Constitutionele Commissies

 
English | Nederlands

Commissie-De Wilde

Herzieningsjaar Grondwet 1938
Naam (-voorzitter) Commissie-De Wilde
Officiƫle naam Staatscommissie, aan welke is opgedragen de voorbereiding van eene partieele herziening van de Grondwet
KB instelling commissie 24-1-1936, no. 41
KB ontbinding commissie 29-6-1936, no. 10
Naam, varianten Staatscommissie voor partieele Grondwetsherziening
Opdracht commissie gedeeltelijke herziening
Jaren 1936
Aantal bijeenkomsten 10
Datum eindverslag 8-6-1936
Datum aanbieding Tweede Kamer 1-8-1936
Verslagen

Verslag van de Staatscommissie, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 24 Januari 1936, no. 41, aan welke is opgedragen de voorbereiding van eene partieele herziening van de Grondwet (Den Haag 1936), 42 p.

Literatuur Toon Verberg

J.M.H. Dassen, De grondwetsherziening 1938 (Maastricht 1938), 238 p. [Proefschrift R.K. Universiteit Nijmegen.]

De grondwet 1938. Volledige tekst der grondwet met toelichting op de in 1938 aangebrachte wijzigingen, uitgegeven door L.A. Kesper (Alphen aan den Rijn 1938), 85 p.

De Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden. Met enkele belangrijke wetten en besluiten, uitgegeven door J.M.H. Dassen (Maastricht 1938), 155 p.

De grondwetsherziening-1937 in het licht van de latere ontwikkeling van het staatkundig en maatschappelijk leven ([Den Haag] 1937), 28 p. [Reeks: Kernen, werkschema voor de kernen R.K. Staatspartij.]

Niet met de waap'nen der barbaren! Drie wetsvoorstellen van de Sociaal-Democratische Kamerfractie (Amsterdam 1932), 15 p. [Bevat: Voorstel van wet, strekkende tot het in overweging nemen van verandering in artikel 187 der Grondwet (ingediend op 18 dec. 1931); Voorstel van wet, tot nadere regeling van de vrijwillige opkomst onder de wapenen van dienstplichtigen en reservepersoneel (ingediend op 15 januari 1932); Voorstel van wet, houdende verbod van particuliere gewapende corpsen (ingediend op 19 februari 1932). Memorie van toelichting.]

Nieuwe organen. Rapport tot nadere uitwerking der artikelen 78 en 194 der Grondwet, uitgebracht door de commissie ingesteld door de S.D.A.P. (Amsterdam 1931), 168 p. [De commissie bestond uit: voorz. J.W. Albarda, secr. L.A. Donker en M. van der Goes van Naters.]

Een onderzoek omtrent wijziging van ons staatsbestel. Rapport, uitgebracht aan het bestuur der R.K. Staatspartij, door een commissie uit den Raad van Studie en Documentatie dier partij ('s-Gravenhage 1936), 73 p.

Staatshervorming of ... Grondwetsherziening? Rapport van de Commissie, ingesteld bij besluit van het hoofdbestuur van de Bond van Jonge Liberalen van 21 April 1934 (Amsterdam [1936]), 21 p.

C.W. de Vries, De liberale staat en de regeeringsvoorstellen (1936) tot grondwetsherziening (Rotterdam 1936), 205 p.

W.C. Wendelaar, De voorgenomen Grondwetsherziening 1937 naar liberaal inzicht (Rotterdam 1936), 121 p. [W.C. Wendelaar was voorzitter van de 'Commissie tot herziening van de Grondwet in liberalen zin', ingesteld door de Liberale Staatspartij 'De Vrijheidsbond'.]

H.F.J. Westerveld, Grondwetsherziening 1938 (Amsterdam 1938), 80 p.

 

Audiovisuele bronnen Toon Verberg

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid:

- (geen Doc. ID). Polygoon bioscoopjournaal (Polygoon Hollands Nieuws), opname 22-02-1938, grondwetswijziging 1938 (plechtige afkondiging van de grondwetswijzing, zitting Hoge Raad der Nederlanden).

- Doc. ID 1215. Kaleidoscoop 1938 en 1939 (jaaroverzichten Profilti-journaal), 1938-1939, grondwetsherziening (plechtige afkondiging grondwetswijziging in de Raad van State).

