Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging Pro Juventute

Naam Vereeniging Pro Juventute
Opmerkingen over naam In een artikel in de 1e jrg. van het Tijdschrift voor Armenzorg wordt betreurd dat de vereniging, waarvan het werk zeer wordt geprezen, een naam heeft die gewone mensen niets zegt en dus tot minder aanvragen om steun zou leiden dan nodig is.
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Begindatum 16 maart 1896 (oprichting)
Einddatum 1962 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Jeugd 12-21, Verwaarloosde kinderen
Werkingsgebied Regionaal
Doelstelling

de 'criminaliteit der jeugd in den wijdsten zin des woords' te bestrijden

Activiteit

De vereniging heeft zich in 3 afdelingen georganiseerd, elk met eigen takenpakket:

De belangrijkste taak van de eerste, tevens Algemeene Afdeling, die ook verantwoordelijk was voor de huishoudelijke gang van zaken in de vereniging, was 'de bestudeering en wetenschappelijke of theoretische behandeling der criminaliteit der jeugd'. Hierbij was er sprake van nauwe samenwerking met de wereld van het recht.

Afdeling II: De leden van deze afdeling behartigden lopende juridische zaken: de juristen bestudeerden de processen verbaal van jeugdige verdachten en adviseerden daarna zowel de rechtbanken als de patronen/-nessen van de afdeling III over de aanpak van de aangehouden kinderen. (Op den duur steeds meer ook van kinderen die uit voorzorg werden aangebracht.) 

Afdeling III. De leden van deze afdeling behartigden het patronaat over die kinderen bij wie het niet tot een strafzaak kwam of die uit het tuchthuis of het gevang vrijkwamen (mondjesmaat wegens geldgebrek).

Aangesloten bij

het Nederlansche Verbond der Vereenigingen Pro Juventute, sinds 1901.

Aangesloten bij

de Nederlandsche Bond tot Kinderbescherming, opgericht in 1899

Oprichters

Initiatiefnemer en oprichter G.H. van Hamel, hoogleraar strafrecht te Amsterdam, bepleiter van de nieuwe richting in het strafrecht (meer aandacht voor de persoon van de dader en de mogelijkheden van reclassering). Dit gold ook de medeoprichters ter vergadering, allen juristen, te weten: mr. J.F.T. Valkenburg, mr. R. van de Werk en mr. A.J. Rooyaards, resp. president en raadheren van het gerechtshof, mr. A.J.E. Jolles, advocaat-generaal, mr. A. Wichers Hoeth en mr. A. Meinesz, vice-presidenten van de arondissementsrechtbank, mr. J. Deking Dura, rechter-commissaris, mr. B. Ort en mr. E.R.H. Regout, resp. officier- en substituut-officier van justitie, mr. L.G.J. van Ogtrop, kantonrechter en de advocaten mr. D. Simons, mr. G. Brouwer Jzn. en mr. M.G.J. Boissevain.

Voorts waren aanwezig: 11 vertegenwoordigers van het Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen en van de afdeling Amsterdam van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. (Verkaik)

Bestuursleden

Het eerste bestuur vanaf 1896:

voorzitter tot 1917 G.A. van Hamel, vice-voorzitter tot 1909 A. Wichers Hoeth, secretaris tot 1906 M.G.J. Boissevain en penningmeester tot 1906 G. Brouwer Jzn. (Verkaik)

Vergaderplaats

De oprichtingsvergadering werd gehouden in het American Hotel te Amsterdam. (Verkaik)

Koninklijk Besluit 27 april 1896
Verantwoording gegevens

Algemeen:

D. Simons, ' "Pro Juventute" in 1900', in: Tijdschrift voor Armenzorg 2e jrg. (Haarlem 1901) 129-131 .

J. van der Zijl (red.), Gids voor vereenigingen op het gebied der Kinderverzorging (Den Haag 1912) 15.

Jan-Paul Verkaik, Voor de jeugd van tegenwoordig. Kinderbescherming en jeugdhulpverlening door Pro Juventute te Amsterdam 1896-1994 (Utrecht 1996) 13-30, 184, 185.

