Vereeniging "de Werkinrigting"
Naam | Vereeniging "de Werkinrigting" |
Plaats | Leerdam |
Provincie | Zuid-Holland |
Begindatum | 1856 (eerste vermelding) |
Einddatum | 1895 (laatste vermelding) |
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
|
Armen algemeen, Ouderen, Werklozen |
Werkingsgebied | Lokaal |
Doelstelling | in de gemeente Leerdam bedelarij te weren, en wel door de armen werk, voeding en verwarming te verschaffen |
Activiteit | De inrichting nam in de ene afdeling behoeftigen, meest ouden van dagen op die, als zij dat konden, in ruil daarvoor moesten werken, in een andere afdeling werd aan werkzoekenden alleen overdag werk verschaft tegen voedsel en wat loon. Zo was het de gemeente mogelijk voortaan de bedelarij te verbieden. |
Eigen gebouw (adres) | De werkinrichting werd opgericht op 1 december 1856 in een gebouw van de gemeente Leerdam, gelegen aan de Nieuwstraat. |
Koninklijk Besluit | 22 februari 1874 nr. 4; 1 juni 1879 nr. 21 |
Staatscourant | 15-06-1879, 27-04-1889 |
Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
|
2015 |
Verantwoording gegevens | H.W. Methorst, Werkinrichtingen voor behoeftigen (diss. Utrecht 1895) 165-167. |
Opmerkingen | De werkinrichting was ten tijde van Methorsts onderzoek rond 1890 op zijn retour. Van de dagopvang werd nauwelijks meer gebruik gemaakt en in totaal waren er 9 bejaarden in de verzorging. Van de werkverschaffing was alleen het touwpluizen en tabakkorven overgebleven. (Methorst) |