Commissie-J. Donner
Herzieningsjaar Grondwet | |
Naam (-voorzitter) | Commissie-J. Donner |
Officiƫle naam | Staatscommissie van Advies inzake het Kiesstelsel en Wettelijke Regeling der Politieke Partijen |
KB instelling commissie | 23-1-1953, nr. 20 |
KB ontbinding commissie | 31-5-1958, nr. 72 |
Naam, varianten | Commissie-Teulings |
Opdracht commissie | advisering |
Jaren | 1953-1958 |
Aantal bijeenkomsten | 11 |
Datum eindverslag | 24-3-1958 |
Datum aanbieding Tweede Kamer | 6-6-1958 |
Subcommissies | Subcommissie van voorbereiding. Leden: F.G.C.J.M. Teulings (voorzitter), J. Donner, G. van den Bergh, L.A. Nijpels, P.J. Oud, L.G.A. Schlichting, C.W.J. Wttewaal van Stoetwegen, J.M. Kan (lid/secretaris), W.K.J.J. van Ommen Kloeke (adjunct-secretaris), J.J. de Jong (adjunct-secretaris). Kleine commissie ter voorbereiding van de probleemstelling voor het NIPO-onderzoek, uitgevoerd ten behoeve van subcommissie I. Leden: J. Donner, L.G.A. Schlichting, H. Verwey-Jonker. Subcommissie I (Wijziging Kiesstelsel). Leden: F.G.C.J.M. Teulings (voorzitter), G. van den Bergh (vice-voorzitter, vanaf 3 december 1954 voorzitter), H.K.J. Beernink, A.M. Donner, F.J.F.M. Duynstee, M. van der Goes van Naters, C. van den Heuvel, L.A. Nijpels, P.J. Oud, H. Verwey-Jonker, J.M. Kan (secretaris), W.K.J.J. van Ommen Kloeke (adjunct-secretaris), A.C. de Ruyter (adjunct-secretaris). Subcommissie II (Wettelijke Regeling Politieke Partijen). Leden: F.G.C.J.M. Teulings (voorzitter), J. Donner (vice-voorzitter, vanaf 3 december 1954 voorzitter), L.A. Albering, E.F. Albrecht, J. Barents, B.H. Kazemier, M.J. Prinsen, J.V. Rijpperda Wierdsma, L.G.A. Schlichting, B.H.M. Vlekke, C.W.I. Wttewaal van Stoetwegen, J.M. Kan (secretaris), W.K. J.J. van Ommen Kloeke (adjunct-secretaris), J.J. de Jong (adunct-secretaris).
|
Verslagen | Vermelding van de namen der politieke groeperingen op het stembiljet. Interim-rapport van de Staatscommissie van Advies inzake het kiesstelsel en wettelijke regeling der politieke partijen. Ingesteld bij Koninklijk Besluit van 23 januari 1953, no. 20 ('s-Gravenhage, 1955). De Nederlandse Kiezer - een onderzoek naar zijn gedragingen en opvattingen. Samengesteld door de Staatscommissie, voorzitter J. Donner ('s-Gravenhage 1956). [Resultaten van een enquête, uitgevoerd door het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie. Ook verschenen in Engelse vertaling onder de titel: The Dutch Voter - a Study of his Behaviour and Opinions.] Eindrapport van de Staatscommissie van Advies inzake het kiesstelsel en wettelijke regeling der politieke partijen. Ingesteld bij Koninklijk Besluit van 23 januari 1953, no. 20 ('s-Gravenhage, 1958).
|
Opmerkingen | - Teulings werd bij KB van 3-12-1954 als voorzitter vervangen door J. Donner. - De commissie kwam 11 maal plenair bijeen, de laatste bijeenkomst vond plaats op 24-3-1958. De Subcommissie van Voorbereiding vergaderde twee maal (5-5-1953 en 15-6-1953), de Kleine Commissie ten behoeve van de NIPO-enquête eenmaal (22-10-1953). Subcommissie I kwam zes maal bijeen (tussen 28-9-1954 en 28-2-1957); Subcommissie II vijf maal (tussen 10-3-1954 en 27-3-1956). De leden van beide subcommissies mochten de vergaderingen van de andere subcommissie bijwonen en de notulen van de subcommissievergaderingen werden steeds aan alle leden van de staatscommissie toegezonden. Het interimrapport was aanvankelijk het resultaat van de werkzaamheden van Subcommissie II. - Naar aanleiding van het eerste deel van de opdracht (kiesstelsel) stelde de minister van Binnenlandse Zaken L.J.M. Beel in zijn installatierede vast, dat de Commissie-J. Donner bij het bestudering van dit onderwerp de desbetreffende bepalingen van de Grondwet in beschouwing zou moeten nemen, daarbij nagaande of zij naar aanleiding van een eventueel door de commissie voor te stellen gewijzigd kiesstelsel onveranderd zouden kunnen blijven.