1 
Aard van de documentatie commissiearchief; ambtelijke ondersteuning
Naam archiefvormer/collectie
(Periode archief)
Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Binnenlands Bestuur (1879-1950)
Vindplaats
(Kenmerk toegang)
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.57)
Meer Verberg

Openbaarheid beperkt
Soort toegang(en) inventaris
Kenmerk toegang 2.04.57
Inventarisnummers 1009-1010
Inhoud

De inv. nrs. 1009-1010 bevatten zowel het commissiearchief als de overige ambtelijke stukken. Voorin nr. 1009 bevindt zich een inhoudsopgave van beide inventarisnummers, verdeeld over omslagen genummerd I-XV.

 

inv.nr. 1009. I-IX.

- omslag I.Officieuze voorbereiding. Correspondentie over en voorlopige bespreking van het voornemen tot grondwetsherziening in kleine (confessionele) kring (De Wilde, H. Colijn, J. Donner, A. Anema, V.H. Rutgers, E.J. Beumer), 15 maart 1935 ten huize van Colijn: vooroverleg over de opdracht aan de in te stellen staatscommissie. Aanwezig is ook een uitvoerige nota hierover. 1935.

- omslag II. Instelling en opheffing van de commissie en praktische regelingen. Ambtelijke voorbereiding en opdracht; KB instelling en opheffing van de commissie. Correspondentie met beoogde leden en benoemingen. Stukken betreffende de installatie van de staatscommissie; tekst van de installatierede. Reglement van orde. 1935-1936.

- omslag III. Voorontwerp. Stukken betreffende de behandeling van een 'avant-projet' in de ministerraad. Knipsels uit de Nederlandse pers over grondwetsherziening, 1935-1936. Correspondentie met bijlagen van J.H.R. van Schaik, C. Romme, Ch. Kiès, H. Colijn. 1935-1936.

- omslag IV. (Vergader)stukken, merendeels in gedrukte vorm, betreffende wijzigingsvoorstellen van de grondwet: uitgangspunten van het kabinet en voorontwerpen, nota’s, voorstellen en brieven van commissieleden, onderwerpmatig geordend. Agenda’s en convocaties voor bijeenkomsten van de commissie. Enkele stukken betreffende het concept-eindverslag. 1936.

- omslag V. Notulen. Gedrukte notulen (totaal 214 p.) van de tien bijeenkomsten van de staatscommissie, gehouden tussen 7 februari en 16 mei 1936, met een bijgevoegd register op onderwerp.

- omslag VI. Eindverslag. Gedeeltelijk gedrukt eindverslag van de staatscommissie (de bijlagen bevinden zich in omslag IV). Stukken over de publicatie van het verslag; perscommentaren.

- omslag VII. Stukken over de behandeling van het verslag en de daaruit voortvloeiende westvoorstellen tot grondwetsherziening (bijgevoegd) in de ministerraad, juni 1936. Inzending bij de Raad van State.

- omslag VIII. Advies van de Raad van State, behandeling daarvan in de ministerraad en uitvoerige consideratiën en advies, juli 1936.

- omslag IX. Wetsvoorstellen, eerste lezing (1). Wetsvoorstellen tot herziening van de grondwet, zoals ingediend bij de Tweede Kamer. Parlementaire behandeling: voorlopig verslag van de Tweede Kamer; behandeling door de ministerraad van de (concept-) memorie van antwoord met bijbehorende stukken en adviezen (onder meer van het College van Secretarissen-Generaal). Perscommentaren (knipsels). 1936-1937.)

 

inv. nr. 1010. X-XV.

- omslag X. Wetsvoorstellen, eerste lezing (2). Voortgezette parlementaire behandeling: amendementen ingediend in de Tweede Kamer met bijgevoegde ambtelijke adviezen en commentaren; nota van wijzigingen. Enkele perscommentaren. 1937.

- omslag XI. Wetsvoorstellen, eerste lezing (3). Voortgezette parlementaire behandeling: aantekeningen van minister De Wilde tijdens en naar aanleiding van het debat in de Tweede Kamer en basistekst van zijn antwoordrede met betrekking tot de 'Revolutionaire vertegenwoordigers'. 1937.

