Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Nederlandsche Christen-Vrouwen Geheelonthouders Unie (NCVGU)

Naam Nederlandsche Christen-Vrouwen Geheelonthouders Unie (NCVGU)
Plaats Den Haag
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 18 augustus 1893 (oprichting)
Einddatum 1993 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Alcoholisten
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Vrouwen
Werkingsgebied Landelijk
Doelstelling

'Christen-vrouwen te vereenigen, die behoefte gevoelen aan samenwerking met kinderen Gods, die denzelfden heiligen geloofsgrond hebben (...). Krachtens dit doel willen wij ieder persoonlijk ons trachten te onthouden van al wat de eer van onzen Verlosser kan schaden en hebben wij ons verbonden met name ook van alle bedwelmende dranken ons te onthouden; met andere woorden dus: geheelonthouder te zijn.' (art. 13 c  Statuten)

art. 13c: De [Unie] en dus ook hare leden elk afzonderlijk, tracht haar doel te bereiken door het Evangelie als het eenig redmiddel tegen de ellende van den drank en in het algemeen tegen de machten der zonden te verkondigen. - - - 'Wij zijn persoonlijk onthoudsters, maar wij arbeiden niet om hen, die nog buiten God leven tot onthouders te maken. Geheel-onthouding is krachtens de Beginselen onzer Unie niet het doel van onze arbeid.' (Uit: de nationale Onthoudersbode)

Activiteit

'De Haagsche afdeeling werkt zeer goed. Sommige leden doen aldaar een zeer moeilijk werk, maar dat blijkbaar door God gezegend wordt. Zij bezoeken twee aan twee verschillende kroegen in de buurt van het Volkskoffiehuis de "Dageraad" en deelen tractaatjes uit en kaarten waarop kroeghouders uitgenoodigd worden te 8 uur in de Dageraad te komen. Velen geven aan de uitnoodiging gehoor. Sommigen worden dan geregelde bezoekers.'

De NCVGU organiseerde in 1896 14 van de her en der opgerichte 30 Kinderbonden tegen drankmisbruik - de oudsten in Amsterdam (1866) en Groningen (1868). In 1898 trad "Hoop der Toekomst" op als zelfstandige vereniging, sedert 1899 officieel Nederlandsche Vereeniging Hoop der Toekomst geheten.

Vanaf september 1900 werd een 'Tehuis voor drankzuchtige vrouwen' instandgehouden.

Aangesloten bij

Wereld-Vrouwen-Christen-Geheelonthouders Unie van 1893 tot de Nederlandse Unie uittrad in 1898.

 

Heeft als afdeling(en)

Den Haag en Rotterdam, met rond de eeuwwisseling respectievelijk 34 en 12 leden.

Werkt samen met

(sinds 1898) de Nederlandsche Kindervereeniging "Hoop der Toekomst", die in 1900 57 afdelingen telde op 27 plaatsen in het land.

Oprichters

Mejuffrouw M.W. de Ranitz, presidente (Groningen), Jonkvrouwe H.S. Hartsen, vice-presidente (Hilversum), Mevr. J.W. van Herwaarden, geb. Quarles van Ufford, secretaresse (Den Haag), Ranitz (Haarlem). De oprichtingvergadering op 18 augustus 1893 te Den haag werd geopend door ds. C.S. Adema van Scheltema.

Eigen gebouw (adres)

Op 20 sept. 1900 werd het 'Tehuis voor drankzuchtige vrouwen' geopend te Hilversum tijdens de viering van het tweede jaarfeest van de heropgerichte vrouwen-unie. Als eerste vestiging van het Tehuis diende de woning van de presidente, jonkvrouwe Hartsen die het hiertoe geheel gemeubileerd te huur had aangeboden tot 1 mei 1901.

Vervolgens werd “Huize Henriette”, nu: H. Hartsen-kliniek te Apeldoorn, tehuis voor vrouwelijke alcoholisten betrokken.

Vergaderplaats

Het tweede jaarfeest (20 sept. 1900) werd gevierd in het Evangelisatielokaal, Noordsche bosjes 31 te Hilversum.

Koninklijk Besluit 29 april 1896; 1899
Verantwoording gegevens

Het Bijblad van De wereldstrijd, tevens orgaan van de Nationale Christen-Geheelonthouders vereeniging 2e jrg. (1893) nr. 35.

De wereldstrijd, tevens orgaan van de Nationale Christen-Geheelonthouders vereeniging 9e jrg. (1900) nr. 40, 324-325.

De Nationale Geheelonthoudersbode, orgaan der Nationale Christen-Geheelonthouders Vereeniging en van de Nederlandsche Christen-Vrouwen Geheelonthouders Unie, 1e jrg nr. 10 (maart 1903), nr.14 (april 1903) en nr. 17 (april 1903).

J.C. van der Stel, Drinken, drank en dronkenschap. Vijf eeuwen drankbestrijding en alcoholhulpverlening in Nederland (Hilversum 1995) 162-163.

H.W. Crommelin, 'Een jaar Strijdens. Overzicht over 1900', in: J.J.P. Valeton, J.J. Knap en C. van Krevelen (reds.), Het werk der liefde Tijdschrift gewijd aan de wetenschappelijke bestrijding der drinkgewoonten, 7e jrg (1901) 17, 54 en 55.

ad Koninklijk Besluit:

Register van de Staatscourant van 1899.

Opmerkingen

algemeen:

De Unie werd heropgericht in 1899; deze nieuwe Unie telde in 1900 73 leden, waarvan de Haagse afdeling met 33 leden de belangrijkste was; behalve de afdeling Rotterdam met 12 leden waren er nog 27 leden verspreid over het land. Veel leden van de voormalige Unie keerden terug in de NGOCV.

Het uittreden uit de Wereld-Vrouwen-Christen-Unie (WVCU) in 1898 werd veroorzaakt door de herverkiezing van de omstreden Lady Henry Somerset tot vice-presidente van die WVCU.

Archief

Het archief van de Nederlandse Christen Vrouwen Geheel-Onthouders Unie (1894-1983) wordt bewaard op het Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam (0,4 m., openbaar) 'Het archief is zeer onvolledig en fragmentarisch.' (inv.) Het bevat

Enige vroege stukken, onder andere eerste jaarverslagen, ook van de afdelingen Den Haag en Rotterdam, statuten en uitgaven, onder andere Uniegroet;

notulen vanaf ca 1956 en vooral stukken uit de jaren 1971-1983: correspondentie, financiële stukken en uitgaven.

Van de afdelingen Assen en Apeldoorn alleen tamelijk recent materiaal.