|
- Donner, J. (ARP, Voorzitter)
- Teulings, F.G.C.J.M. (KVP, Voorzitter)
- Bergh, G. van den (PVDA, Vice-voorzitter)
- Kan, J.M. (Secretaris-lid)
- Ommen Kloeke, W.K.J.J. van (Adjunct-secretaris)
- Albering, L.A.H. (KVP)
- Albrecht, E.F. (PVDA)
- Barents, J.
- Beernink, H.K.J. (CHU)
- Donner, A.M. (ARP)
- Duynstee, F.J.F.M. (KVP)
- Goes van Naters, M. van der (PVDA)
- Heuvel, Ch. van den (ARP)
- Jong, J.J. de
- Kazemier, B.H.
- Nijpels, L.A.
- Oud, P.J. (VVD)
- Prinsen, M.J.
- Rijpperda Wierdsma, J.V.
- Ruyter, A.C. de
- Schaik, R.H. van
- Schlichting, L.G.A.
- Verwey-Jonker, H. (PVDA)
- Vlekke, B.H.M.
- Wttewaall van Stoetwegen, C.W.J. (CHU)
Overige betrokkenen, personen
Overige betrokkenen, instellingen
1 | |
Aard van de documentatie | commissiearchief |
Naam archiefvormer/collectie (Periode archief) |
Archief van de Kiesraad en taakvoorgangers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ((1932) 1951-2006) |
Vindplaats (Kenmerk toegang) |
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.113) |
Openbaarheid | volledig |
Soort toegang(en) | inventaris |
Kenmerk toegang | 2.04.113 |
Inventarisnummers | 779-783 |
Inhoud |
Inv. nrs. 779-783 Stukken opgemaakt of ontvangen door of namens de Staatscommissie van Advies inzake het Kiesstelsel en Wettelijke Regeling der Politieke Partijen (1953 - 1958).
Archief Commissie-J. Donner. Correspondentie, nota's, notities, documentatie en vergaderstukken (waarbij klad- en netversies van notulen van de plenaire commissie en de subcommissies), op volgorde van verzending genummerd. Notulen van de 'Kleine commissie t.b.v. de NIPO-enquete' zijn niet aangetroffen. Ook notulen van de derde vergadering van Subcommissie II (23-03-1955) zijn niet aangetroffen, behalve als handgeschreven concept.
- inv. nr. 779. Commissiestukken nrs. 001 - 040 (1953 - 1954). Als boven, tevens enkele losse stukken.
- inv. nr. 780. Commissiestukken nrs. 041 - 060 (1954). Als boven, volgnummer 51 ontbreekt.
- inv. nr. 781. Commissiestukken nrs. 061 - 080 (1954 - 1955). Als boven, tevens enkele losse stukken.
- inv. nr. 782. Commissiestukken nrs. 081 - 100 (1955 - 1956). Als boven.
- inv. nr. 783. Commissiestukken nrs. 101 - 123 (1957 - 1958). Als boven, tevens enkele losse stukken waaronder de in veel stukken aangehaalde genummerde ‘verzendlijst’ met de namen en adressen van de commissieleden. |
Opmerkingen overig |
- Het archief, dat beheerd wordt door het Nationaal Archief, is in 2009 naar de Centrale Archief- en Selectiedienst in Winschoten overgebracht voor herbewerking. In deze beschrijving is de nieuwe nummering van de dossiers gehanteerd. Voorheen waren deze dossiers ondergebracht in toeg. nr. 2.04.46, inv. nrs. 87-89.