- omslag XII. Wetsvoorstellen, eerste lezing (4). Voortgezette parlementaire behandeling: indiening bij de Eerste Kamer, voorlopig verslag en memorie van antwoord (concept met revisie). Debat (Handelingen); basistekst van de rede van minister De Wilde gehouden op 8 april 1937 en weergave van die rede in de Handelingen. Enkele krantenknipsels. 1937.

- omslag XIII. Wetsvoorstellen, tweede lezing. Advisering door de Raad van State en indiening bij de Tweede Kamer. Parlementaire behandeling: voorlopig verslag en stukken betreffende het voorbereiden en opstellen van de memorie van antwoord. Kamerdebat (Handelingen). Na de gedeeltelijke afwijzing indiening van de overige wetsontwerpen bij en behandeling door de Eerste Kamer: voorlopig verslag, memorie van antwoord en debat. 1937-1938.

- omslag XIV. Afkondiging herziene grondwet. Stukken betreffende de plechtige afkondiging, in het bijzonder politieke en ambtelijke voorbereiding en overleg over de wijze van afkondigen. 1937-1938.

- omslag XV. Tekst van de herziene grondwet. Stukken betreffende het vaststellen van de definitieve tekst, spelling en interpunctie van de herziene grondwet, in het bijzonder overleg tussen de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken; kritiek van de Raad van State. 1938.

 

Opmerkingen overig

NB. Ook het '2e voorzitters-dossier' van Van Schaik bevat stukken, die bij het eigenlijke commissiearchief behoren. Zie nader onder J.R.H. van Schaik.


Opdracht

In het najaar van 1933, vlak na het aantreden van het kabinet Colijn II, gingen voor het eerst stemmen op in de Staten-Generaal om tot grondwetsherziening te komen.[1] De regering achtte dat te vroeg. Ze besloot de staatsrechtelijke ontwikkelingen te volgen, totdat deze naar haar mening voldoende waren uitgekristalliseerd om grondwettelijk te worden vastgelegd.[2] Bij de begrotingsbehandeling van 1935 leek de noodzaak tot wijziging groter, mede als gevolg van de rapportage van de staatscommissie-Koolen (1934). Deze had geadviseerd over het probleem van de ‘revolutionaire vertegenwoordiger’, een actueel onderwerp in deze jaren van internationale crisis en teloorgang van democratische regimes. Regering en parlement waren het er over eens dat de voorstellen van deze commissie – het dwingend opleggen van een vervallenverklaring van het lidmaatschap van een vertegenwoordigend lichaam – op hun grondwettigheid getoetst zouden moeten worden, voordat ze als wetsvoorstel zouden kunnen worden ingediend.[3]  

De regering was van oordeel ‘dat geen staatscommissie ditmaal de beoogde herziening behoefde voor te bereiden’. De ministers J.A. de Wilde van Binnenlandse Zaken en J.R.H. Van Schaik van Justitie meenden dat in deze ‘onrustige tijden’ een gedeeltelijke herziening volstond. Ze werkten daartoe zelf, samen met de drie latere secretarissen, een aantal punten uit in een zogenaamd ‘avant-projet’. De belangrijkste daarvan betroffen vrijheid van drukpers, kiesrecht, vertegenwoordiging van het bedrijfsleven, revolutionaire vertegenwoordigers en de schadeloosstelling en pensioen van Tweede Kamerleden. Als minder belangrijk golden het inkomen der Kroon, de Raad van State; ministers zonder portefeuille; de Algemene Rekenkamer en de herzieningsprocedure. Toen onder druk van het parlement toch werd besloten tot instelling van een staatscommissie, ontvingen de leden de uitgewerkte voorstellen als leidraad voor de besprekingen.[4]

Werkwijze

Bij de installatie van de commissie verklaarde De Wilde dat hij de ambtelijke stukken over ‘drukpersvrijheid’ en ‘kiesrecht’, eveneens voorbereid in het avant-project, niet aan de commissieleden zou voorleggen. Zodoende kreeg elk van hen de gelegenheid zich eerst zelf een mening over de desbetreffende onderwerpen te vormen.[5] Onvermeld liet de Wilde echter dat een kleine groep ARP-leden zich vanaf begin januari 1935 had gebogen over de op handen zijnde grondwetsherziening en dat zodoende over de meeste suggesties wel reeds antirevolutionaire afstemming had plaatsgevonden.[6]

