Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging tot instandhouding van een Fonds voor Nederlandsche Beeldende Kunstenaars en hunne weduwen en weezen

Naam Vereeniging tot instandhouding van een Fonds voor Nederlandsche Beeldende Kunstenaars en hunne weduwen en weezen
Plaats Den Haag
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 1899 (eerste vermelding)
Einddatum 1967 (laatste vermelding)
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Kunstenaars
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Kunstenaars
Werkingsgebied Landelijk
Doelstelling

'Het doel der vereeniging is de belangen der kunstenaars te bevorderen en het reeds bestaande Fonds zoo mogelijk te vergrooten, ten einde kunstenaars op hoogen leeftijd, of na hun overlijden, hunne nagelaten weduwen en weezen, geldelijk te steunen.' (Blankenberg 924)

Activiteit

Behalve de door Blankenberg c.s. beschreven belangenbehartiging door en voor de beeldende kunstenaars-leden, gold ook voor deze vereniging dat behalve het verlenen van hulp na overlijden van leden, die voor die hulp tijdens hun leven betaald hebben, behoeftige niet-leden ondersteuning ontvingen als de financiële middelen het toelieten. (Blankenberg 902, 924)

Oprichters

bestuurleden van de Vereeniging genaamd "Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio" te 's-Gravenhage.

Verantwoording gegevens

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 924.

Opmerkingen

ad leden: belanghebbende kunstenaars en belangenloze donateurs.

ad richtgroep: belanghebbende kunstenaars en hun nabestaanden.

inkomsten:

'De geldmiddelen der vereeniging zullen gevormd worden uit:

1. jaarlijksche contributie der leden-kunstenaars;

2. bijdragen van begunstigers, hetzij jaarlijks of voor ééns;

3. de helft der jaarlijks gemaakte rente van het vermelde Fonds, alsmede mogelijke voordeelige overschotten van tentoonstellingen;

4. legaten en erfstellingen;

5. alle verdere baten, die aan de vereeniging ten goede zullen komen.' (Blankenberg 924)

Blankenberg rechtvaardigt opneming van beroeps- of belangenbehartigingsverenigingen in zijn Gids met de constatering 'dat met name bij deze vereenigingen de grens tusschen weldadigheid en onderlinge hulp moeielijk door te trekken viel. Wij hebben gemeend', aldus Blankenberg, 'hier alleen die verenigingen te moeten opnemen die hetzij ook tot andere dan de deelgerechtigden (zij het ook bij uitzondering) tot het genot eener uitkeering toelaten, hetzij den ondersteunden (leden) geen recht op uitkeering geven, hetzij eindelijk de gelden, voor de ondersteuning bestemd, voor een belangrijk deel niet vinden uit eigen middelen, maar uit erfstellingen, legaten, schenkingen vrijwillige bijdragen enz. in één woord, uit anderer weldadigheid.' (Blankenberg 900)

Archief

Het archief van het Schilderkundig Genootschap 'Pulchri Studio', dat zich onder toegangsnummer 59-1 in het Haags Gemeentearchief bevindt, bevat enkele stukken die de Vereeniging tot instandhouding van een Fonds voor Nederlandsche Beeldende Kunstenaars en hunne weduwen en weezen betreffen. Deze dateren echter uit de 20e eeuw, het jongste stuk is van 1967.