- Vòòr de herbewerking van het commissiearchief in 2009 bevond zich hierin ook nog een omslag met notities, correspondentie en Kamerstukken uit de periode 1920-1922 betreffende de parlementaire behandeling van de grondwetsherziening van 1922. Deze stukken waren waarschijnlijk afkomstig uit een dossier van het Centraal Stembureau (de voorganger van de Kiesraad). Het is niet bekend waar deze stukken nu zijn ondergebracht.
|
2 | |
Aard van de documentatie | ambtelijke ondersteuning; overige documentatie |
Naam archiefvormer/collectie (Periode archief) |
Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Wetgeving en Juridische Zaken (1946-1954) |
Vindplaats (Kenmerk toegang) |
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.62) |
Openbaarheid | volledig |
Soort toegang(en) | inventaris |
Kenmerk toegang | 2.04.62 |
Inventarisnummers | 18 |
Inhoud | inv. nr. 18. Stukken betreffende de instelling en samenstelling van de Staatscommissie van advies inzake het Kiesstelsel en Wettelijke Regeling der Politieke Partijen, 1951-1953. Ministerieel dossier met Kamerstukken, notities, correspondentie en voorstellen betreffende de instelling, samenstelling en installatie van de staatscommissie. |
3 | |
Aard van de documentatie | ambtelijke ondersteuning |
Naam archiefvormer/collectie (Periode archief) |
Ministerie van Algemene Zaken/Kabinet Minister-President (1942-1979) |
Vindplaats (Kenmerk toegang) |
Nationaal Archief, Den Haag (2.03.01) |
Openbaarheid | volledig |
Soort toegang(en) | inventaris |
Kenmerk toegang | 2.03.01 |
Inventarisnummers | 1107 |
Inhoud | inv. nr. 1107. Stukken betreffende wijzigingen en uitvoering van de kieswet en andere verkiezingsaangelegenheden (1945 1969). Ambtelijk dossier betreffende de Kieswet en het eindrapport van de Commissie-J. Donner, de herziening van de grondwet in 1963 en de instelling van de Commissie-Cals/Donner, specifiek met betrekking tot het kiesstelsel. Het dossier bevat overwegend stukken ter behandeling in de ministerraad en notities voor de minister-president. |
4 | |
Aard van de documentatie | ambtelijke ondersteuning |
Naam archiefvormer/collectie (Periode archief) |
Ministerie van Binnenlandse Zaken, directie Binnenlands Bestuur ((1904) 1949-1981 (1993)) |
Vindplaats (Kenmerk toegang) |
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.87) |
Openbaarheid | volledig |
Soort toegang(en) | inventaris |
Kenmerk toegang | 2.04.87 |
Inventarisnummers | 3739 |
Inhoud | inv. nr. 3739. Stukken betreffende de Staatscommissie van Advies inzake het Kiesstelsel en Wettelijke Regeling der Politieke Partijen (Commissie-Donner); instelling, eindrapport en ontbinding, 1951-1958. De stukken lopen slechts over de jaren 1954-1958 en hebben betrekking op de opvolging van Teulings als commissievoorzitter door J. Donner, de publicatie en verzending van het rapport van de commissie en de ontbinding van de commissie. Correspondentie, nota’s, enkele exemplaren van het rapport van de commissie en Koninklijke Besluiten. |
Opdracht
In zijn installatierede op 17 april 1953 ging minister van Binnenlandse Zaken L.J.M. Beel uitvoerig in op de ‘merkwaardige’ timing van de commissie. Deze ging niet alleen, zo was de verwachting, vooraf aan een herziening van de kieswet - de kern van de aan de commissie voorgelegde materie - maar volgde ook op een herziening hiervan. Beel lichtte toe dat die laatste herziening van 1951 echter beperkt was gebleven tot technische aanpassingen van de wet.[1] Aan de vermeende ontevredenheid van de kiezer over het kiesstelsel had men daarbij weinig kunnen doen. Tijdens het parlementaire debat over de nieuwe kieswet had Beels ambtsvoorganger J.H. van Maarseveen dan ook moeten beloven om voor overweging van meer fundamentele vragen over kiesstelsel en politieke partijen, die eventueel ook grondwettelijke gevolgen zouden kunnen hebben, een staatscommissie in te stellen.[2]
Vanwege het overlijden van Van Maarseveen in datzelfde jaar en de kabinetswisseling van 1952 had de instelling van de commissie even op zich laten wachten.[3] De voorzitter en de meeste leden waren echter al wel aangezocht en dus kon de commissie in april 1953 snel van start.