Na de openingsrede besprak de commissie een conceptreglement van orde. Hierin werden geheimhouding, quorum (vijf leden) en behandeling van notulen en stukken geregeld. De commissie kreeg discussie over de mogelijkheid om subcommissies in te stellen. Ze waren bedoeld om de onderwerpen voorbereiden, alvorens deze plenair te bespreken. Een merendeel van de leden was hier echter tegen. Een opdeling in subcommissies zou immers de gedachte achter de samenstelling der commissie – de zes fractievoorzitters, elk ondersteund door één staatsrechtdeskundige - doorkruisen. Ook hechtte een meerderheid eraan te beginnen met algemene beschouwingen, in plaats van de zaak bij voorbaat te laten dichttimmeren door subcommissies. Desgewenst konden deze alsnog daarna aan de slag. De Wilde zou zich bij deze voorstellen neerleggen.[7] Uiteindelijk maakte de commissie-De Wilde geen gebruik van subcommissies.

Vanwege de snelheid van werken zou de commissie eerst de minder belangrijk geachte onderwerpen ter hand nemen. Het stond het de commissieleden vrij om nog andere punten aan de agenda toe te voegen. Hiervan is slechts beperkt gebruik gemaakt.[8]

In de praktijk gaf de voorzitter aan het slot van elke vergadering aan welke onderwerpen er in de volgende bijeenkomst besproken zouden worden, met de daarbij behorende voorstellen. Wie dan nog iets wilde toevoegen, een redactievoorstel of een nota, zond het stuk in de tussenliggende periode aan het secretariaat, die het rondstuurde aan de leden.[9] De vergadering begon dan eerst met de principiële discussie. In de vergadering daarna werden vervolgens de redactionele wijzigingen besproken (soms aan de hand van schriftelijke amenderingen of nieuwe nota’s), maar nooit heel uitgebreid.

Het conceptrapport werd voorbereid door de secretarissen. In de negende vergadering besprak de commissie de tweede lezing van de redactionele wijzigingen tot dan toe; in de tiende vergadering het conceptverslag, inclusief de door de commissieleden ingediende nota’s met redactievoorstellen. Het conceptverslag werd zonder veel discussie goedgekeurd.

Rapportage    

Het rapport baarde als zodanig weinig opzien.[10] Het merendeel van de commissievoorstellen week weinig af van de ambtelijke voorstellen uit het avant-projet en zou door de regering worden overgenomen. Een uitzondering vormde het voorstel om via ‘tijdelijke verschijningsverboden’ de vrijheid van drukpers te beteugelen. Had dit binnen de commissie zelf al tot verscheidene minderheidsnota’s van links geleid; verdeeldheid in de boezem van het kabinet en angst voor de reactie van het parlement weerhielden de regering ervan om het commissievoorstel over te nemen. Ook de voorstellen betreffende de revolutionaire vertegenwoordigers zouden worden afgezwakt. Besluitvorming over een eventuele vervallenverklaring van lidmaatschap werd uitsluitend beschouwd als bevoegdheid van de vertegenwoordigende lichamen zelf.

Bij de parlementaire behandeling werd niet ontbonden voor de tweede lezing, maar werden de verkiezingen afgewacht. De voornaamste wijzigingen betroffen de instelling van het instituut van de minister zonder portefeuille – de voorstellen om staatssecretarissen te kunnen benoemen sneuvelde - en de mogelijkheid om openbare lichamen voor beroep en bedrijf in te stellen.

P.J. Oud, Het jongste verleden. Parlementaire geschiedenis van Nederland. Dl. V 1933-1937 (Assen 1968) 440-442.

Installatierede J.A. de Wilde, 07-02-1936. Klad in commissiearchief (1) NL-HaNA, BiZa/Binnenlands Bestuur, 1879-1950, 2.04.57, inv.nr. 1009, omslag II.

Oud, Het jongste verleden, V, 441; Handelingen Tweede Kamer 09-11-1934, 225; Kamerstuk TK 1934-1935 2 I ondernummer 3 en 5.

Als noot 2.

Bij Colijn thuis kwamen in maart 1935 bijeen: De Wilde, J. Donner, A. Anema, V.H. Rutgers en E.J Beumer. Commissiearchief (1), inv.nr. 1009, omslag I.

