Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, departement Nijmegen

Naam Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, departement Nijmegen
Plaats Nijmegen
Provincie Gelderland
Begindatum maart 1817 (oprichting)
Einddatum 1997 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Ambachtslieden, Arbeiders, Werklozen
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en haar afdelingen waren primair gericht op het 'beschaven' van het volk; het departement Nijmegen beoogde bovendien 'ter bevordering der industrie, ter hulpe der armen, ter wering van den lediggang en ter verbanning der bedelarij binnen deze stad', een werkhuis te openen en instand te houden.

Activiteit

Op het gebied van armenzorg:

het oprichten en instandhouden van een werkhuis

het nemen van het initiatief tot oprichting van een hulpbank

Afdeling van

de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, opgericht in 1784 te Edam en vanaf 1787 gevestigd te Amsterdam.

Oprichters

D.A. van de Wart

Bestuursleden

Eerste bestuur:

D.A. van de Wart, voorzitter, E.H.A. Scheeper, secretaris, C. ten Hoet, penningmeester

Vergaderplaats

vanaf oktober 1817 ten huize van het lid C. Aldus

vanaf september 1821 in het logement "La Place Royale"

vanaf 1823 een eigen pand op de hoek van Broederstraat en de Kaaskorvergas

Verantwoording gegevens

ad leden:

W.W. Mijnhardt en A.J. Wichers (reds.), Om het Algemeen Volksgeluk Twee eeuwen particulier initiatief 1784-1984. Gedenkboek ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (Edam 1984) 65. Uitgave van het Nut.

De overige gegevens, inclusief de laatste vermelding, zijn ontleend aan de inventaris van het verenigingsarchief

 

Opmerkingen

Eén van de eerste handelingen van het Departement was het maken van een plan "ter bevordering der industrie, ter hulpe der armen, ter wering van den lediggang en ter verbanning der bedelarij binnen deze stad", hetwelk resulteerde in de oprichting van een Commissie van Industrie. Tijdens de ledenvergadering van drie februari 1818 stelde deze voor een werkhuis in te richten waar sajet (grof wollen garen) gefabriceerd zou worden. In juli 1818 werd ten huize van de heer J.J. Kok begonnen met de produktie. Nadat gebleken was dat de afzet van het sajet mislukte, ging men over op het produceren van gebreide sokken naar militair model, die men kon verkopen aan de landsmilitie. Na een verhuizing naar "de Oranjeboom" aan de Zeigelbaan, om de produktie meer "fabrijkmatig" te organiseren, en nog enkele maatregelen om uit de verliezen te komen, besloot de ledenvergadering in 1822 het werkhuis te liquideren.' (inventaris)

ad laatste vermelding:

de filantropische activiteit van het departement eindige in 1822

ad levensbeschouwing:

neutraal met een protestantse inslag die in de loop der tijd minder dominant werd.

ad leden:

Tot circa 1900: mannen, zonder dat vrouwen expliciet werden uitgesloten, ze waren gewoon geen lid. Mijnhardt schrijft over het jaar 1864: 'Aan het afzonderlijk lidmaatschap van de vrouw werd toen nog helemaal niet gedacht. Dat komt pas weer 35 jaar later.' (Mijnhardt/Wichers 65)

ad richtgroep:

werklozen, preventief

Archief

Het archief van het departement Nijmegen van de Mij. tot Nut van 't Algemeen 1817-1997 wordt onder toegangsnummer 357 bewaard in het Regionaal Archief Nijmegen. (18,75 m.)

Het archief bevat notulen van leden- en bestuursvergaderingen, convocaties, correspondentie e.d.m. van 1818 tot 1997, maar geen stukken specifiek m.b.t. de activiteiten van de Commissie van Industrie, die het werkhuis oprichtte en tot 1822 instand hield.