Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Société Maternelle

Naam Société Maternelle
Plaats Maastricht
Provincie Limburg
Begindatum 1811 (oprichting)
Einddatum 1815 (laatste vermelding)
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Kraamvrouwen
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Vrouwen
Werkingsgebied Provinciaal
Doelstelling

het verschaffen van steun aan behoeftige kraamvrouwen

Activiteit

Volgens het reglement diende de dames van de vereniging 'zich nauwkeurig op de hoogte stellen van de moeders en kinderen die jaarlijks in hun woonplaats ondersteuning behoefden. Zij moesten de steun persoonlijk uitreiken en mochten dat niet aan anderen overlaten (artt. 2 en 10).'

'Per ondersteunde baby mocht 55 franks uitgegeven worden (art. 20), verdeeld over de volgende posten: voor de luiermand 20 franks, voor de negen maanden zwangerschap twee franks per maand, tenslotte negen franks voor kleine onkosten naar het oordeel van de begeleidende dame van de Société.'

De werkelijk verleende hulp in de jaren 1813-1815 betrof iets meer dan een 100-tal kraamvrouwen aan wie voor 5665 fanks aan luiermanden werd geschonken.

Afdeling van

de keizelijke Société Maternelle, opgericht op 5 mei 1810 en gevestigd te Parijs.

Oprichters

Het initiatief lag in oorsprong bij Napoleon en in diens naam bij de prefecten die de oprichting moesten realiseren in de departementvan het Keizerijk. In het geval van het departement Nedermaas was dat Roggieri, die zich vanaf 5 juli 1810, toen hij het besluit tot oprichting van een Société in zijn prefectuur ontwierp, intensief bezighield met het werven van voldoende gekwalificeerde dames.

Bestuursleden

Tijdens de eerste vergadering op 20 januari 1812 werd het volgende bestuur van de Société gekozen: mevr. Colpin-Roemers, presidente en de dames Van Meeuwen von Feltz uit Leut, mej. Olislagers uit Maastricht, mevr. Coenegracht-Bemelmans uit Maastricht bestuursleden.

Verantwoording gegevens

P.J.H. Ubachs, 'Kraamzorg in Maastricht en Nedermaas. De Société Maternelle (1810-1815). Het Genootschap voor Moederlijke Weldadigheid (1829-1845).' In de reeks Publications de la Société Historique et Archéologique dans Le Limbourg, Vol. 133 (1997), 191-214 (24).

Opmerkingen

ad begindatum:

'eind november of begin december 1811 moet hij [prefect van Nedermaas, Roggieri] de knoop hebben doorgehakt en is gewoon met de Société Maternelle begonnen'.

ad einddatum:

'Op 18 januari 1815 vond volgens het notulenregister de laatste vergadering plaats'.

ad leden:

de dames mochten desnoods een mannelijke secretaris en/of penningmeester in het bestuur nemen, maar verder geen mannelijke leden aannemen.

'Voor het lidmaatschap bestond een strenge selectie (...). De maatschappelijke kwaliteiten van de dames moesten van een dergelijk niveau zijn, dat zij konden verwachten de hoge goedkeuring van de keizerin te verwerven voor hun lidmaatschap. Ten bewijze hiervan werd een brevet uitgereikt (Art 13) en 2 Maastrichtse dames ontvingen dat 'eind januari of begin februari 1812.' In feite lag de beoordeling van geschiktheid bij de prefect - in dit geval die van Nedermaas Roggieri- (namens de keizerin). Deze had een andere vereiste voor de toetreding tot de Société, het inbrengen van tenminste 500 franks, zeer ver teruggebracht. Dit was, aldus Ubachs, absoluut noodzakelijk gezien de slechte economische en financiële (tiërcering van de staatsschuld) situatie in deze jaren, ook in Limburg.

ad relaties:

Ubachs plaatst vraagstekens bij de aanname van archivaris Bonden dat het in 1829 opgerichte Genootschap voor Moederlijke Weldadigheid de voortzetting was van de Société. Dit deed Bonden op grond van de aanwezigheid van de archieven van beide verenigingen in een overdracht aan het Gemeentearchief Maastricht en het voorkomen van een aantal dezelfde damesleden als leden.

Archief

Het archief van de Société Maternelle wordt tezamen met dat van het Genootschap voor Moederlijke Weldadigheid 1829-1844 onder toegangsnummer 21.27 bewaard in het Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL)(inventaris in: ordner P. 2, nog niet op de website van het RHCL te raadplegen.)

Het bevat het notulenregister van de Société Maternelle 1812-1815 en ingekomen correspondentie 1813.

 

Ubachs: over het archief van de Société:

Het Frans Archief in het RHCL te Maastricht bezit 2 dossiers m.b.t. 'de keizerlijke Société in het departement Nedermaas. Het eerste bevat (...) slechts een onbelangrijk stuk over de Société: briefje aan de Roermondse onderprefect.' Het tweede is het eigenlijke Société-dossier.

P.J.H. Ubachts tekent hier in een noot (11) bij aan:

(...) In het laatste dossier bevindt zich een gedrukt jaarverslag: Compte rendu pour S.M. l'Impératrice et régente, protectrice et présidente de la Société Maternelle ..., Paris 1813. Op p. 106 daarvan de reeds bekende gegevens over Nedermaas. De Bibliotheek van het RAL bezit een gedrukt reglement van de Société uit 1813.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Een gedrukt reglement van de Société Maternelle uit 1813.