Werkwijze
Met voorzitter en oud-minister F.G.C.J.M. Teulings begonnen in april 1953 maar liefst twintig Kamerleden, partijfunctionarissen, hoogleraren en andere bij het vraagstuk van het kiesstelsel betrokken personen aan het werk. De omvang van de commissie kon echter niet voorkomen dat de vergadertafel vaak half leeg was: de opkomst op de vergaderingen bedroeg regelmatig nauwelijks de helft van het aantal leden. Veel vergaderingen hield de commissie overigens, vergeleken bij gelijktijdig opererende commissies als de Commissie-Van Schaik, evenmin. Tijdens de voorlaatste vergadering, waarin het eindrapport werd besproken, concludeerde het commissielid J. Barents dan ook dat het mooi geformuleerde rapport de indruk wekte dat sommige punten veel grondiger waren behandeld dan in werkelijkheid het geval was geweest.[4]
Subcommissies
Alleen de start van de commissie toonde al enige aarzeling. Nadat het presidium, bestaande uit voorzitter Teulings met vice-voorzitters J. Donner en G. van den Bergh, er niet in was geslaagd om voorafgaand aan de eerste vergadering een nota van vraagpunten op te stellen stelde het de plenaire maar voor om hiertoe een ‘Commissie van voorbereiding’ in te stellen.[5] Deze subcommissie zou in twee vergaderingen vervolgens alsnog de gewenste vraagpuntennota voorbereiden.[6]
Eén van de suggesties van deze commissie van voorbereiding betrof het organiseren van een opiniepeiling. Gezien haar opdracht, die samenhing met een vermeende maar nauwelijks goed te definiëren ontevredenheid van de kiezer, achtte de plenaire vergadering dit nieuwe middel de moeite van een proef waard.[7] De voorbereiding van de opiniepeiling gebeurde door opnieuw een kleine subcommissie, die hiertoe in overleg trad met het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie (NIPO). In één ongenotuleerd gebleven vergadering en via correspondentie stelde de subcommissie samen met het NIPO een vragenlijst op die in december 1953 ter goedkeuring aan de plenaire werd voorgelegd.[8] In januari zou op basis van deze vragenlijst door het NIPO een proefenquête worden gehouden. In het voorjaar van 1954 nam het instituut vervolgens een ‘grote’ enquête af. De resultaten hiervan zouden in de zomer van dat jaar aan de commissie worden overhandigd, waarna de commissie nog enkele malen om aanvullende berekeningen zou vragen.[9] In 1956 vonden de toen als definitief beschouwde resultaten van de enquête hun weg naar een afzonderlijk rapport van de commissie.[10]
Tegelijkertijd was de plenaire commissie voortgegaan met het bespreken van de naar de twee onderwerpen uit de opdracht van de commissie, ‘kiesstelsel’ en ‘politieke partijen’, opgesplitste vraagpuntennota. Begin 1954 had de commissie deze punten afdoende verkend om ze, voor nadere uitwerking, in handen van twee eveneens naar onderwerp georganiseerde subcommissies te kunnen geven.[11]
Deze subcommissies, die beide onder leiding van Teulings stonden, kwamen maar moeizaam op gang. De subcommissie ‘kiesstelsel’ besloot al direct haar werk op te schorten tot de resultaten van de NIPO-enquête bekend waren.[12] De subcommissie ‘politieke partijen’ ging al wel direct in maart 1954 aan de slag, maar stelde vervolgens ook haar werkzaamheden uit tot hierover enkele nota’s zouden zijn voorbereid.[13] Toen in december 1954 Teulings om gezondheidsredenen zijn werkzaamheden voor de commissie moest neerleggen was er dan ook nog maar weinig gebeurd. Onder leiding van Donner, die Teulings als voorzitter opvolgde, pakte de commissie begin 1955 de draad weer op met een verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken om tussentijds advies.[14]
