Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging tot oprichting en instandhouding van het Visschers weduwen- en weezenfonds

Naam Vereeniging tot oprichting en instandhouding van het Visschers weduwen- en weezenfonds
Plaats Zwartewaal
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 13 maart 1887 (eerste vermelding)
Einddatum 1899 (laatste vermelding)
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Vissers, Weduwen, Wezen
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Vissers
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

om geldelijke ondersteuning te verleenen aan nagelaten betrekkingen van varensgezellen, die varen van Zwartewaal of, van elders varende, te Zwartewaal woonachtig zijn (Goossens)

Activiteit

'Het bestuur regelt het bedrag der uitkeering naar de krachten der vereeniging en overeenkomstig de behoeften der nagelaten betrekkingen van deelnemers. Hoewel de varensgezellen zelven iets bijdragen in de kosten (1 pCt. van hun verdiensten), draagt deze vereeniging een zuiver philanthropisch karakter. Aan varensgezellen van Zwartewaal, die door ongelukken of ouderdom ongeschikt zijn geworden voor hun bedrijf en deelnemers zijn, kan, zoo de krachten van de Vereeniging het toelaten, door het bestuur ondersteuning worden verleend. De weduwen van niet te Zwartewaal wonende varensgezellen, die deelnemers waren, ontvangen f 50 in eens af, terwijl de ondersteuning aan hunnen weezen uit te reiken bij ieder ongeval door het bestuur naar billijkheid en behoefte zal worden geregeld. Hertrouwt eene weduwe, dan wordt de uitkeering gestaakt op den dag der huwelijksvoltrekking. Wangedrag der ondersteunden en misbruik der uitgereikte gelden geven aan het Bestuur het recht om de ondersteuning te verminderen of geheel te doen ophouden.' (Blankenberg)

Koninklijk Besluit 13 maart 1887 nr. 3
Staatscourant

4 mei 1887

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
3477
Verantwoording gegevens

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 907.

Opmerkingen

ad leden:

vissers en 'belangenloze' gevers, vaak reders.

ad richtgroep:

nabestaanden van vissers.

In de database wordt Blankenbergs motiverering om instellingen als deze (op grens van onderlinge hulp en weldadigheid) op te nemen, gevolgd:

'Wij hebben gemeend hier alleen die vereenigingen te moeten opnemen, die hetzij ook anderen dan de deelgerechtigden (zij het slechts bij wijze van uitzondering) tot het genot eener uitkeering toelaten, hetzij den ondersteunden (leden) geen recht op uitkeering geven, hetzij eindelijk de gelden, voor de ondersteuning bestemd, voor een belangrijk deel niet vinden uit eigen middelen, maar uit erfstellingen, legaten, schenkingen, subsidies, vrijwillige bijdragen, enz. in één woord, uit anderer weldadigheid.' (p. 899)