Constitutionele Commissies

 
English | Nederlands

Commissie-Van Walsum

Herzieningsjaar Grondwet
Naam (-voorzitter) Commissie-Van Walsum
Officiële naam Staatscommissie voor de zaken van de Erediensten
KB instelling commissie 21-5-1946, no. 46
KB ontbinding commissie niet bekend
Naam, varianten Commissie-s' Jacob
Opdracht commissie onderzoek van de financiële verhouding tussen kerk en staat in verband met een mogelijke herziening van de grondwet
Jaren 1946-1967
Aantal bijeenkomsten 38
Datum eindverslag 22-2-1967
Datum aanbieding Tweede Kamer 19-2-1969
Verslagen

'De financiële betrekkingen tussen de staat en de kerken. Rapport van de staatscommissie voor de zaken van de erediensten', in Handelingen Tweede Kamer 1968-1969, bijlage 10030 (nr. 2).

Eerdere, tussentijdse, adviezen zijn als bijlage bij dit rapport gevoegd, met uitzondering van twee deeladviezen van april 1953.

Opmerkingen

De commissie is formeel nooit opgeheven. De installatie vond plaats op 2 december 1946, maar van de 38 bijeenkomsten vonden er 19 plaats tussen 1965 en 1967. Het eindrapport werd bij indiening in de Tweede Kamer direct weer 'ingetrokken' door minister van Financiën Witteveen, waarna een nieuwe opdracht werd verstrekt aan de commissie-Verdam.

In 1958 verving Van Walsum s' Jacob als voorzitter.

1 
Aard van de documentatie commissiearchief; ambtelijke ondersteuning
Naam archiefvormer/collectie
(Periode archief)
Ministerie van Financiën, Staatscommissie voor de Erediensten (1946-1967)
Vindplaats
(Kenmerk toegang)
Nationaal Archief, Den Haag (5.068.5303)
Meer Verberg

Openbaarheid volledig
Soort toegang(en) inventaris
Kenmerk toegang 5.068.5303
Inventarisnummers nrs 1-3, 5-16
Inhoud

inv. nr. 1. Notulen van vergaderingen, 1946-1967.

Notulen, enkele nota's en notities. Aanwezig zijn de notulen van de vergaderingen 1-38 (in kopie), soms met marginalia. De notulen van de vergadering 12-16 zijn aangevuld met samenvattingen van de discussie. Tevens een nota van H. Verschoor over 'Het ontstaan van artikel 185 der Grondwet' (1959, bestemd voor rapport?); een notitie 'Opmerkingen en vragen naar aanleiding van de aan de voorzitter en de leden van de Staatscommissie op 25 november 1966 toegezonden editie van het concept-rapport', behorend bij de 36e vergadering, en soortgelijke notities bij de vergaderingen 37 en 38.

 

inv. nr. 2. Agenda's van vergaderingen, 1946-1967. NB. Niet compleet.

Convocaties, agenda’s en enkele stukken overige correspondentie. Niet compleet (vergelijk ook inv. nrs. 3 en 10), soms met marginalia. De meeste stukken zijn waarschijnlijk afkomstig uit het dossier van de secretaris; enkele stukken dragen echter het opschrift 'Minister' of 'Hr. Vos' en zijn dus vermoedelijk later aan het commissiedossier toegevoegd.

 

inv. nr. 3. Presentielijsten van vergaderingen, 1946-1967.

Presentielijsten van de vergaderingen 1-11, 18-38, en een agenda van vergadering 12.

 

inv. nrs. 5-10. Correspondentie van de secretaris met bijlagen, 1946 - 1967.

Overwegend correspondentie van de commissieleden onderling en tussen de commissie en de minister van Financiën. Bij deze correspondentie zijn nota’s, documentatie en concept-rapporten gevoegd, die in de vergadering vaak nader werden besproken; daarnaast verzoeken aan de commissie van betrokken organisaties (vooral kerkgenootschappen), van andere ministers en aan deze gerichte verzoeken van de commissie om informatie, eveneens met bijlagen. Enkele bijzondere of opvallende stukken worden hieronder toegelicht.

- inv. nr. 5. Juli 1946 - mei 1947.

Onder meer een verzoek van de 'Arysche Vereeneging' uit Suriname.

- inv. nr. 6. Juni 1947 - december 1950.

Onder andere correspondentie met Jhr. C.G.C. Quarles van Ufford, commissaris der koningin in Gelderland, over het aan hem aangeboden voorzitterschap van de commissie.

