Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Maria-Vereeniging

Naam Maria-Vereeniging
Plaats Enschede
Provincie Overijssel
Begindatum 26 december 1895 (oprichting)
Einddatum 1900 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing rooms-katholiek
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Alcoholisten
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Vrouwen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

het weren van het gebruik van sterken drank bij r.k. meisjes en vrouwen; spoedig ook:

nooit alcohol schenken aan kinderen en nooit gasten dwingen alcohol te drinken

Activiteit

Thuis een zo prettige sfeer scheppen dat de gezinsleden geen behoefte voelen naar de kroeg te gaan; het niet schenken van alcohol aan kinderen; het afschaffen van de gewoonten borrels te schenken aan 'bakers en werksters of meiden na de schoonmaak', of aan de 'werkman op karwei'. De bedelaar aan de deur geen (drink)geld geven maar 'een kop koffie, een sigaar of een vrucht'. (Brom, 178)

Afdeling van

de Diocesane Bond van R.K. Drankbestrijdersvereenigingen van het bisdom Utrecht, opgericht in 1896 en gevestigd te Utrecht.

Oprichters

Het echtpaar A.H.J. Engels en Maria Engels-Brinkmann

Bestuursleden

Om de vereeniging voor te zitten moest een 'dame' aangewezen worden en dat werd Mevr. Maselandt-Nieuwenhuis.

Verantwoording gegevens

H.W. Crommelin, 'Een jaar Strijdens. Overzicht over 1900', in: J.J.P. Valeton, J.J. Knap en C. van Krevelen (reds.), Het werk der liefde. Tijdschrift gewijd aan de wetenschappelijke bestrijding der drinkgewoonten, 7e jrg (1901) 60.

Pius-Almanak. Jaarboekje voor de Katholieken van Nederland voor het jaar des Heeren 1899-1900 (Alkmaar 1899) 179.

G. Brom, De nieuwe kruistocht. Drankweergeschiedenis van Rooms Nederland (Helmond 1909) 49-53.

J.G.L. Theunisse, Jan Frederik Vlekke 1849-1903. Ethiek en rentabiliteit in een ondernemersleven (Tilburg 1966) 227.

Opmerkingen

ad richtgroep:

alcoholisten, vooral ook preventief

ad relaties:

aanvankelijk waren twee 'parochiële' Maria-vereenigingen beoogd, maar al spoedig werden deze onder één bestuur gebracht.

leden: de Mariavereenigingen stonden open voor vrouwen en meisjes vanaf 16 jaar (Crommelin, 60); de Pius-Almanak van 1899-1900 vermeldt dat meisjes vanaf 12 jaar lid konden worden. (179)

 

In 1896 waren er 7 Maria-Vereenigingen met 357 leden; in 1899 waren er 14  met 1449 leden; in 1900 waren er 19 afdelingen met 2644 leden, onder wie 92 geheelonthoudsters. (geen verdere specificattie)

 

Theunisse betoogt in Vlekke: Opvallend is dat deze vereniging [Maria-Vereeniging] door de elite werd gedragen, terwijl het Kruisverbond het merendeel van haar leden recruteerde uit de arbeidersstand'. (p. 227)

 

organisatie:

'De Mariavereniging werd in tegenstelling tot het Kruisverbond kerkelijk georganiseerd als een soort congregatie met de pastoor aan het hoofd.' (Theunisse, Vlekke, 227)

Het aanvankelijk voorzitter-/directeurschap van de pastoor van de betreffende parochie werd echter spoedig omgezet in een adviseurschap volgens Brom (p. 50).

In de Piusalmanak blijft de geestelijke echter ook in 1903 nog vaak 'directeur 'genoemd worden.

 

Brom schrijft op pp. 177-178 in zijn Kruistocht: 'De Mariavereniging werd lang beschouwd als een franje van het Kruisverbond, heel aardig, maar niet nodig. (...) kletskransjes braaf, vergaderen slechts - ons geslacht denkt er gelukkig anders over; alleen duurt zo'n omkeer jaren.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Handboekje der Enschedesche Mariavereeniging (Oldenzaal 1895).