Vereeniging tot steun van verwaarloosden en gevallenen, comité te Delft
Naam | Vereeniging tot steun van verwaarloosden en gevallenen, comité te Delft |
Alternatieve namen |
|
Plaats | Delft |
Provincie | Zuid-Holland |
Begindatum | 1899 (eerste vermelding) |
Einddatum | 1913 (laatste vermelding) |
Levensbeschouwing | protestants |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Meisjes, Ongehuwde moeders, Prostituees, Verwaarloosde kinderen |
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
|
Mannen en vrouwen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | Hulp te verleenen aan: 1. kinderen wier opvoeding dreigt verwaarloosd te worden of reeds verwaarloosd wordt; 2. oudere meisjes, die strengere leiding behoeven dan zij van hare ouders of voogden ontvangen; 3. ongehuwde moeders; 4. ontuchtige vrouwen, die haar leven wenschen te verbeteren. |
Activiteit | De pupillen werden 'meestal eerst in Doorgangshuizen der Vereeniging' geplaatst, 'daarna in gezinnen'. 'Zij tracht het doel te bereiken door de bedoelde personen in voor haar geschikte gezinnen ter verpleging of, voorzoover het oudere meisjes betreft, als dienstboden te doen opnemen, of de laatstgenoemden op andere wijze behulpzaam te zijn in het vinden van een maatschappelijke werkkring.' (Van der Zijl) Het uitvoerend Comité te Amsterdam en de plaatselijke comités/afdelingen gaan op zoek naar 'gevallen, waarin de hulp der vereeniging wordt nodig gevonden'. Vervolgens trachten zij 'corporaties of particulieren, die tot de te verplegen personen in eenige betrekking staan te bewegen de daarvoor benoodigde bijdragen beschikbaar te stellen. (...) Jongens worden in Mettray uitbesteed'. (Blankenberg 696) |
Afdeling van | aanvankelijk comité van, vanaf 1900 afdeling van de Vereeniging tot steun van verwaarloosden en gevallenen, opgericht in 1886 en gevestigd te Amsterdam. |
Werkt samen met | Vereeniging Nederlandsch Mettray, opgericht in 1849 en gevestigd te Rijsselt. |
Verantwoording gegevens | ad eerste vermelding, doelstelling, activiteit, relaties en plaats: J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 696, 708. ad activiteit: J. van der Zijl (red.), Gids voor vereenigingen en instellingen op het gebied der kinderverzorging (Den Haag 1912) 33. Uitgave van het Bureau van den Bond ter Behartiging van de belangen van het Kind, no. 1. ad laatste vermelding: ontleend aan de 'Staat van de instellingen [te Delft] welke zijn geplaatst op de lijst bedoeld bij art. 3 der Armenwet, die bereid zijn mede te werken tot de samenstelling van een Armenraad' van 20 augustus 1913. (Nationaal Archief, archief ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Volksgezondheid en Armwezen 1910-1918, inv. nr. 87) de opmerking 'ad doelstelling': J.T.H.C. van Ebbenhorst Tengbergen en J. Alblas, Liefdadige en andere nuttige instellingen te Utrecht. Bijdrage tot de geschiedenis der weldadigheid (Utrecht 1895) 85-86. |
Opmerkingen | ad doelstelling: aanvankelijk werden kennelijk alleen meisjes die dréigden 'te vallen' opgenomen, pas later ook de 'gevallenen' zelf. (Van Ebbenhorst) ad levensbeschouwing: vrijzinnig protestants |