- inv. nr. 7. Okt. 1951 - sep. 1957.

- inv. nr. 8. Jan. 1958 - juni 1959.

- inv. nr. 9. Mei 1961 - dec. 1965.

Hierin ook enkele nota's van commissielid Wagenaar; een verslag van een op 10-12-1965 gehouden overleg met de financiële vertegenwoordigers van kerkgenootschappen en stukken betreffende een aan deze vertegenwoordigers gestuurde enquête (zie ook inv. nr. 10).

- inv. nr. 10. Jan. 1966 - jan. 1967.

Onder andere enkele nota's van commissielid Wagenaar; een verslag van een op 20-06-1966 gehouden overleg met de financiële vertegenwoordigers van kerkgenootschappen en stukken betreffende een aan deze vertegenwoordigers gestuurde enquête (zie ook inv. nr. 9); daarnaast veel correspondentie van commissieleden onderling betreffende de redactie van het eindrapport (met bijlagen) en een agenda voor de vergadering van 19-1-1967.

 

inv. nr. 11. Overzicht van de vragen waarvoor de Staatscommissie zich gesteld zag, met de standpunten die de vertegenwoordigers van de Gereformeerde Kerk, de Hervormde kerk en het Ministerie van Financiën in de discussie over de deze vragen innamen (z.d.).

Nota voor de 'Adviescommissie verhouding kerk en staat' van de Nederlandse Hervormde kerk. Het stuk dateert uiterlijk uit 1953.

 

inv. nr. 12. Beknopt overzicht van de werkzaamheden van de Staatscommissie met de voornaamste conclusies uit haar voorlopig rapport, 1967.

Nota 'Resumé van de werkzaamheden van de Staatscommissie voor de zaken van de Erediensten'. NB datering lijkt onjuist, het stuk dateert zeer waarschijnlijk uit de periode 1959-1963.

 

inv. nr. 13. Conceptrapporten uitgebracht door de Staatscommissie, 1967.

Diverse concepten van het eindrapport, met marginalia. Waarschijnlijk ten dele exemplaren van de secretaris, die tijdens de vergaderingen zijn gebruikt en veranderd. Tevens enkele concepten, vermoedelijk opgesteld door de secretaris naar aanleiding van de 17e vergadering (1959) en bedoeld om de discussie op gang te brengen.

 

inv. nr. 14. Eindrapport uitgebracht door de Staatscommissie, 1967.

Eindrapport van de staatscommissie. Afschrift, in band gelijmd en met een inlegvel waarop de handtekeningen van de commissieleden.

 

inv. nr. 15. Persberichten, drukwerk en kopieën, 1946-1981.

Knipsels en persberichten. Enkele daarvan zijn kennelijk naderhand aan het archief toegevoegd.

 

inv. nr. 16. Overzicht van de financiële betrekkingen tussen kerk en staat, opgesteld door de heer H. de Man te 's-Gravenhage, 1969.

Nota, in afschrift, met een overzicht van de bestaande regelingen en de commentaren van staatsrechtgeleerden hierop, van het rapport van de commissie en van de nota van de regering. (Kennelijk naderhand aan het archief toegevoegd.)

Opmerkingen overig

Een eerdere toegang op het archief is de inventaris van J. Hazemeijer, Inventaris van het archief van de staatscommissie voor de zaken van de erediensten 1946-1969 (Den Haag 1985). Deze is door de nieuwe bewerking van het archief (2007) komen te vervallen.

 

Het archief bevond zich in 2008 nog onder het beheer van het Ministerie van Financiën, maar zou op afzienbare termijn worden overgedragen aan het Nationaal Archief.


2 
Aard van de documentatie ambtelijke ondersteuning
Naam archiefvormer/collectie
(Periode archief)
Ministerie van Algemene Zaken/Kabinet Minister-President (1942-1979)
Vindplaats
(Kenmerk toegang)
Nationaal Archief (2.03.01)
Meer Verberg

Openbaarheid volledig
Soort toegang(en) inventaris
Kenmerk toegang 2.03.01
Inventarisnummers 377, 382, 7531
Inhoud

inv. nr. 377. Stukken betreffende de werkzaamheden van de Staatscommissie voor de Zaken van de Erediensten (1949-1968).

Ambtelijk dossier. De stukken hebben vooral betrekking op de tussentijdse adviezen en het eindrapport van de staatscommissie over art. 185 GW. Overwegend stukken die aan de minister-president werden gestuurd ter behandeling in de ministerraad, door het Bureau Erediensten (1949), het ministerie van Financiën en de rooms-katholieke aartsbisschop van Utrecht (1965): correspondentie, het eindrapport van de commissie, maar ook enkele notities van ambtenaren.