Daarnaast was de subcommissie kiesstelsel, nu onder leiding van vice-voorzitter Van den Bergh, verder gegaan met in de eerste plenaire vergaderingen opgeworpen voorstellen voor een ander kiesstelsel. Van den Bergh zelf toonde zich actief in het schrijven van nota’s, maar kreeg zijn medecommissieleden niet op één lijn, zo bleek uit het rapport dat de subcommissie begin 1956 aan de plenaire voorlegde.[15] Niet alleen riep elke vernieuwing wel praktische en principiële bezwaren op, bovendien had de NIPO-enquête aangetoond dat ook de kiezer maar weinig behoefte had aan grootscheepse hervormingen van het kiesstelsel. Toen de plenaire begin 1957 de subcommissie volgde in haar conclusies dat radicale wijzigingen niet op hun plaats waren wilde de subcommissie nog wel enkele minder ingrijpende voorstellen onderzoeken.[16] In juni 1957 kon de subcommissie ook deze conclusies aan het plenum voorleggen.[17]
In de subcommissie politieke partijen, die voorzitter Donner zelf onder zijn hoede had genomen, bestond al even veel aarzeling ten opzichte van werkelijke veranderingen. Waar de Commissie-Van Schaik in 1954 nog had geadviseerd tot vermelding van de politieke partijen in de grondwet - aan het advies was door het kabinet echter geen gevolg gegeven - zag deze subcommissie niet voldoende noodzaak voor wettelijke regeling van bijvoorbeeld partijfinanciën, kandidaatstelling of erkenning als partij. Voordat de subcommissie deze in mei 1955 bereikte conclusies kon terugverwijzen naar de plenaire vergadering moesten ook deze echter in de vorm van een rapport worden gegoten. Dit zou pas in november 1956 het geval zijn.[18] Bij die gelegenheid nam de plenaire de conclusies van de subcommissie politieke partijen over.[19]
Rapportage
Na lange vertragingen, die deels te wijten lijken aan de lange afwezigheid van de spil van de commissie, adjunct-secretaris W.K.J.J. van Ommen Kloeke, slaagde de commissie er zo toch in haar werkzaamheden af te ronden.[20] Vervolgens duurde het nog tot begin 1958 alvorens het secretariaat op basis van de subcommissierapporten een eindrapport had voorbereid, dat vervolgens ook nog een voor diverse commissieleden onacceptabele theoretische basis bleek te hebben gekregen.[21] Nadat voorzitter Donner in de slotvergadering van maart 1958 ook deze plooien had gladgestreken kon de commissie met haar rapport naar buiten treden.[22] Aantoonbare sporen lijkt het rapport echter niet te hebben nagelaten.
Installatierede Beel in eindverslag 24-03-1958 6. Zie ook A. Bos, ‘Een ‘zuiver en billijk’ stelsel? Discussies over hervormingen van het kiesstelsel na 1945’, in: A. Bos, J. Loots en R. de Jong, Een sprong in het duister. De overgang van het absolute meerderheidsstelsel naar het stelsel van evenredige vertegenwoordiging in 1918 (Den Haag 2005) 97-120, aldaar: 102-103.
Handelingen Tweede Kamer 1950-1951 (22-05-1951) 1767.
Installatierede Beel in eindverslag 24-03-1958 6.
Notulen plenair 17-04-1953 en de correspondentie tussen secretariaat en presidium in de omslagen 1, 4 en 6 in commissiearchief (1) NL-HaNA, BiZa/Kiesraad, 2.04.113, inv.nr. 779.
Nota vraagpunten 25-09-1953 in commissiearchief (1) inv.nr. 779, omslag 18.
Concept-vragenlijst 03-12-1953 in in commissiearchief (1) inv.nr. 779, omslag 31.
De onderdelen van het NIPO-rapport en de correspondentie ter verkrijging van extra gegevens zijn te vinden in commissiearchief (1) inv.nr. 780, omslagen 55 en 58 en inv.nr. 781, omslagen 62, 64a en 67.
Brief secretaris aan commissie 20-02-1954 in commissiearchief (1) inv.nr. 780, omslag 41.
Interimverslag plenair 06-04-1955. Dit verslag werd voorbereid in de vergadering van de subcommissie politieke partijen van 09-02-1955 en in de plenaire vergadering van 23-03-1955. De subcommissie kiesstelsel had in de notulen van 27-01-1955 besloten aan dit onderwerp geen aandacht te besteden wanneer de subcommissie politieke partijen het zou oppakken.
Zie de correspondentie van het secretariaat in commissiearchief (1) inv.nr. 782, omslagen 88 en 90.
Notulen plenair 24-03-1958; eindverslag 24-03-1958 en correspondentie tussen Donner en enkele commissieleden en Donner en secretaris De Jong in commissiearchief (1) inv.nr. 783, omslagen 115, 118, 119 en 121.
