Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Genootschap Instituut tot onderwijs van blinden, Het -

Naam Genootschap Instituut tot onderwijs van blinden, Het -
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Begindatum 13 november 1808 (oprichting)
Einddatum 1958 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Gehandicapten, Jeugd 6-12
Werkingsgebied Landelijk
Doelstelling

onderwijs aan blinde kinderen in het koninkrijk te verschaffen 'ten einde hen zoveel mogelijk gelukkig voor zichzelven en nuttig voor de maatschappij te maken' (Calisch)

Activiteit

De oprichting en instandhouding van een instituut waar onderwijs en een beroepsopleiding aan blinde jongeren tussen de 6 en 12 kon worden gegeven.
In 1843 werden de activiteiten uitgebreid door het oprichten van een 'Gesticht voor volwassen blinden' om blinden die niet geheel voor zichzelf konden zorgen de kans te bieden hetgeen ze op het instituut geleerd hebben in het gesticht in praktijk te brengen en zo deels in eigen onderhoud voorzien.

Heeft als afdeling(en)

afdelingen, zoals te Den Haag en Utrecht, en correspondentschappen in het hele land

Oprichters

Oprichters waren de volgende leden van Amsterdamsche Broederschap der vier vrijmetselaarsloges: W. Holtrop en prof. G. Vrolik, P. Diepvest  en W. Veenhuijsen.

Bestuursleden

'Het instituut wordt bestuurd door een kollegie van zes leden, waarvan (...) drie 'vrije metselaars' moeten zijn.'

Bestuursleden in 1831: W. Veenhuyzen, voorzitter, J. Konijnenburg, secretaris, N. de Gijselaar, J.C. Rente Linsen, H.H. Klein en G. Vrolijk.

In 1851: de heren dr. H. van Beeck Vollenhoven, prof. F.A.W. Miquel, J. de Vos Jacobsz., A. van Bosse, G.C. Spengler en J.J. Landmeter.

In 1892: mr. C.H. van Tienhoven, voorzitter.

Eigen gebouw (adres)

Het Instituut tot onderwijs aan blinden was aanvankelijk gevestigd in de Koestraat, later op de Prinsengracht en sinds 1824 in 'De bonte mantel' op de Heerengracht 'over de Romeinsarmsteeg' te Amsterdam.

Het Gesticht voor volwassen blinden is sinds 1843 gevestigd in 'de koning van Polen' op de Heerengracht en sinds mei 1848 in het woonhuis van de afgebrande suikerraffinaderij op de Keizersgracht. (Calisch)

In 1855 werd 'in de Vosiusstraat het gebouw betrokken dat thans [1958] dienst doet als Pedologisch Instituut. Het werd speciaal voor het verblijf van blinde kinderen gebouwd.' (Van Houte)

Verantwoording gegevens

N.S. Calisch, Liefdadigheid te Amsterdam Overzicht van al hetgeen er in Amsterdam wordt verrigt, ter bevordering van de stoffelijke, zedelijke en godsdienstige belangen, voornamelijk der minvermogenden en behoeftigen (Amsterdam 1851) 250-262. Uit echte bronnen bijeengebracht door [NSC].

Floor Meijer, Wereldburgers. Vrijmetselaren en de stad Amsterdam 1848-1906 (Amsterdam 2010) 233-237.

ad begindatum:

I.C. van Houte, Anderhalve eeuw onderwijs aan blinden 1808-1958 (Huizen 1958) 8, 28.

J.T.H.C. van Ebbenhorst Tengbergen en J. Alblas, Liefdadige en andere nuttige instellingen te Utrecht Bijdrage tot de geschiedenis der Weldadigheid (Utrecht 1895) 126-128.

ad activiteit:

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 849, 850.

ad correspondenten:

Jaarboekje van de stad en het Kanton Schiedam, uitgegeven te Schiedam over de jaren: 1847, 1850, 1855, 1860, 1865, 1870, 1875, 1880, 1885, 1890 en 1895.

Zeeuwsch jaarboekje en Middelburgsche naamwijzer 1858 (Middelburg 1858)

Zeeuwsch jaarboekje en Middelburgsche naamwijzer 1858, 1875 en 1880 (Middelburg 1858, 1875 en 1880).

Jaarboekje voor de Stad Haarlem 1891 1e jng. (Haarlem 1891).

Opmerkingen

ad activiteit:

Het algemene en beroepsonderwijs voor jongeren omvatte het volgende:

'1. Lezen, te welker einde verscheidene in relief gedrukte boeken voorhanden zijn, op de drukpers in het instituut vervaardigd. 2. Schrijven, dat thans op drie wijzen geschiedt: door het puntschrift van Braille, dat zij naderhand ook weer kunnen lezen; door middel van de machine van Lachman, een verbeterde versie van Saunderson, en door de nieuwe machine van Foucault, waardoor het schrift met dat der zienden overeenstemt, maar door de kwekelingen niet kan worden gelezen (...)

