Vereeniging Het Doorgangshuis voor vrouwen
Naam | Vereeniging Het Doorgangshuis voor vrouwen |
Plaats | Utrecht |
Provincie | Utrecht |
Begindatum | 1886 (oprichting) |
Einddatum | 1961 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | protestants |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Ongehuwde moeders, Prostituees |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | 'vrouwen en meisjes uit zondige of voor haar gevaarlijke toestanden te redden (...) hen in de maatschappij terug te brengen door haar zoveel mogelijk in diensten te plaatsen' |
Activiteit | Het bieden van een toevluchtsoord onder leiding van een 'vader' en een 'moeder' aan hen die tot 'slachtoffers van de zonde' gerekend werden: 'ongehuwde moeders, zwerfsters, ontslagen gevangenen en meisjes die niet meer in het ouderlijk gezag te handhaven waren. De meisjes waren verplicht in het huis mee te werken en voor het eigen kind te zorgen. Voorts werden ze voor een dienstbetrekking opgeleid (strijken, koken wassen etc.).
|
Werkt samen met | en is een dochterorganisatie van de in 1895 opgerichte afdeling Utrecht van de Nederlandse Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn, die was opgericht in 1894 en gevestigd te Den Haag. |
Werkt samen met | de vereeniging Talitha Kumi die gevallen meisjes en vrouwen tijdelijk in haar gesticht opneemt.
|
Neemt deel aan | Neemt, samen met zusterverenigingen, deel aan de christelijke filantropie van de Inwendige Zending. De zusterverenigingen zijn de verenigingen met een Doorgangshuis en verenigingen of commissies 'ter opbeuring’ te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Nijmegen, Leiden, Haarlem, Groningen en Arnhem. Vanaf de 80-er jaren kwamen al deze verenigingen, die enkele of al hun 'gevallenen' naar het Asyl Steenbeek stuurden, bijeen op de 'vluchtheuvel' te Zetten bij dat Asyl. |
Oprichters | Het bestuur van de afdeling Utrecht van de Nederlandse Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn |
Eigen gebouw (adres) | Het eerste tehuis werd geopend in de Kerkstraat te Utrecht in november 1886. In 1891 verhuisde het toevluchtsoord naar de Van Wijckskade H 15, eveneens te Utrecht. |
Koninklijk Besluit | 8 juni 1892 nr. 46 |
Verantwoording gegevens | Smissaert, jhr. mr. H., Armenzorg in Nederland gemeente Utrecht (Amsterdam 1896) p. 330. (in opdracht van de Vereeniging voor de staatshuishoudkunde en statistiek bewerkt door H.S.); gegevens, inclusief de laatste vermelding, ontleend aan de (inleiding van) de inventaris. Vermeld in Blankenberg, J.F.L., H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 710. |
Archief
Het archief van de Vereniging het protestants doorgangshuis voor vrouwen en meisjes te Utrecht 1921-1961 maakt deel uit van het archief van Vereeniging het protestantsch doorgangshuis voor vrouwen en meisjes te Utrecht en Stichting tehuis voor werkende meisjes 'Het Baken' te Utrecht. Het wordt onder toegangsnummer 1188 bewaard in het Utrechts Archief.
Slechts een fragment van de oorspronkelijke archieven is bewaard gebleven en in het geheel geen 19e eeuws materiaal. De stukken zijn vermoedelijk tijdens de ontruiming van het gebouw verloren gegaan.
Literatuur
Toon publicaties van de vereniging
Publicaties van de vereniging
Verberg publicaties van de vereniging
- Hart-Zelders, J.J. 't, Een vijftigjarig bestaan Het doorgangshuis voor vrouwen te Utrecht 1886-1936 (Utrecht 1936).