Noten
[1] |
Installatierede Beel in eindverslag 24-03-1958 6. Zie ook A. Bos, ‘Een ‘zuiver en billijk’ stelsel? Discussies over hervormingen van het kiesstelsel na 1945’, in: A. Bos, J. Loots en R. de Jong, Een sprong in het duister. De overgang van het absolute meerderheidsstelsel naar het stelsel van evenredige vertegenwoordiging in 1918 (Den Haag 2005) 97-120, aldaar: 102-103. |
[2] |
Handelingen Tweede Kamer 1950-1951 (22-05-1951) 1767. |
[3] |
Installatierede Beel in eindverslag 24-03-1958 6. |
[4] | |
[5] |
Notulen plenair 17-04-1953 en de correspondentie tussen secretariaat en presidium in de omslagen 1, 4 en 6 in commissiearchief (1) NL-HaNA, BiZa/Kiesraad, 2.04.113, inv.nr. 779. |
[6] |
Nota vraagpunten 25-09-1953 in commissiearchief (1) inv.nr. 779, omslag 18. |
[7] | |
[8] |
Concept-vragenlijst 03-12-1953 in in commissiearchief (1) inv.nr. 779, omslag 31. |
[9] |
De onderdelen van het NIPO-rapport en de correspondentie ter verkrijging van extra gegevens zijn te vinden in commissiearchief (1) inv.nr. 780, omslagen 55 en 58 en inv.nr. 781, omslagen 62, 64a en 67. |
[10] | |
[11] | |
[12] |
Brief secretaris aan commissie 20-02-1954 in commissiearchief (1) inv.nr. 780, omslag 41. |
[13] | |
[14] |
Interimverslag plenair 06-04-1955. Dit verslag werd voorbereid in de vergadering van de subcommissie politieke partijen van 09-02-1955 en in de plenaire vergadering van 23-03-1955. De subcommissie kiesstelsel had in de notulen van 27-01-1955 besloten aan dit onderwerp geen aandacht te besteden wanneer de subcommissie politieke partijen het zou oppakken. |
[15] | |
[16] | |
[17] | |
[18] | |
[19] | |
[20] |
Zie de correspondentie van het secretariaat in commissiearchief (1) inv.nr. 782, omslagen 88 en 90. |
[21] | |
[22] |
Notulen plenair 24-03-1958; eindverslag 24-03-1958 en correspondentie tussen Donner en enkele commissieleden en Donner en secretaris De Jong in commissiearchief (1) inv.nr. 783, omslagen 115, 118, 119 en 121. |
Grondwetten
De discussies in de notulen hebben de hieronder vermelde grondwet tot uitgangspunt.Kies voor de integrale grondwettekst: pdf-grondwet.
Kies voor de historie per artikel: Nederlandse grondwet (PDC).
- Grondwet van 1948 (pdf), tekst in pdc
- Grondwet van 1953 (pdf), tekst in pdc
- Grondwet van 1956 (pdf), tekst in pdc
Instellingsbesluit
Notulen
Plenair: Subcommissie:Verslag
Plenair: Subcommissie:Ontbindingsbesluit
Zoeksystemen
Algemeen:
Naam, varianten | Commissie-Teulings |
Opdracht commissie | advisering |
Jaren | 1953-1958 |
Aantal bijeenkomsten | 11 |
Datum eindverslag | 24-3-1958 |
Datum aanbieding Tweede Kamer | 6-6-1958 |
Subcommissies | Subcommissie van voorbereiding. Leden: F.G.C.J.M. Teulings (voorzitter), J. Donner, G. van den Bergh, L.A. Nijpels, P.J. Oud, L.G.A. Schlichting, C.W.J. Wttewaal van Stoetwegen, J.M. Kan (lid/secretaris), W.K.J.J. van Ommen Kloeke (adjunct-secretaris), J.J. de Jong (adjunct-secretaris). Kleine commissie ter voorbereiding van de probleemstelling voor het NIPO-onderzoek, uitgevoerd ten behoeve van subcommissie I. Leden: J. Donner, L.G.A. Schlichting, H. Verwey-Jonker. Subcommissie I (Wijziging Kiesstelsel). Leden: F.G.C.J.M. Teulings (voorzitter), G. van den Bergh (vice-voorzitter, vanaf 3 december 1954 voorzitter), H.K.J. Beernink, A.M. Donner, F.J.F.M. Duynstee, M. van der Goes van Naters, C. van den Heuvel, L.A. Nijpels, P.J. Oud, H. Verwey-Jonker, J.M. Kan (secretaris), W.K.J.J. van Ommen Kloeke (adjunct-secretaris), A.C. de Ruyter (adjunct-secretaris). Subcommissie II (Wettelijke Regeling Politieke Partijen). Leden: F.G.C.J.M. Teulings (voorzitter), J. Donner (vice-voorzitter, vanaf 3 december 1954 voorzitter), L.A. Albering, E.F. Albrecht, J. Barents, B.H. Kazemier, M.J. Prinsen, J.V. Rijpperda Wierdsma, L.G.A. Schlichting, B.H.M. Vlekke, C.W.I. Wttewaal van Stoetwegen, J.M. Kan (secretaris), W.K. J.J. van Ommen Kloeke (adjunct-secretaris), J.J. de Jong (adunct-secretaris).