 

inv. nr. 382. Stukken betreffende de behandeling van aangelegenheden over de verhouding tussen staat en kerk (1962-1969).

Ambtelijk dossier, onder andere betreffende het regeringsstandpunt ten opzichte van art. 185 GW, de instelling van een adviescommissie inzake een financiële afkoopregeling (de latere commissie-Verdam), maar ook over bijvoorbeeld het Tweede Vaticaans Concilie. Eindrapport van de commissie-Van Walsum, correspondentie met vertegenwoordigers van kerkgenootschappen, nota’s van ambtenaren voor de minister-president, krantenknipsels; ontwerpen voor en afschrift van de brief van de minister van Financiën aan de Tweede en Eerste Kamer met het regeringsstandpunt over het rapport van de commissie-Van Walsum.

 

inv. nr. 7531. Stukken betreffende de totstandkoming van het wetsontwerp tot de vervanging van artikel 185 van de Grondwet door een additioneel artikel inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en kerkgenootschappen (1970-1975). NB. Bevat bescheiden uit de verzameling Kist.

Ambtelijk dossier waarin nota's en notities van ambtenaren voor de minister-president, correspondentie met andere departementen en stukken ter bespreking in de ministerraad. Bevat tevens een interim-nota van de Commissie-Verdam, stukken van de Commissie-Cals/Donner en verzoeken van maatschappelijke organisaties.


Opdracht

Bij de instelling van de staatscommissie voor de zaken van de erediensten in 1946 was niet direct zeker of deze wel tot wijziging van de grondwet zou adviseren. In zijn installatierede noemde minister van Financiën P. Lieftinck namelijk de schrapping of herschrijving van het grondwetsartikel over de erediensten slechts als twee van de vele mogelijke oplossingen voor de problematiek waarvoor de commissie gesteld werd. De commissie kon volgens Lieftinck ook concluderen dat vereenvoudiging en verbetering van de regelingen voor financiële steun van de overheid aan de kerken - de hoofdtaak van de commissie - ook met behoud van het bestaande grondwetsartikel 178 te bereiken was.[1] Dat een definitieve oplossing van de problematiek van achterhaalde predikantstraktementen van soms slechts enkele guldens per jaar uiteindelijk niet los kon worden gezien van de grondwettelijke bepaling hierover werd alle betrokkenen echter snel duidelijk.

 

Werkwijze

De staatscommissie zou tot 1967 de tijd nemen voor haar advies over wat zij zelf beschouwde als een ‘uiterst delicate aangelegenheid’.[2] Dit betekent overigens niet dat de commissie ook echt 21 jaar lang vergaderde: haar activiteit was vooral hoog in de jaren 1946-1948, 1958-1959 en 1963-1967. Het ritme werd daarbij niet alleen bepaald door inhoudelijke impasses, ook wisselingen van kabinetten en van commissieleden evenals adviesaanvragen van buitenaf konden de activiteit tijdelijk verhogen of juist stilleggen.

Slechts weinig van de leden van het eerste uur zouden uiteindelijk het rapport kunnen ondertekenen.[3] De naamgever van de commissie, de Rotterdamse burgemeester G.E. van Walsum, zou bijvoorbeeld pas in 1959 tot de commissie toetreden. Zijn komst lijkt een weerspiegeling van een inhoudelijke verschuiving in de commissie. Aanvankelijk stond de commissie namelijk onder leiding van de secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën H.L. s’ Jacob. Waar diens voorzitterschap tekenend leek voor een vooral praktische taakopvatting gaf diens opvolging door Van Walsum in 1959 - tussentijds was het voorzitterschap nog kort in handen geweest van de wetenschapper F. de Vries - aan dat de aan de commissie toevertrouwde materie inmiddels een principiële, meer politieke kwestie was geworden.

