Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Maatschappij van Weldadigheid, afdeling Coevorden

Naam Maatschappij van Weldadigheid, afdeling Coevorden
Opmerkingen over naam de afdelingen worden ook subcommissies genoemd
Plaats Coevorden
Provincie Drenthe
Begindatum 1818 (oprichting)
Einddatum 1851 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Armen algemeen, Werklozen
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

'het doel der Maatschappij van Weldadigheid is hoofdzakelijk om den toestand der armen en lagere volksklassen te verbeteren, door zoodanige ontwerpen, die voor dezelve dienstig geoordeeld worden, ter uitvoering te brengen, inzonderheid door aan dezelve arbeid, onderhoud en onderwijs te verschaffen en hen uit dien toestand van verbastering, waartoe deze menschen, in het algemeen, vervallen zijn op te beuren, en tot eener hoogere beschaving, verlichting en weldadigheid op te leiden'.

Activiteit

Om het bovenomschreven doel te bereiken stichtte de Maatschappij de ‘vrije’ kolonies Frederiksoord (1818), Willemsoord (1820) en Wilhelminaoord (1820), waar de bedeelde zich vrijwillig zou kunnen aanmelden om te worden opgeleid tot zelfstandig boer. Dat bleek al spoedig veeleer theorie. In de praktijk werden contracten met derden afgesloten, gebaseerd op de opvoeding der kinderen in de vrije gestichten; de subcommissies bemiddelden hierbij, maar weesvoogden, diakoniën en armbesturen kregen het eeuwigdurend plaatsingsrecht.

Afdeling van

Maatschappij van Weldadigheid, opgericht in 1818, waarvan het hoofdbestuur was gevestigd in Den Haag en, na 1859, in Frederiksoord

Verantwoording gegevens

ad doelstelling, activiteit en richtgroep

gegevens ontleend aan de inventaris van de archieven van de Maatschappij van Weldadigheid 1818-1970 door J.R. van der Zijden, J. Hagen, C.G.C. Meynen (uitgave rijksarchief Drenthe) en aan overige data m.b.t. de landelijke Maatschappij.

ad oprichtingsdatum en laatste vermelding van de afdeling:

ontleend aan de inhoudsomschrijving van de nrs. 1104-1111 van bovengenoemde inventaris (een overzicht van de subcommissies met archiefmateriaal tussen 1818 en 1853).

Opmerkingen

ad richtgroep:

gevangenen, bedelaars en wezen en boefjes behoorden na 1859 ook officieel niet meer tot de richtgroep van de Maatschappij, toen door de acte van scheiding van 1858 de dwanginrichtingen van de Maatschappij door de overheid waren overgenomen.

inkomsten:

contributies der leden. Deze volstonden in de praktijk hooguit als bijdrage in de kosten voor de vrije kolonisatie van behoeftige gezinnen; de opvang van bedelaars, wezen, vondelingen en verlaten kinderen kwam grotendeels voor rekening van de regering via allerlei contractuele vergoedingen voor opvang en verzorging. Na 1859 werd dit gebruik geïnstitutionaliseerd bij het afsplitsen van de dwanginrichtingen van de Maatschappij.

Archief

Het archief van de (moeder)Maatschappij van Weldadigheid, 1818-1970, dat zich onder toegangsnummer 186 in het Drents Archief bevindt bevat ook dossiernr. 1105: Staten van rekening en verantwoording van inkomsten en uitgaven van o.a. subcommissie Coevorden 1818-1851.

 

In het Coevordens archief berust het archief van de Cantonnale subcommissie van weldadigheid aldaar. Het archief van deze commissie werd bewaard bij het gemeente-archief in verband met het zitting hebben in de commissie van den burgemeester (B. Slingenberg). Hierin o.m.:
Brieven enz. ingekomen bij en minuten van stukken uitgegaan van de cantonnale subcommissie van weldadigheid te Coevorden. 25 Juli 1818-1832 December 31.
Achter in band II (over 1821-'32) een afschrift van de ledenlijst van de Maatschappij van Weldadigheid, 'voor zooveel betreft de afdeelingen Coevorden; Dalen, Schoonebeek en Oosterhesselen; Borger; Emmen; Odoorn; Zweelo en Sleen; met daarop gemaakte aanteekeningen omtrent het bedrag der contributie, bedanken en overlijden over 1820-'25.'