3. De kennis onzer moedertaal

4. Rekenen (lei- maar vooral hoofdrekenen naar Pestalozzi's methode).

5. Geschiedenis en aardrijkskunde

6. Vreemde talen (b.v. fransch en hoog-duitsch)

7. Zedekunde en zielkunde

8. Natuurkunde en natuurlijke historie

Daarnaast onderricht in "handwerken". Voor de jongens o.a. draadvlechten, rietwerk, vlechtwerk, stoelematten, mandemaken. Voor de meisjes o.a. breien, het vervaardigen van lampekleedjes, mutsjes en doekjes van sajet, het weven van zijden beurzen, handschoenen etc. en het spinnen van vlas.

Voorts onderwijs in muziek en gymnastiek.'

Gedurende het 43-jarig bestaan zijn 130 jongens en 102 meisjes opgenomen. (Calisch, 1851)

'Het onderwijs omvat de vakken van het L.O. en M.U.L.O.; in handwerken, zang, piano en orgel. De kinderen worden geoefend in het vlug schrijven op den type-writer; enkele meisjes leeren machine-naaien.' (Blankenberg 849, 850)

ad werkingsgebied:

het koninkrijk met de overzeese gebiedsdelen.

ad 'publicaties van de vereniging':

Deze zijn alle te raadplegen in de bibliotheek van de universiteit van Amsterdam (UVA); het vermelde Reglement van 1808 was opgestelt door W. Holtrop.

inkomsten:

'Eigene fondsen, jaarlijksche bijdragen ad f.5 (het minimum) van de leden des Instituuts (...), jaarlijksche donatiën en bijdragen der vrijmetselaars-loges'. (Calisch 254, 255)

Bij het in 1843 opgerichte gesticht voor volwassenen ook de opbrengst der verkochte manden, lampekappen etc.
Sinds het bezoek aan het instituut in 1831 van de toenmalige prinses van Orange, Anna Paulowna, werden voor haar rekening een jongen en een meisje in het gesticht opgevoed. De Oranjes doneerden gul. Ook als koningin komt Anna Paulowna op bezoek. (Calisch, 254) 

Er staat niet bij dat ze beschermvrouwe is.

ad correspondenten:

o.a. te Schiedam (waar tussen ongeveer 1847 en 1885 correspondent was: M. Rijnbende, en van 1885-1895 S.A. Maas); te Middelburg en te Haarlem waar in 1891 A. van Stralen correspondent was.

ad laatste vermelding:

Laatste vermelding op dit formulier is 1958; niet veel later werd de verenigingsvorm omgezet in die van een stichting, hetgeen met een aantal fusies gepaard ging.

Archief

In het Noord-Hollands Archief bevindt zich onder toegangsnummer 309 het Archief Crayenschot dat o.m. bevat:  

Programma van het openbaar examen van kwekelingen aan het instituut tot onderwijs van blinden in Amsterdam, 12 maart 1817.

In dezelfde archiefbewaarplaats wordt onder nummer 3672 het archief van de Vrijmetselaarsloge Vicit Vim Virtus onder het Groot-Oosten der Nederlanden te Haarlem bewaard. Dat bevat o.m.

Circulaires van het Instituut tot Onderwijs van Blinden 'opgericht door de Vrijmetzelarij' te Amsterdam, 1808-1855.

Archief, waaronder de notulen van de vergaderingen van de nauw bij het instituut betrokken loges La Bien Aimée en Charité, bevindt zich in het archief van het Grootoosten der Nederlanden dat bewaard wordt in het Haagse Cultureel Maςonniek Centrum.

 

Het onder nummer 263-A in het Historisch Centrum Leeuwarden bewaarde archief: Sint Anthony Gasthuis (S.A.G.) II te Leeuwarden bevat o.m.: Brieven, betreffende het Instituut tot Onderwijs van Blinden te Amsterdam, 1858.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Reglement voor het Instituut tot onderwijs van blinden: opgericht te Amsterdam in 1808 (Amsterdam 1808).
  • Vrolik, G., een redevoering door de voorzitter -, Verslag van den staat des Instituuts tot Onderwijs van Blinden, gevestigd te Amsterdam, uitgebragt ter gelegenheid van het openbaar examen der kwekelingen; 20 okt. 1819 (Amsterdam 1819).
  • Verslag over den staat van het Instituut tot onderwijs van blinden en van het Gesticht voor volwassene blinden, te Amsterdam, over … (Amsterdam 1834-1918).
  • Het eeuwfeest van het Instituut tot onderwijs van blinden te Amsterdam: 1808 - 13 November - 1908 (Amsterdam circa 1908).
  • Hout, I.C. van, Anderhalve eeuw onderwijs aan blinden: 1808-1958 (Huizen 1958).