Behalve uit genoemde voorzitters bestond de commissie-Van Walsum uit enkele ambtenaren en uit vertegenwoordigers van de verschillende kerken: twee vertegenwoordigers van de Nederlandse Hervormde kerk en twee van de Rooms-Katholieke kerk, één lid namens de Gereformeerde Kerken in Nederland en een lid dat geacht werd namens de diverse kleine kerkgemeenschappen op te treden.[4] De vertegenwoordigende rol van de commissieleden werd meer letterlijk opgevat dan in de meeste andere commissies. Regelmatig beriep een lid zich erop eerst ruggespraak te willen hebben met het door hem vertegenwoordigde kerkgenootschap.[5] Toen een commissielid vanwege een verblijf buitenslands verhinderd was de vergaderingen bij te wonen liet dit lid zich bovendien ‘vervangen’ door een andere vertegenwoordiger van die kerk.[6] Ook werden de opvolgers van tussentijds aftredende leden door vertegenwoordigers van hetzelfde kerkgenootschap aangewezen.[7]

De eerste jaren van het bestaan van de commissie stonden vooral in het teken van enkele interim-adviezen over de uitvoering van het bestaande grondwetsartikel, zoals over de verhoging van de pensioenen voor predikanten.[8] Bij bespreking van deze toch vrij praktische onderwerpen bleek direct dat de grootste hindernissen voor een definitief advies - enerzijds de principiële onenigheid over de verhouding tussen kerk en staat, anderzijds de grote verschillen in organisatie van de kerkgenootschappen - niet eenvoudig weg te nemen waren.[9] Pogingen van de ambtenaar Bakker om toch een alomvattende regeling te ontwerpen liepen dan ook stuk.[10] Toch wilde de commissie haar opdracht ook niet onvoltooid teruggeven.[11]

Na 1950 zou de commissie aanvankelijk slechts enkele praktische interim-adviezen uitbrengen, meestal niet in vergadering maar slechts schriftelijk voorbereid.[12] Pas in 1958 pakte de commissie, nu onder leiding van De Vries, de draad van het vergaderen weer op. Allereerst bleken er opnieuw enkele concrete adviesverzoeken op tafel te liggen. Daarnaast getuigde het rapport van de commissie-Sassen over de subsidiëring van kerkenbouw ervan dat er op het gebied van kerk en staat inmiddels veel was gebeurd.[13] Toen De Vries nog in 1958 overleed zette Van Walsum diens activiteit voort. Dat dit niet resulteerde in de snelle voltooiing van een rapport verklaarde Van Walsum achteraf niet alleen uit de toch wel heel fragiele overeenstemming, maar vooral ook uit de ongunstige opstelling van de nieuwe minister van Financiën J. Zijlstra tegenover de richting waarin het advies ging.[14]

Het aantreden van een nieuw kabinet in 1963 bood echter nieuwe perspectieven. Niet het door voorzitter en secretaris gemoderniseerde conceptrapport uit 1959 maar een nota van het hervormde lid Wagenaar zou voor een nieuw rapport de aanzet blijken.[15] De vergaderingen die vanaf najaar 1965 weer regelmatig plaatsvonden gingen net als in 1959 al snel vooral over mogelijke verdeelsleutels voor een uit te keren subsidie. In 1959 had het verzamelen van cijfermateriaal over aantallen predikanten, inkomsten en uitgaven van de kerkgenootschappen de discussies hierover nog sterk bemoeilijkt. In 1965 maakte de commissie echter werk van juist die cijfermatige kant van de zaak door de financiële experts van de in de commissie vertegenwoordigde kerken ter vergadering te roepen.[16] Pas in de redactionele fase kwamen meer principiële discussies over bijvoorbeeld de omschrijving van aan de regeling deel te nemen ‘kerkgenootschappen’ weer aan de orde. Nu deze kwesties, slechts nog kwesties van woorden waren en vooral via opeenvolgende conceptteksten ‘besproken’ werden konden zij de voltooiing van het rapport niet echt meer tegenhouden.

Rapportage

De ontvangst die het in januari 1967 aldus afgeronde rapport kreeg moet, gezien de bijna 21 jaar die het had gekost om het tot stand te brengen, de commissieleden hebben teleurgesteld. Nadat het twee jaar lang door de regering was bestudeerd - en tot grote onvrede van de leden dus niet openbaar gemaakt[17] - kondigde minister van Financiën H.J. Witteveen in 1969 aan de zo moeizaam tot stand gekomen aanbevelingen van de commissie niet over te nemen. Liever dan de oude regelingen te vervangen door een nieuwe regeling die de schatkist jaarlijks ongeveer 40 miljoen gulden zou kosten wilde minister Witteveen de grondwettelijke aanspraken van de kerken in één klap afkopen en daarmee de ‘zilveren koorde’ tussen kerk en staat definitief doorknippen. De minister stelde een nieuwe commissie in om over deze afkoop te adviseren.[18] Deze commissie onder leiding van P.J. Verdam hoefde zich echter niet meer over het grondwettelijke aspect van de kwestie te buigen. Met de grondwetsherziening van 1972 werd artikel 185 zonder veel discussie verplaatst naar de additionele artikelen, waar het uit zou verdwijnen zodra een wettelijke regeling getroffen zou zijn.