|
Verslagen | Vermelding van de namen der politieke groeperingen op het stembiljet. Interim-rapport van de Staatscommissie van Advies inzake het kiesstelsel en wettelijke regeling der politieke partijen. Ingesteld bij Koninklijk Besluit van 23 januari 1953, no. 20 ('s-Gravenhage, 1955). De Nederlandse Kiezer - een onderzoek naar zijn gedragingen en opvattingen. Samengesteld door de Staatscommissie, voorzitter J. Donner ('s-Gravenhage 1956). [Resultaten van een enquête, uitgevoerd door het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie. Ook verschenen in Engelse vertaling onder de titel: The Dutch Voter - a Study of his Behaviour and Opinions.] Eindrapport van de Staatscommissie van Advies inzake het kiesstelsel en wettelijke regeling der politieke partijen. Ingesteld bij Koninklijk Besluit van 23 januari 1953, no. 20 ('s-Gravenhage, 1958).
|
Opmerkingen | - Teulings werd bij KB van 3-12-1954 als voorzitter vervangen door J. Donner. - De commissie kwam 11 maal plenair bijeen, de laatste bijeenkomst vond plaats op 24-3-1958. De Subcommissie van Voorbereiding vergaderde twee maal (5-5-1953 en 15-6-1953), de Kleine Commissie ten behoeve van de NIPO-enquête eenmaal (22-10-1953). Subcommissie I kwam zes maal bijeen (tussen 28-9-1954 en 28-2-1957); Subcommissie II vijf maal (tussen 10-3-1954 en 27-3-1956). De leden van beide subcommissies mochten de vergaderingen van de andere subcommissie bijwonen en de notulen van de subcommissievergaderingen werden steeds aan alle leden van de staatscommissie toegezonden. Het interimrapport was aanvankelijk het resultaat van de werkzaamheden van Subcommissie II. - Naar aanleiding van het eerste deel van de opdracht (kiesstelsel) stelde de minister van Binnenlandse Zaken L.J.M. Beel in zijn installatierede vast, dat de Commissie-J. Donner bij het bestudering van dit onderwerp de desbetreffende bepalingen van de Grondwet in beschouwing zou moeten nemen, daarbij nagaande of zij naar aanleiding van een eventueel door de commissie voor te stellen gewijzigd kiesstelsel onveranderd zouden kunnen blijven.
|
Leden:
Overige betrokkenen:
Archivalia:
1 | |
Aard van de documentatie | commissiearchief |
Naam archiefvormer/collectie (Periode archief) |
Archief van de Kiesraad en taakvoorgangers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ((1932) 1951-2006) |
Vindplaats (Kenmerk toegang) |
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.113) |
Openbaarheid | volledig |
Soort toegang(en) | inventaris |
Kenmerk toegang | 2.04.113 |
Inventarisnummers | 779-783 |
Inhoud |
Inv. nrs. 779-783 Stukken opgemaakt of ontvangen door of namens de Staatscommissie van Advies inzake het Kiesstelsel en Wettelijke Regeling der Politieke Partijen (1953 - 1958).
Archief Commissie-J. Donner. Correspondentie, nota's, notities, documentatie en vergaderstukken (waarbij klad- en netversies van notulen van de plenaire commissie en de subcommissies), op volgorde van verzending genummerd. Notulen van de 'Kleine commissie t.b.v. de NIPO-enquete' zijn niet aangetroffen. Ook notulen van de derde vergadering van Subcommissie II (23-03-1955) zijn niet aangetroffen, behalve als handgeschreven concept.
- inv. nr. 779. Commissiestukken nrs. 001 - 040 (1953 - 1954). Als boven, tevens enkele losse stukken.
- inv. nr. 780. Commissiestukken nrs. 041 - 060 (1954). Als boven, volgnummer 51 ontbreekt.
- inv. nr. 781. Commissiestukken nrs. 061 - 080 (1954 - 1955). Als boven, tevens enkele losse stukken.
- inv. nr. 782. Commissiestukken nrs. 081 - 100 (1955 - 1956). Als boven.
