Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen

Naam Vereeniging tot opbeuring van boetvaardige gevallene vrouwen
Alternatieve namen
  • Commissie tot opbeuring (jaarboekje Magdalena)
Plaats Leeuwarden
Provincie Friesland
Begindatum 1852 (eerste vermelding)
Einddatum 1890 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Jeugd 0-6, Ongehuwde moeders, Prostituees
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

Het redden van gevallen vrouwen die spijt hebben, door hen naar het Asyl Steenbeek te zenden, 'waar zij door een christelijke verzorging kunnen leeren zich aan orde, tucht en eerlijken arbeid te gewennen en waaruit zij als nieuwe schepselen naar de maatschappij kunnen terugkeeren'.

Activiteit

Het opvangen en 'teregtbrengen' van berouwvolle 'gevallen' vrouwen en het doneren of contribueren voor de instandhouding van het Asyl Steenbeek, waarheen een aantal van de opgevangen vrouwen, meestal de jongeren, werd gezonden.

Bestuursleden

In 1855: nog niet in het jaarverslag van Asyl Steenbeek vermeld;

In 1860: J. Oosterhoff Wzn., ds. S.K. Thoden van Velzen, ds. J. Romenij en T. Reijnders;

In 1865 en 1870: ongewijzigd;

In 1883: toegetreden: ds. W.F.K. Klinkenberg; afgetreden: geen;

In 1884: toegetreden: W.J. Oosterhoff Jzn.; afgetreden: J. Oosterhoff Wzn., ds. J. Romenij en T. Reijnders;

In 1890: toegetreden: W.J. Oosterhoff Jzn., ds. P.A.J. Sas; afgetreden: ds. S.K. Thoden van Velzen.

Verantwoording gegevens

'Het verslag van den Staat en Verrigtingen van het Asyl Steenbeek', in: Magdalena. Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek, voor de jaren 1852, 1860, 1865, 1870, 1883 en 1884. De redactie werd in deze jaren achtereenvolgens gevoerd door O.G. Heldring (1852 en 1860), M. Cohen Stuart (1865), J.A. Schuurman Johszn. en L.R. Beyen (1870), ... (1883) en H. Pierson, W. v.d. Bergh en I. Esser (1884).

Opmerkingen

ad begindatum:

Jeronimo de Vries Jzn. merkt in zijn artikel van 30 november 1852 'Geschiedenis van het Asyl Steenbeek, benevens iets over andere inrichtingen tot opbeuring van boetvaardigen in Nederland' het volgende op: 'In Dordrecht bestaat eene commissie ['tot opbeuring'] ook te Utrecht, Leeuwarden en Alkmaar. Te Haarlem, Zwolle, Deventer, Arnhem, Harderwijk, Epe, Middelburg en elders is het ons medebewust, dat men zich de belangen van boetvaardigen aantrekt; doch is het ons niet bekend, dat hieromtrent circulaires of verslagen in druk zijn verschenen, of bepaalde Vereenigingen bestaan.' In: O.H. Heldring (red.), Magdalena, Evangelisch jaarboekje uitgegeven ten behoeve van het Asyl Steenbeek (Amsterdam 1e jrg. (1853) 69).

Het vermelden van de commissie of vereeniging 'tot opbeuring' te Leeuwarden zelf, met bijbehorende bestuurders, begint vanaf het jaarboekje voor 1859 of 1860.

ad relaties:

in bovengenoemd verslag in het jaarboekje Magdalena staat bij deze vereniging aangetekend: de 'Commissie te Leeuwarden' werkt geheel zelfstandig, maar steunt steeds gaarne het Asyl Steenbeek.'

ad leden:

In elk geval zater er geen vrouwen in het bestuur.