Installatierede Lieftinck in notulen 02-02-1946.

Dit gold alleen voor de leden J. Donner en J.J. Loeff. 

Zo vatte hij althans zelf zijn taak op. Zie onder meer F.M. Westerouen van Meeteren in notulen 21-02-1949.

Zie bijvoorbeeld brief K.H.E. Gravemeijer aan secretaris R. Hotke 13-12-1948 in het commissiearchief (1) NL-HaNA, Financiën/Staatscie. Erediensten, 5.068.5303, inv. nr. 5; en de uitspraak van J.J. Loeff in notulen 11-01-1966.

Zie bijvoorbeeld de brief van K.H.E. Gravemeijer aan H.L. s’Jacob 26-03-1947 in commissiearchief (1) inv. nr. 5.

De uitzondering op deze ‘regel’ is dat de katholieke hoogleraar P.P. van Berkum bij zijn aftreden in 1959 niet werd opgevolgd.

Interimverslagen 23-05-1947, 20-12-1948 en 03-08-1949.

Nota J. Bakker 07-12-1948 in commissiearchief (1) inv. nr. 6; notulen 29-11-1948 en 20-12-1948.

Een notitie van secretaris R. Hotke 20-12-1950 waarin gesproken werd over ‘liquidatie’ van de commissie, werd nooit in bespreking genomen. Commissiearchief (1) inv. nr. 6.

Interimverslagen 02-04-1953a, 02-04-1953b en 02-04-1953c.

Het betreft de Commissie voor de kerkenbouw (1955-1957). Zie E.M.J.A. Sassen e.a., Rapport regeling bijdragen kerkenbouw (Den Haag 1957) en notulen 22-03-1958.

Brief G.E. van Walsum 20-05-1963 in commissiearchief (1) inv. nr 9.

Nota H.M.J. Wagenaar 02-09-1965 in commissiearchief (1) inv. nr 9; tevens notulen 21-05-1964.

Verslag overleg Van Walsum met financiële vertegenwoordigers 10-12-1965 in commissiearchief (1) inv. nr 9; notulen 20-06-1966.

Zie bijvoorbeeld de correspondentie tussen Van Walsum en de minister van Financiën (GA Rotterdam, archief familie van Walsum, toegangsnummer 307, inv. nr. 254). De geheimhouding van het rapport leverde ook voor de Commissie-Cals/Donner problemen op. Zie de correspondentie van deze commissie met de minister van Binnenlandse Zaken over inzage in het rapport (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, archief Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Grondwetszaken, voorlopig toegangsnr. 5.068.5283, inv. nr. 136).

De Adviescommissie afkoopregeling aanspraken ex art. 185 van de Grondwet (1970-1971). Zie voor een interimnota van deze commissie Handelingen van de Tweede Kamer 1971-1972 Bijlagen 11608 nr. 2. Een definitief rapport van deze commissie lijkt te ontbreken evenals een besluit tot opheffing. Zie tevens W.H. den Ouden, De ontknoping van de zilveren koorde. De geschiedenis van de rijkstraktementen in de Nederlandse Hervormde Kerk (Zoetermeer 2004) 145-162.


Noten


[1]

Installatierede Lieftinck in notulen 02-02-1946.

[2]

Eindrapport 22-02-1967 2. 

[3]

Dit gold alleen voor de leden J. Donner en J.J. Loeff. 

[4]

Zo vatte hij althans zelf zijn taak op. Zie onder meer F.M. Westerouen van Meeteren in notulen 21-02-1949.

[5]

Zie bijvoorbeeld brief K.H.E. Gravemeijer aan secretaris R. Hotke 13-12-1948 in het commissiearchief (1) NL-HaNA, Financiën/Staatscie. Erediensten, 5.068.5303, inv. nr. 5; en de uitspraak van J.J. Loeff in notulen 11-01-1966.

[6]

Zie bijvoorbeeld de brief van K.H.E. Gravemeijer aan H.L. s’Jacob 26-03-1947 in commissiearchief (1) inv. nr. 5.

[7]

De uitzondering op deze ‘regel’ is dat de katholieke hoogleraar P.P. van Berkum bij zijn aftreden in 1959 niet werd opgevolgd.