Op instigatie van de minister van Koloniën is nog even nagedacht over naamgeving van de Antillen. De commissie verwees dit terug naar de regering.

De commissie heeft (concept-) stukken soms vernummerd (m.n. die uit het avant-projet). Het materiaal is in enkele gevallen alleen compleet te krijgen door gelijktijdig het commissiearchief en het ledendossier-Van Schaik te gebruiken. In die gevallen correspondeert het stuknummer niet altijd met de verwijzing ernaar in de notulen en dient de gebruiker zich bewust te zijn met een andere ‘versie’ te maken te hebben.

Voor het hiernavolgende: Oud, Het jongste verleden, V, 446-465.


Noten


[1]

P.J. Oud, Het jongste verleden. Parlementaire geschiedenis van Nederland. Dl. V 1933-1937 (Assen 1968) 440-442.

[2]

Installatierede J.A. de Wilde, 07-02-1936. Klad in commissiearchief (1) NL-HaNA, BiZa/Binnenlands Bestuur, 1879-1950, 2.04.57, inv.nr. 1009, omslag II.

[3]

Oud, Het jongste verleden, V, 441; Handelingen Tweede Kamer 09-11-1934, 225; Kamerstuk TK 1934-1935 2 I ondernummer 3 en 5.

[4]

Als noot 2.

[5]

Notulen 07-02-1936.

[6]

Bij Colijn thuis kwamen in maart 1935 bijeen: De Wilde, J. Donner, A. Anema, V.H. Rutgers en E.J Beumer. Commissiearchief (1), inv.nr. 1009, omslag I.

[7]

Notulen 07-02-1936.

[8]

Op instigatie van de minister van Koloniën is nog even nagedacht over naamgeving van de Antillen. De commissie verwees dit terug naar de regering.

[9]

De commissie heeft (concept-) stukken soms vernummerd (m.n. die uit het avant-projet). Het materiaal is in enkele gevallen alleen compleet te krijgen door gelijktijdig het commissiearchief en het ledendossier-Van Schaik te gebruiken. In die gevallen correspondeert het stuknummer niet altijd met de verwijzing ernaar in de notulen en dient de gebruiker zich bewust te zijn met een andere ‘versie’ te maken te hebben.

[10]

Voor het hiernavolgende: Oud, Het jongste verleden, V, 446-465.

Grondwetten

De discussies in de notulen hebben de hieronder vermelde grondwet tot uitgangspunt.
Kies voor de integrale grondwettekst: pdf-grondwet.
Kies voor de historie per artikel: Nederlandse grondwet (PDC).



Instellingsbesluit

Toon Verberg

Notulen

Plenair:
Toon Plenair Verberg Plenair

Verslag

Plenair:
Toon Plenair Verberg Plenair

Ontbindingsbesluit

Toon Verberg

Zoeksystemen

Toon Verberg

Algemeen:

Naam, varianten Staatscommissie voor partieele Grondwetsherziening
Opdracht commissie gedeeltelijke herziening
Jaren 1936
Aantal bijeenkomsten 10
Datum eindverslag 8-6-1936
Datum aanbieding Tweede Kamer 1-8-1936
Verslagen

Verslag van de Staatscommissie, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 24 Januari 1936, no. 41, aan welke is opgedragen de voorbereiding van eene partieele herziening van de Grondwet (Den Haag 1936), 42 p.

Literatuur

J.M.H. Dassen, De grondwetsherziening 1938 (Maastricht 1938), 238 p. [Proefschrift R.K. Universiteit Nijmegen.]

De grondwet 1938. Volledige tekst der grondwet met toelichting op de in 1938 aangebrachte wijzigingen, uitgegeven door L.A. Kesper (Alphen aan den Rijn 1938), 85 p.

De Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden. Met enkele belangrijke wetten en besluiten, uitgegeven door J.M.H. Dassen (Maastricht 1938), 155 p.

De grondwetsherziening-1937 in het licht van de latere ontwikkeling van het staatkundig en maatschappelijk leven ([Den Haag] 1937), 28 p. [Reeks: Kernen, werkschema voor de kernen R.K. Staatspartij.]