Bevat een uitvoerig notenapparaat, een bibliografisch overzicht en bijlagen met namenlijsten en data van verenigingsbestuurders ((vice-)voorzitters, secretarissen en penningmeesters).

ad activiteit, inkomsten en uitgaven:

H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.), Tijdschrift voor Armenzorg, 1e jrg. (1900) 51 en 2e jrg. (1901) 54.

ad laatste vermelding:

ontleend aan de archiefperiode.

Vermeld in J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 697, 698.

Opmerkingen

Leden:

Voor de afdelingen I en II werd men uitgenodigd lid te worden, bestuurders, academici, predikanten e.d.; wie zichzelf aanmeldde werd geballoteerd. 

Voor de toelating tot afdeling III was een dergelijke 'aanzienlijkheid' niet vereist.

Evenals de oprichting van de Nederlandsche Bond tot Kinderbescherming liep de toenemende verenigingsactiviteit op het terein van de zorg voor de  verwaarloosde jeugd vooruit op de door velen verhoopte invoering van de kinderwetten, die o.m. ontzegging uit de ouderlijke macht mogelijk zou maken.

Het Tijdschrift voor Armenzorg vermeldde in haar eerste jaargang op pagina 51 over Pro Juventute te Amsterdam:

'Het jaarverslag over 1899 is verschenen. Daaruit zien wij dat aan de afdeling II van deze vereeniging (Bijstand in rechte) door het parket 569 gevallen werden opgegeven, waarvan in 119 gevallen een raadsman werd toegevoegd. De leden van deze afdeling, allen advocaten, verleenden aan de beklaagde jeugdige personen (niet ouder dan 17 jaren mogen ze zijn) rechtskundigen bijstand. Door hunne bemoeiingen zijn 26 van deze ongelukkige kinderen uit de gevangenis gehouden, die leerschool van het kwade en in plaats daarvan in Rijksopvoedingsgestichten geplaatst, waar beter voor hunne zedelijke verheffing kan worden gezorgd.

De derde afdeeling werkt meer direct op het gebied der armenzorg, aangezien zij ten doel heeft in nood en behoefte te voorzien.

126 pupillen werden door 28 leden dezer afdeling (21 Heeren en 7 Dames) behandeld. (...) Voor de pupillen werd f. 1070,71 uitgegeven; aan andere kosten f. 148,62.

De inkomsten bedroegen aan bijdragen van leden en donateurs f. 1013,50, aan rente f. 26,68. Samen dus f. 1040,18, zoodat er een tekort zoude zijn, indien niet van vorig dienstjaar een flink saldo ware overgebleven. Dat teerde intusschen in van f. 1140,44 tot f. 961,29, zoodat de financieele toestand niet rooskleurig is. Meerdere steun van het publiek is zéér gewenscht; de contributie bedraagt per jaar minstens f. 2.'

Een dergelijk verslag verscheen ook in de 2e jrg. van Het Tijdschrift voor armenzorg over het verenigingsjaar 1899-1900.

Archief

Het archief van de vereniging Pro Juventute te Amsterdam, periode 1895-1962 wordt onder toegangsnummer 181 bewaard in het Stadsarchief Amsterdam, 40 m.

Het 19e eeuwse materiaal hiervan bestaat uit een deel van het 'Register-notulen bestuursvergadering. 3 delen 1896 - 1947', en van de 'Rapporten betreffende onder toezichtgestelden met gegevens betreffende hun vonnissen enz. 6 delen' 1895 - 1915.

Archiefmateriaal m.b.t. Pro Juventute Amsterdam bevindt zich ook in het archief van het Verbond van Vereenigingen Pro Juventute dat onder toegangsnummer NL-HaNA, 2.19.052.2 wordt bewaard in het Nationaal Archief.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Jaarverslag /Pro Juventute, Amsterdam (Amsterdam (1896) 1897).