[8]

Interimverslagen 23-05-1947, 20-12-1948 en 03-08-1949.

[9]

Notulen 02-12-1946, 30-05-1947 en 29-11-1948.

[10]

Nota J. Bakker 07-12-1948 in commissiearchief (1) inv. nr. 6; notulen 29-11-1948 en 20-12-1948.

[11]

Een notitie van secretaris R. Hotke 20-12-1950 waarin gesproken werd over ‘liquidatie’ van de commissie, werd nooit in bespreking genomen. Commissiearchief (1) inv. nr. 6.

[12]

Interimverslagen 02-04-1953a, 02-04-1953b en 02-04-1953c.

[13]

Het betreft de Commissie voor de kerkenbouw (1955-1957). Zie E.M.J.A. Sassen e.a., Rapport regeling bijdragen kerkenbouw (Den Haag 1957) en notulen 22-03-1958.

[14]

Brief G.E. van Walsum 20-05-1963 in commissiearchief (1) inv. nr 9.

[15]

Nota H.M.J. Wagenaar 02-09-1965 in commissiearchief (1) inv. nr 9; tevens notulen 21-05-1964.

[16]

Verslag overleg Van Walsum met financiële vertegenwoordigers 10-12-1965 in commissiearchief (1) inv. nr 9; notulen 20-06-1966.

[17]

Zie bijvoorbeeld de correspondentie tussen Van Walsum en de minister van Financiën (GA Rotterdam, archief familie van Walsum, toegangsnummer 307, inv. nr. 254). De geheimhouding van het rapport leverde ook voor de Commissie-Cals/Donner problemen op. Zie de correspondentie van deze commissie met de minister van Binnenlandse Zaken over inzage in het rapport (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, archief Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Grondwetszaken, voorlopig toegangsnr. 5.068.5283, inv. nr. 136).

[18]

De Adviescommissie afkoopregeling aanspraken ex art. 185 van de Grondwet (1970-1971). Zie voor een interimnota van deze commissie Handelingen van de Tweede Kamer 1971-1972 Bijlagen 11608 nr. 2. Een definitief rapport van deze commissie lijkt te ontbreken evenals een besluit tot opheffing. Zie tevens W.H. den Ouden, De ontknoping van de zilveren koorde. De geschiedenis van de rijkstraktementen in de Nederlandse Hervormde Kerk (Zoetermeer 2004) 145-162.

Grondwetten

De discussies in de notulen hebben de hieronder vermelde grondwet tot uitgangspunt.
Kies voor de integrale grondwettekst: pdf-grondwet.
Kies voor de historie per artikel: Nederlandse grondwet (PDC).



Instellingsbesluit

Toon Verberg

Notulen

Plenair:
Toon Plenair Verberg Plenair

Verslag

Plenair:
Toon Plenair Verberg Plenair

Zoeksystemen

Toon Verberg

Algemeen:

Naam, varianten Commissie-s' Jacob
Opdracht commissie onderzoek van de financiële verhouding tussen kerk en staat in verband met een mogelijke herziening van de grondwet
Jaren 1946-1967
Aantal bijeenkomsten 38
Datum eindverslag 22-2-1967
Datum aanbieding Tweede Kamer 19-2-1969
Verslagen

'De financiële betrekkingen tussen de staat en de kerken. Rapport van de staatscommissie voor de zaken van de erediensten', in Handelingen Tweede Kamer 1968-1969, bijlage 10030 (nr. 2).

Eerdere, tussentijdse, adviezen zijn als bijlage bij dit rapport gevoegd, met uitzondering van twee deeladviezen van april 1953.

Opmerkingen

De commissie is formeel nooit opgeheven. De installatie vond plaats op 2 december 1946, maar van de 38 bijeenkomsten vonden er 19 plaats tussen 1965 en 1967. Het eindrapport werd bij indiening in de Tweede Kamer direct weer 'ingetrokken' door minister van Financiën Witteveen, waarna een nieuwe opdracht werd verstrekt aan de commissie-Verdam.

In 1958 verving Van Walsum s' Jacob als voorzitter.


Leden:


Overige betrokkenen:



Archivalia:

1 
Aard van de documentatie commissiearchief; ambtelijke ondersteuning
Naam archiefvormer/collectie
(Periode archief)
Ministerie van Financiën, Staatscommissie voor de Erediensten (1946-1967)
Vindplaats
(Kenmerk toegang)
Nationaal Archief, Den Haag (5.068.5303)
Openbaarheid volledig
Soort toegang(en) inventaris
Kenmerk toegang 5.068.5303
Inventarisnummers nrs 1-3, 5-16
Inhoud

inv. nr. 1. Notulen van vergaderingen, 1946-1967.

