Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige zondaressen inzonderheid te 's-Gravenhage

Naam Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige zondaressen inzonderheid te 's-Gravenhage
Plaats Den Haag
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 1851 (oprichting)
Einddatum 1890 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Ongehuwde moeders, Prostituees
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

het redden van gevallen vrouwen die spijt hebben, door hen naar het Asyl Steenbeek te zenden, 'waar zij door een christelijke verzorging kunnen leeren zich aan orde, tucht en eerlijken arbeid te gewennen en waaruit zij als nieuwe schepselen naar de maatschappij kunnen terugkeeren'.

Activiteit

contribueren en doneren om de instandhouding van Asyl Steenbeek en het op lokale en beperktere wijze 'opbeuren van gevallenen' - vooral vrouwen die werden aangetroffen in het Stadsziekenhuis - te steunen.

Werkt samen met

de vereeniging Asyl Steenbeek opgericht in 1847.

Werkt samen met

de vereeniging het Doorgangshuis te Den Haag, opgericht in 1883.

Neemt deel aan

Neemt, samen met zusterverenigingen, deel aan de christelijke filantropie van de Inwendige Zending. De zusterverenigingen zijn de verenigingen met een Doorgangshuis en verenigingen of commissies 'ter opbeuring’ te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Nijmegen, Leiden, Haarlem, Groningen en Arnhem. Vanaf de 80-er jaren kwamen al deze verenigingen, die enkele of al hun 'gevallenen' naar het Asyl Steenbeek stuurden, bijeen op de 'vluchtheuvel' te Zetten bij dat Asyl.

Oprichters

de hervormde predikanten T.C.R. Huijdecoper en C.E. van Koetsveld.

Bestuursleden

De 'Commissie te 's-Gravenhage' bestond blijkens de jaargangen 1852, 1860, 1865, 1870, 1883, 1884 en 1890 van Magdalena. Evangelisch jaarboekje t.b.v. Asyl Steenbeek, slechts uit 2 met name genoemde leden, de eerste jaren steeds de oprichters: de Heren Koetsveld en Huydecoper, later ds. Koetsveld en ds. J.J. van den Broek (1870), ds. Koetsveld en ds. G.A. Rademaker (1883 en 1884) en Dr. Rademaker en jhr. P.O.G. Gevaerts van Simonshaven (1890).

Verantwoording gegevens

'Het verslag van den Staat en Verrigtingen van het Asyl Steenbeek' in Magdalena. Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek, voor de jaren 1852, 1860, 1865, 1870, 1883 en 1884. De redactie werd in deze jaren achtereenvolgens gevoerd door O.G. Heldring (1852 en 1860), M. Cohen Stuart (1865), J.A. Schuurman Johszn. en L.R. Beyen (1870), en H. Pierson, W. v.d. Bergh (1883) en H. Pierson, W. v.d. Bergh en I. Esser (1884 en 1890).

Gegevens uit de rubriek Binnenland van Bouwsteenen Tijdschrift voor inwendige zending 2e jrg. (1883)  116-118, door de redacteur L. Heldring. (zie opmerkingen)

Opmerkingen

ad begindatum:

De eerste circulaire met de oproep de oprichting van een dergelijke vereniging te steunen werd door Koetsveld en Huijdecoper op 15 februari 1851 rondgezonden.

ad richtgroep:

prostituees, vooral ook preventief

ad bestuursleden en bronnen:

Alleen het laatst genoemde jaarboekje (1890) vermeldt het geheel uit 'Dames' bestaande Bestuur van het Doorgangshuis' en 6 eereleden die op één na vrouw waren. Van een 'Dames-Comité', als zodanig, zoals bij de 'zustercommissiën' of verenigingen, wordt niet gerept.

In Bouwsteenen verontschuldigt Heldring zich voor het feit dat hij in een vorige jaargang ten onrechte de Haagse bevolking had opgeroepen zich met het werk van de opbeuring van gevallen vrouwen bezig te houden, daarbij de 'Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige zondaressen inzonderheid te 's-Gravenhage' over het hoofd ziend. Bovendien was in Den Haag 'den 11 Februari l.l. [1883] een tweede of geheel nieuw Doorgangshuis geopend'.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Verslag omtrent de zorg voor boetvaardige vrouwen en jeugdige slagtoffers der ontucht te 's Gravenhage, in betrekking met het Asyl Steenbeek (Den Haag 1858-1871).