- inv. nr. 783. Commissiestukken nrs. 101 - 123 (1957 - 1958). Als boven, tevens enkele losse stukken waaronder de in veel stukken aangehaalde genummerde ‘verzendlijst’ met de namen en adressen van de commissieleden. |
Opmerkingen overig |
- Het archief, dat beheerd wordt door het Nationaal Archief, is in 2009 naar de Centrale Archief- en Selectiedienst in Winschoten overgebracht voor herbewerking. In deze beschrijving is de nieuwe nummering van de dossiers gehanteerd. Voorheen waren deze dossiers ondergebracht in toeg. nr. 2.04.46, inv. nrs. 87-89.
- Vòòr de herbewerking van het commissiearchief in 2009 bevond zich hierin ook nog een omslag met notities, correspondentie en Kamerstukken uit de periode 1920-1922 betreffende de parlementaire behandeling van de grondwetsherziening van 1922. Deze stukken waren waarschijnlijk afkomstig uit een dossier van het Centraal Stembureau (de voorganger van de Kiesraad). Het is niet bekend waar deze stukken nu zijn ondergebracht.
|
2 | |
Aard van de documentatie | ambtelijke ondersteuning; overige documentatie |
Naam archiefvormer/collectie (Periode archief) |
Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Wetgeving en Juridische Zaken (1946-1954) |
Vindplaats (Kenmerk toegang) |
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.62) |
Openbaarheid | volledig |
Soort toegang(en) | inventaris |
Kenmerk toegang | 2.04.62 |
Inventarisnummers | 18 |
Inhoud | inv. nr. 18. Stukken betreffende de instelling en samenstelling van de Staatscommissie van advies inzake het Kiesstelsel en Wettelijke Regeling der Politieke Partijen, 1951-1953. Ministerieel dossier met Kamerstukken, notities, correspondentie en voorstellen betreffende de instelling, samenstelling en installatie van de staatscommissie. |
3 | |
Aard van de documentatie | ambtelijke ondersteuning |
Naam archiefvormer/collectie (Periode archief) |
Ministerie van Algemene Zaken/Kabinet Minister-President (1942-1979) |
Vindplaats (Kenmerk toegang) |
Nationaal Archief, Den Haag (2.03.01) |
Openbaarheid | volledig |
Soort toegang(en) | inventaris |
Kenmerk toegang | 2.03.01 |
Inventarisnummers | 1107 |
Inhoud | inv. nr. 1107. Stukken betreffende wijzigingen en uitvoering van de kieswet en andere verkiezingsaangelegenheden (1945 1969). Ambtelijk dossier betreffende de Kieswet en het eindrapport van de Commissie-J. Donner, de herziening van de grondwet in 1963 en de instelling van de Commissie-Cals/Donner, specifiek met betrekking tot het kiesstelsel. Het dossier bevat overwegend stukken ter behandeling in de ministerraad en notities voor de minister-president. |
4 | |
Aard van de documentatie | ambtelijke ondersteuning |
Naam archiefvormer/collectie (Periode archief) |
Ministerie van Binnenlandse Zaken, directie Binnenlands Bestuur ((1904) 1949-1981 (1993)) |
Vindplaats (Kenmerk toegang) |
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.87) |
Openbaarheid | volledig |
Soort toegang(en) | inventaris |
Kenmerk toegang | 2.04.87 |
Inventarisnummers | 3739 |
Inhoud | inv. nr. 3739. Stukken betreffende de Staatscommissie van Advies inzake het Kiesstelsel en Wettelijke Regeling der Politieke Partijen (Commissie-Donner); instelling, eindrapport en ontbinding, 1951-1958. De stukken lopen slechts over de jaren 1954-1958 en hebben betrekking op de opvolging van Teulings als commissievoorzitter door J. Donner, de publicatie en verzending van het rapport van de commissie en de ontbinding van de commissie. Correspondentie, nota’s, enkele exemplaren van het rapport van de commissie en Koninklijke Besluiten. |
Werkwijze:
Scans:
Grondwetten
De discussies in de notulen hebben de hieronder vermelde grondwet tot uitgangspunt.Kies voor de integrale grondwettekst: pdf-grondwet.
Kies voor de historie per artikel: Nederlandse grondwet (PDC).
- Grondwet van 1948 (pdf), tekst in pdc
- Grondwet van 1953 (pdf), tekst in pdc
- Grondwet van 1956 (pdf), tekst in pdc
Instellingsbesluit
Notulen
Plenair:- 1954-09-28 (pdf)
- 1955-01-27 (pdf)
- 1955-03-10 (pdf)
- 1955-05-24 (pdf)
- 1957-01-15 (pdf)
- 1957-02-28 (pdf)