Notulen, enkele nota's en notities. Aanwezig zijn de notulen van de vergaderingen 1-38 (in kopie), soms met marginalia. De notulen van de vergadering 12-16 zijn aangevuld met samenvattingen van de discussie. Tevens een nota van H. Verschoor over 'Het ontstaan van artikel 185 der Grondwet' (1959, bestemd voor rapport?); een notitie 'Opmerkingen en vragen naar aanleiding van de aan de voorzitter en de leden van de Staatscommissie op 25 november 1966 toegezonden editie van het concept-rapport', behorend bij de 36e vergadering, en soortgelijke notities bij de vergaderingen 37 en 38.

 

inv. nr. 2. Agenda's van vergaderingen, 1946-1967. NB. Niet compleet.

Convocaties, agenda’s en enkele stukken overige correspondentie. Niet compleet (vergelijk ook inv. nrs. 3 en 10), soms met marginalia. De meeste stukken zijn waarschijnlijk afkomstig uit het dossier van de secretaris; enkele stukken dragen echter het opschrift 'Minister' of 'Hr. Vos' en zijn dus vermoedelijk later aan het commissiedossier toegevoegd.

 

inv. nr. 3. Presentielijsten van vergaderingen, 1946-1967.

Presentielijsten van de vergaderingen 1-11, 18-38, en een agenda van vergadering 12.

 

inv. nrs. 5-10. Correspondentie van de secretaris met bijlagen, 1946 - 1967.

Overwegend correspondentie van de commissieleden onderling en tussen de commissie en de minister van Financiën. Bij deze correspondentie zijn nota’s, documentatie en concept-rapporten gevoegd, die in de vergadering vaak nader werden besproken; daarnaast verzoeken aan de commissie van betrokken organisaties (vooral kerkgenootschappen), van andere ministers en aan deze gerichte verzoeken van de commissie om informatie, eveneens met bijlagen. Enkele bijzondere of opvallende stukken worden hieronder toegelicht.

- inv. nr. 5. Juli 1946 - mei 1947.

Onder meer een verzoek van de 'Arysche Vereeneging' uit Suriname.

- inv. nr. 6. Juni 1947 - december 1950.

Onder andere correspondentie met Jhr. C.G.C. Quarles van Ufford, commissaris der koningin in Gelderland, over het aan hem aangeboden voorzitterschap van de commissie.

- inv. nr. 7. Okt. 1951 - sep. 1957.

- inv. nr. 8. Jan. 1958 - juni 1959.

- inv. nr. 9. Mei 1961 - dec. 1965.

Hierin ook enkele nota's van commissielid Wagenaar; een verslag van een op 10-12-1965 gehouden overleg met de financiële vertegenwoordigers van kerkgenootschappen en stukken betreffende een aan deze vertegenwoordigers gestuurde enquête (zie ook inv. nr. 10).

- inv. nr. 10. Jan. 1966 - jan. 1967.

Onder andere enkele nota's van commissielid Wagenaar; een verslag van een op 20-06-1966 gehouden overleg met de financiële vertegenwoordigers van kerkgenootschappen en stukken betreffende een aan deze vertegenwoordigers gestuurde enquête (zie ook inv. nr. 9); daarnaast veel correspondentie van commissieleden onderling betreffende de redactie van het eindrapport (met bijlagen) en een agenda voor de vergadering van 19-1-1967.

 

inv. nr. 11. Overzicht van de vragen waarvoor de Staatscommissie zich gesteld zag, met de standpunten die de vertegenwoordigers van de Gereformeerde Kerk, de Hervormde kerk en het Ministerie van Financiën in de discussie over de deze vragen innamen (z.d.).

Nota voor de 'Adviescommissie verhouding kerk en staat' van de Nederlandse Hervormde kerk. Het stuk dateert uiterlijk uit 1953.

 

inv. nr. 12. Beknopt overzicht van de werkzaamheden van de Staatscommissie met de voornaamste conclusies uit haar voorlopig rapport, 1967.

Nota 'Resumé van de werkzaamheden van de Staatscommissie voor de zaken van de Erediensten'. NB datering lijkt onjuist, het stuk dateert zeer waarschijnlijk uit de periode 1959-1963.

 

inv. nr. 13. Conceptrapporten uitgebracht door de Staatscommissie, 1967.

