: hoofdcommissarissen vanaf 1909, etc. XIV: overzicht van het aantal leden en afdelingen 1867-1967 XV: overzicht van de Algemene en Buitengewone vergaderingen, van 1869 tot 1923 gehouden te Den Haag, vervolgens door het gehele land. Op 12 okt. 1881 werd op de algemene vergadering besloten de inspecteurs van de Geneeskundige diensten van land- en zeemacht q.q. altijd als leden van het hoofcomité op te nemen 'telkens wanneer dit door het Hoofdcomité wenselijk wordt geacht'. In 1895 werden zij ambtshalve lid van het hoofdcomité.

ad richtgroep:

krijgsgevangen gemaakte, gehandicapte/gewonde militairen en, m.n. in vredestijd, zieken en gewonden.

leden:

personen zijn in de voor ons relevante periode lid van een plaatselijk comité, dat comité is lid is van de Vereeniging. Alle leden hebben rechtspersoonlijkheid.

ad publicaties van de vereniging:

te raadplegen in de Koninklijke Bibliotheek Den Haag op microfiches (NBM Mfe) nrs. 20954 en  20983.

Archief

Het archief van het Hoofd-comité van de Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog, vanaf 1895 geheten: "Vereeniging Het Nederlandsche Roode Kruis" bevindt zich voor de periode 1867-1946 onder nr. 2.19.014 in het Nationaal Archief. Archieftitel: Nederlandse Rode Kruis: Hoofdbestuur, (1863) 1867-1945 (1950).

Voorts worden in archiefbewaarplaatsen her en der in het land archieven van plaatselijke afdelingen bewaard. De afdelingen waarvan het archief gevonden is, zijn afzondelijk in de database opgenomen.

Toon archiefinfo
Verberg archiefinfo

Naam archiefbewaarplaats Nationaal Archief
Naam collectie Nederlandse Rode Kruis: Hoofdbestuur, (1863) 1867-1945 (1950)
Beheersnummer 2.19.014
Toegang inventaris
Openbaarheid volledige openbaarheid
Omvang > 16 m.
Statuten ja

Prae-advies aan het Hoofdcomité door de commissie ter beoordeling van de wenselijkheid van herziening der statuten, met minderheidsnota door D.A.C. graaf van Hogendorp en amendementen van Jhr. Mr.J.A. van Singendonck en Dr. D. Polak Daniëls 1876.

Reglementen ja

Ontwerp van een algemene regeling der werkzaamheden voorlopig vastgesteld in de vergadering van het Hoofdcomité van 9 mei 1877;

Ontwerp van instructie voor de penningmeester van het Hoofdcomité met bijlagen, z.d. (1876);

Reglementen van opgeheven afdelingen. In veel gevallen hierbij de oprichtingsbrief en de eerste ledenlijst.

Notulen ja

Notulen van Hoofdbestuursvergaderingen 1867-1909 met bijlagen;

Notulen van Dagelijksbestuursvergaderingen 1868-1917.

Jaarverslagen ja

Jaarverslagen van de plaatselijke comité's 1868-1944.

Correspondentie ja

Ontvangen brieven 1867-1894;

Niet geagendeerde correspondentie en andere stukken van de voorzitters Jhr. de Stuers en Van Meurs 1872-1890;

Stukken en correspondentie betreffende de algemene vergaderingen gehouden o.a. in 1871.

Overige stukken ja

Circulaire aan de plaatselijke comité's betreffende de voorbereiding op de Rode Kruis-taak door de opleidig van verplegenden en het vervaardigen van modellen van draagbaren 1875;

Stukken betreffende de opleiding van verpleegsters 1883-1893;

Rapport van de commissie benoemd n.a.v. het besluit der algemene vergadering van 10 oktober 1883 betreffende de opleiding van ziekenverplegers door het N.R.K., 1885 (gedrukt);

Staten van door het Centraal magazijn aan plaatselijke comité's gezonden goederen, met ontvangstbevestiging 1872-1874;

Circulaire aan plaatselijke afdelingen betreffende de werkzaamheden bij de cholera-epidemie 1892.

Opmerkingen algemeen

Het archief bevat ook 'gedeponeerde archieven en collecties'. Hierin:

Brieven gericht aan Dr. J.H.C. Basting, 1863-1868, 1 omslag:

Afkomstig van J. Bosscha, 1867, 1 st.; Dr. E. Gurlt, 1868, 2 st.; E. Juventin, 1868, 1 st.; Jhr. H.A. van Karnebeek, 1867, 1 st.; Dr. Marjolin, 1868. 1 st.; D. van der Schuer, 1868, 1 st.; C.W.M. van de Velde, 1863, 3 st.

 

Brieven gericht aan Dr. Chr.F. Haje, 1869-1906, 1 omslag;

Afkomstig van: Henry Dunant, 1896-1902, 5 st.; Het Japanse Rode Kruis, 1905, 1st.; De Japanse legatie te  's-Gravenhage, 1906 1 st.; De particulier secretaris van H.M. de Koningin, 1899, 1 st.

Brieven en stukken betreffende zijn missie als gedelegeerde van het N.R.K. naar Luxemburg, Trier, en Saarbrücken tijdens de Frans-Duitse oorlog, 1870.

 

Archiefstukken van dr. J.H.C. Basting, mevrouw A.F. Basting-Kattenbusch en H.N.C. van Tuyll van Seerooskerken over de oprichting van het Internationale Rode Kruis, met documentatie, 1893-1896, 1 pak.

Hieronder de 37 stukken uit het "Dossier Fléhite" betreffende het Rode Kruis. Deze portefeuille werd in 1977 zonder aanwijsbare herkomst gevonden in het Museum Fléhite te Amersfoort. Hij draagt de handtekening van H.N.C. baron van Tuyll von Serooskerke en het etiket van het Haagse Rode Kruis-comité. Het is aannemelijk, dat hij na de dood van Van Tuyll in 1892 aan de weduwe Basting kwam en na haar overlijden in 1896 aan haar neef J.A. Basting, die in 1916 te Amersfoort overleed.

 

Stukken (1-13) afkomstig van Dr. J.H.C. Basting (1817-1870).



Literatuur


Toon literatuur over de vereniging

Literatuur over de vereniging


Verberg literatuur over de vereniging
  • Mandere, H.Ch.G.J. van der, Geschiedenis van het Nederlandsche Roode Kruis (1867-19 Juli-1917); schets van geschiedenis en beteekenis van het Roode Kruis, zijn optreden in Nederland en in het bijzonder zijn werkzaamheid tijdens de mobilisatie (Amsterdam 1917).
  • Haar, Jaap ter, Altijd, overal, iedereen: Het Nederlandsche Roode Kruis 100 jaar (Nijkerk 1967).

Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Vergadering van afgevaardigden der comités met de Commissie van dagelijksch bestuur van het Hoofd-Comité der Nederlandsche Vereeniging tot het Verleenen van Hulp aan Zieke en Gewonde Krijgslieden in Tijd van Oorlog, gehouden te 's Gravenhage den 10 Julij 1872.
  • Verslag der verrichtingen van het hoofdcomité der Nederlandsche vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden, in tijd van oorlog (Den Haag 1871 -).