Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

St. Joseph-Vereeniging

Naam St. Joseph-Vereeniging
Opmerkingen over naam Pius-Almanakken
Alternatieve namen
  • St. Joseph-Vereeniging voor arme zieken (Blankenberg)
Plaats Franeker
Provincie Friesland
Parochie

van de H. Franciscus

Begindatum 15 maart 1875 (oprichting)
Einddatum 1903 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing rooms-katholiek
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Jeugd 6-12, Zieken
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

arme zieken te steunen

Activiteit

arme zieken van geneesmiddelen voorzien

Vanaf 1899 wordt als liefdewerk van deze vereniging de oprichting en instandhouding van de St. Josephschool vermeld, waar les werd gegeven door de Zusters Franciscanessen afkomstig van het St. Luciagesticht te Rotterdam

Bestuursleden

In 1894: B.O. Ensink, president, J.W. Lunter, vice-president, H.J. Pier, penningmeester, Fr. L. Hamers, secretaris en de heren S.G. van Balen en G.J. Pruit.

In 1899 zijn Ensink, Lunter, Pier en Hamers nog steeds in functie, evenals in 1903. 

Verantwoording gegevens

Pius-Almanak voor het jaar des Heeren 1894 (Alkmaar 1894) 471.

Pius-Almanak. Jaarboekje voor de Katholieken van Nederland voor het jaar des Heeren 1899-1900 (Alkmaar 1899) 280.

Onze Pius-Almanak voor het jaar des Heeren 1903 (Alkmaar 1903) 614.

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 772.

Gevraagde inlichting niet ontvangen Blankenberg c.s. hebben tijdens hun onderzoek voor de Gids de vereniging een vragenlijst gestuurd, maar geen enkele reactie daarop gehoord. In de Gids is daarom bij deze instelling vermeld dat de gevraagde inlichtingen niet ontvangen waren. Meer
Blankenberg c.s. schrijven in hun inleiding op de Gids (p. XVI), dat dit regelmatig voorkwam, maar zij gaan niet in op mogelijke verklaringen. We kunnen veronderstellen dat instellingen op hun privacy gesteld waren en het niet nodig vonden hun werkwijze en ondersteuningscriteria openbaar te maken. Naast geslotenheid kunnen er echter ook heel andere verklaringen zijn: misschien was een instelling gebrekkig georganiseerd of functioneerde niet meer op het moment dat de enquête ontvangen werd.