Niet met de waap'nen der barbaren! Drie wetsvoorstellen van de Sociaal-Democratische Kamerfractie (Amsterdam 1932), 15 p. [Bevat: Voorstel van wet, strekkende tot het in overweging nemen van verandering in artikel 187 der Grondwet (ingediend op 18 dec. 1931); Voorstel van wet, tot nadere regeling van de vrijwillige opkomst onder de wapenen van dienstplichtigen en reservepersoneel (ingediend op 15 januari 1932); Voorstel van wet, houdende verbod van particuliere gewapende corpsen (ingediend op 19 februari 1932). Memorie van toelichting.]

Nieuwe organen. Rapport tot nadere uitwerking der artikelen 78 en 194 der Grondwet, uitgebracht door de commissie ingesteld door de S.D.A.P. (Amsterdam 1931), 168 p. [De commissie bestond uit: voorz. J.W. Albarda, secr. L.A. Donker en M. van der Goes van Naters.]

Een onderzoek omtrent wijziging van ons staatsbestel. Rapport, uitgebracht aan het bestuur der R.K. Staatspartij, door een commissie uit den Raad van Studie en Documentatie dier partij ('s-Gravenhage 1936), 73 p.

Staatshervorming of ... Grondwetsherziening? Rapport van de Commissie, ingesteld bij besluit van het hoofdbestuur van de Bond van Jonge Liberalen van 21 April 1934 (Amsterdam [1936]), 21 p.

C.W. de Vries, De liberale staat en de regeeringsvoorstellen (1936) tot grondwetsherziening (Rotterdam 1936), 205 p.

W.C. Wendelaar, De voorgenomen Grondwetsherziening 1937 naar liberaal inzicht (Rotterdam 1936), 121 p. [W.C. Wendelaar was voorzitter van de 'Commissie tot herziening van de Grondwet in liberalen zin', ingesteld door de Liberale Staatspartij 'De Vrijheidsbond'.]

H.F.J. Westerveld, Grondwetsherziening 1938 (Amsterdam 1938), 80 p.

 

Audiovisuele bronnen

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid:

- (geen Doc. ID). Polygoon bioscoopjournaal (Polygoon Hollands Nieuws), opname 22-02-1938, grondwetswijziging 1938 (plechtige afkondiging van de grondwetswijzing, zitting Hoge Raad der Nederlanden).

- Doc. ID 1215. Kaleidoscoop 1938 en 1939 (jaaroverzichten Profilti-journaal), 1938-1939, grondwetsherziening (plechtige afkondiging grondwetswijziging in de Raad van State).


Leden:


Overige betrokkenen:



Archivalia:

1 
Aard van de documentatie commissiearchief; ambtelijke ondersteuning
Naam archiefvormer/collectie
(Periode archief)
Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Binnenlands Bestuur (1879-1950)
Vindplaats
(Kenmerk toegang)
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.57)
Openbaarheid beperkt
Soort toegang(en) inventaris
Kenmerk toegang 2.04.57
Inventarisnummers 1009-1010
Inhoud

De inv. nrs. 1009-1010 bevatten zowel het commissiearchief als de overige ambtelijke stukken. Voorin nr. 1009 bevindt zich een inhoudsopgave van beide inventarisnummers, verdeeld over omslagen genummerd I-XV.

 

inv.nr. 1009. I-IX.

- omslag I.Officieuze voorbereiding. Correspondentie over en voorlopige bespreking van het voornemen tot grondwetsherziening in kleine (confessionele) kring (De Wilde, H. Colijn, J. Donner, A. Anema, V.H. Rutgers, E.J. Beumer), 15 maart 1935 ten huize van Colijn: vooroverleg over de opdracht aan de in te stellen staatscommissie. Aanwezig is ook een uitvoerige nota hierover. 1935.

- omslag II. Instelling en opheffing van de commissie en praktische regelingen. Ambtelijke voorbereiding en opdracht; KB instelling en opheffing van de commissie. Correspondentie met beoogde leden en benoemingen. Stukken betreffende de installatie van de staatscommissie; tekst van de installatierede. Reglement van orde. 1935-1936.

- omslag III. Voorontwerp. Stukken betreffende de behandeling van een 'avant-projet' in de ministerraad. Knipsels uit de Nederlandse pers over grondwetsherziening, 1935-1936. Correspondentie met bijlagen van J.H.R. van Schaik, C. Romme, Ch. Kiès, H. Colijn. 1935-1936.

