Vereeniging tot behoud van boetvaardige gevallene vrouwen te Utrecht
Naam | Vereeniging tot behoud van boetvaardige gevallene vrouwen te Utrecht |
Plaats | Utrecht |
Provincie | Utrecht |
Begindatum | 1853 (oprichting) |
Einddatum | 1890 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | protestants |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Ongehuwde moeders, Prostituees, Verwaarloosde kinderen |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Mannen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | Het redden van gevallen vrouwen die spijt hebben, door hen naar het Ayl Steenbeek te zenden, 'waar zij door een christelijke verzorging kunnen leeren zich aan orde, tucht en eerlijken arbeid te gewennen en waaruit zij als nieuwe schepselen naar de maatschappij kunnen terugkeeren'. |
Activiteit | Het opvangen en 'teregtbrengen' van berouwvolle 'gevallen' vrouwen en het doneren of contribueren voor de oprichting en instandhouding van het Asyl Steenbeek, waar zonodig de (jongere) vrouwen over wie men zich ontfermde naartoe gezonden werden. |
Werkt samen met | de Vereeniging tegen de prostitutie, opgericht in 1879 en eveneens gevestigd te Utrecht. |
Bestuursleden | In 1860: ds. J.H. Bösken, ds. van den Ham, H.M. Kemink, ds. S.G. Jorissen, ds. Merens, ds. J.T. van Hoogstraten, mr. C.J.W. baron van Boetzelaer van Dubbeldam, Van Reede, B.L. de Geer en De Ridder. In 1865: toegetreden; ds. J.C. Verhoeff, J. Hulsebos, dr. W.J. Jorissen Mzn., ds. D. Gildemeester, dr. P.M. Ader, jhr. E. van Weede van Dijkveld en jhr. W. van Teijlingen van Camerik; afgetreden: de dominees: van den Ham, en Merens en de heren: Kemink, Van Reede, De Geer en De Ridder. In 1870: toegetreden: geen; afgetreden: ds. S.G. Jorissen. In 1884: toegetreden: dr. P.J. Idenburg, ds. A.A. van Looijen, J.M. Vermeijs, W.A.van Rijn, mr. M. Crommelin; afgetreden: ds. J.H. Bösken, ds. J.T. van Hoogstraten, J. Hulsebos, mr. C.J.W. baron van Boetzelaer van Dubbeldam, dr. W.J. Jorissen Mzn., ds. D. Gildemeester, dr. P.M. Ader en jhr. W. van Teijlingen van Camerik. In 1890: toegetreden: geen; afgetreden: ds. A.A. van Looijen. |
Verantwoording gegevens | H. Smissaert, Armenzorg in Nederland gemeente Utrecht (Amsterdam 1896) 330. (in opdracht van de Vereeniging voor de staatshuishoudkunde en statistiek bewerkt door H.S.) J.T.H.C. van Ebbenhorst Tengbergen en J. Alblas, Liefdadige en andere nuttige instellingen te Utrecht. Bijdrage tot de geschiedenis der weldadigheid (Utrecht 1895) 83. 'Het verslag van den Staat en Verrigtingen van het Asyl Steenbeek' in Magdalena. Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek, voor de jaren 1852, 1860, 1865 1870, 1883, 1884 en 1890. De redactie werd in deze jaren achtereenvolgens gevoerd door O.G. Heldring (1852 en 1860), M. Cohen Stuart (1865), J.A. Schuurman Johszn. en L.R. Beyen (1870), en H. Pierson, W. v.d. Bergh (1883) en H. Pierson, W. v.d. Bergh en I. Esser (Amsterdam 1884 en 1890). laatste vermelding: ontleend aan het jongste geraadpleegde jaarboekje Magdalena uit 1890. |
Opmerkingen | ad leden: als leden van de vereniging of 'commissiën' worden geen vrouwen vermeld noch een eigen (Utrechts) doorgangshuis waar vrouwen bij uitstek werkzaam zouden zijn. |
Literatuur
Toon publicaties van de vereniging
Publicaties van de vereniging
Verberg publicaties van de vereniging
- Verslag van de werkzaamheden van de Vereeniging tot behoud van boetvaardige gevallene vrouwen te Utrecht (Utrecht 1859-1863).
- Verhoef, J.C., en N. Beets (briefwisseling), De Vereeniging tot Behoud van Boetvaardige Gevallen Vrouwen (Utrecht 1863).