Diverse concepten van het eindrapport, met marginalia. Waarschijnlijk ten dele exemplaren van de secretaris, die tijdens de vergaderingen zijn gebruikt en veranderd. Tevens enkele concepten, vermoedelijk opgesteld door de secretaris naar aanleiding van de 17e vergadering (1959) en bedoeld om de discussie op gang te brengen.

 

inv. nr. 14. Eindrapport uitgebracht door de Staatscommissie, 1967.

Eindrapport van de staatscommissie. Afschrift, in band gelijmd en met een inlegvel waarop de handtekeningen van de commissieleden.

 

inv. nr. 15. Persberichten, drukwerk en kopieën, 1946-1981.

Knipsels en persberichten. Enkele daarvan zijn kennelijk naderhand aan het archief toegevoegd.

 

inv. nr. 16. Overzicht van de financiële betrekkingen tussen kerk en staat, opgesteld door de heer H. de Man te 's-Gravenhage, 1969.

Nota, in afschrift, met een overzicht van de bestaande regelingen en de commentaren van staatsrechtgeleerden hierop, van het rapport van de commissie en van de nota van de regering. (Kennelijk naderhand aan het archief toegevoegd.)

Opmerkingen overig

Een eerdere toegang op het archief is de inventaris van J. Hazemeijer, Inventaris van het archief van de staatscommissie voor de zaken van de erediensten 1946-1969 (Den Haag 1985). Deze is door de nieuwe bewerking van het archief (2007) komen te vervallen.

 

Het archief bevond zich in 2008 nog onder het beheer van het Ministerie van Financiën, maar zou op afzienbare termijn worden overgedragen aan het Nationaal Archief.


2 
Aard van de documentatie ambtelijke ondersteuning
Naam archiefvormer/collectie
(Periode archief)
Ministerie van Algemene Zaken/Kabinet Minister-President (1942-1979)
Vindplaats
(Kenmerk toegang)
Nationaal Archief (2.03.01)
Openbaarheid volledig
Soort toegang(en) inventaris
Kenmerk toegang 2.03.01
Inventarisnummers 377, 382, 7531
Inhoud

inv. nr. 377. Stukken betreffende de werkzaamheden van de Staatscommissie voor de Zaken van de Erediensten (1949-1968).

Ambtelijk dossier. De stukken hebben vooral betrekking op de tussentijdse adviezen en het eindrapport van de staatscommissie over art. 185 GW. Overwegend stukken die aan de minister-president werden gestuurd ter behandeling in de ministerraad, door het Bureau Erediensten (1949), het ministerie van Financiën en de rooms-katholieke aartsbisschop van Utrecht (1965): correspondentie, het eindrapport van de commissie, maar ook enkele notities van ambtenaren.

 

inv. nr. 382. Stukken betreffende de behandeling van aangelegenheden over de verhouding tussen staat en kerk (1962-1969).

Ambtelijk dossier, onder andere betreffende het regeringsstandpunt ten opzichte van art. 185 GW, de instelling van een adviescommissie inzake een financiële afkoopregeling (de latere commissie-Verdam), maar ook over bijvoorbeeld het Tweede Vaticaans Concilie. Eindrapport van de commissie-Van Walsum, correspondentie met vertegenwoordigers van kerkgenootschappen, nota’s van ambtenaren voor de minister-president, krantenknipsels; ontwerpen voor en afschrift van de brief van de minister van Financiën aan de Tweede en Eerste Kamer met het regeringsstandpunt over het rapport van de commissie-Van Walsum.

 

inv. nr. 7531. Stukken betreffende de totstandkoming van het wetsontwerp tot de vervanging van artikel 185 van de Grondwet door een additioneel artikel inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en kerkgenootschappen (1970-1975). NB. Bevat bescheiden uit de verzameling Kist.

Ambtelijk dossier waarin nota's en notities van ambtenaren voor de minister-president, correspondentie met andere departementen en stukken ter bespreking in de ministerraad. Bevat tevens een interim-nota van de Commissie-Verdam, stukken van de Commissie-Cals/Donner en verzoeken van maatschappelijke organisaties.



Werkwijze:



Scans:


Grondwetten

De discussies in de notulen hebben de hieronder vermelde grondwet tot uitgangspunt.
Kies voor de integrale grondwettekst: pdf-grondwet.
Kies voor de historie per artikel: Nederlandse grondwet (PDC).



Instellingsbesluit


Notulen

Plenair:

Verslag

Plenair:

Zoeksystemen