- omslag IV. (Vergader)stukken, merendeels in gedrukte vorm, betreffende wijzigingsvoorstellen van de grondwet: uitgangspunten van het kabinet en voorontwerpen, nota’s, voorstellen en brieven van commissieleden, onderwerpmatig geordend. Agenda’s en convocaties voor bijeenkomsten van de commissie. Enkele stukken betreffende het concept-eindverslag. 1936.

- omslag V. Notulen. Gedrukte notulen (totaal 214 p.) van de tien bijeenkomsten van de staatscommissie, gehouden tussen 7 februari en 16 mei 1936, met een bijgevoegd register op onderwerp.

- omslag VI. Eindverslag. Gedeeltelijk gedrukt eindverslag van de staatscommissie (de bijlagen bevinden zich in omslag IV). Stukken over de publicatie van het verslag; perscommentaren.

- omslag VII. Stukken over de behandeling van het verslag en de daaruit voortvloeiende westvoorstellen tot grondwetsherziening (bijgevoegd) in de ministerraad, juni 1936. Inzending bij de Raad van State.

- omslag VIII. Advies van de Raad van State, behandeling daarvan in de ministerraad en uitvoerige consideratiën en advies, juli 1936.

- omslag IX. Wetsvoorstellen, eerste lezing (1). Wetsvoorstellen tot herziening van de grondwet, zoals ingediend bij de Tweede Kamer. Parlementaire behandeling: voorlopig verslag van de Tweede Kamer; behandeling door de ministerraad van de (concept-) memorie van antwoord met bijbehorende stukken en adviezen (onder meer van het College van Secretarissen-Generaal). Perscommentaren (knipsels). 1936-1937.)

 

inv. nr. 1010. X-XV.

- omslag X. Wetsvoorstellen, eerste lezing (2). Voortgezette parlementaire behandeling: amendementen ingediend in de Tweede Kamer met bijgevoegde ambtelijke adviezen en commentaren; nota van wijzigingen. Enkele perscommentaren. 1937.

- omslag XI. Wetsvoorstellen, eerste lezing (3). Voortgezette parlementaire behandeling: aantekeningen van minister De Wilde tijdens en naar aanleiding van het debat in de Tweede Kamer en basistekst van zijn antwoordrede met betrekking tot de 'Revolutionaire vertegenwoordigers'. 1937.

- omslag XII. Wetsvoorstellen, eerste lezing (4). Voortgezette parlementaire behandeling: indiening bij de Eerste Kamer, voorlopig verslag en memorie van antwoord (concept met revisie). Debat (Handelingen); basistekst van de rede van minister De Wilde gehouden op 8 april 1937 en weergave van die rede in de Handelingen. Enkele krantenknipsels. 1937.

- omslag XIII. Wetsvoorstellen, tweede lezing. Advisering door de Raad van State en indiening bij de Tweede Kamer. Parlementaire behandeling: voorlopig verslag en stukken betreffende het voorbereiden en opstellen van de memorie van antwoord. Kamerdebat (Handelingen). Na de gedeeltelijke afwijzing indiening van de overige wetsontwerpen bij en behandeling door de Eerste Kamer: voorlopig verslag, memorie van antwoord en debat. 1937-1938.

- omslag XIV. Afkondiging herziene grondwet. Stukken betreffende de plechtige afkondiging, in het bijzonder politieke en ambtelijke voorbereiding en overleg over de wijze van afkondigen. 1937-1938.

- omslag XV. Tekst van de herziene grondwet. Stukken betreffende het vaststellen van de definitieve tekst, spelling en interpunctie van de herziene grondwet, in het bijzonder overleg tussen de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken; kritiek van de Raad van State. 1938.

 

Opmerkingen overig

NB. Ook het '2e voorzitters-dossier' van Van Schaik bevat stukken, die bij het eigenlijke commissiearchief behoren. Zie nader onder J.R.H. van Schaik.



Werkwijze:



Scans:


Grondwetten

De discussies in de notulen hebben de hieronder vermelde grondwet tot uitgangspunt.
Kies voor de integrale grondwettekst: pdf-grondwet.
Kies voor de historie per artikel: Nederlandse grondwet (PDC).



Instellingsbesluit


Notulen

Plenair:

Verslag

Plenair:

Ontbindingsbesluit


Zoeksystemen